Cyberpesten MBO les 2 (van 3)
1 / 4
Lesduur is: 45 minIntroductie
Social media: Wie gebruikt het niet?! Veel klassen hebben zelfs een klassenapp en er worden ook veel groepsapps binnen de klas gemaakt. Hoe vind iedereen dat eigenlijk? Hoe gaan we daarmee om? En hoe ziet pesten online er eigenlijk uit?
In deze les gaan de leerlingen middels een rollenspel ervaren wat cyberpesten betekent voor alle betrokken partijen. Ze gaan zich inleven in de verschillende rollen: dader, slachtoffer, meeloper, vriend van het slachtoffer. Ze analyseren een pestsituatie en ondervinden hoe je allemaal je eigen verantwoordelijkheid kunt pakken om ook cyberpesten te stoppen.
Instructies
Dit is deel 2 van een serie van drie 'anti-cyberpestlessen', die zowel opeenvolgend als los gegeven kunnen worden.
Digitaal: Om de les digitaal te kunnen doen stuur je van tevoren de Cue-cards naar de vier leerlingen die de scène gaan spelen.
Digitaal: Om de les digitaal te kunnen doen stuur je van tevoren de Cue-cards naar de vier leerlingen die de scène gaan spelen.
Fysiek: Voor een les in de klas print je de Cue-Cards uit voor de vier leerlingen die de scène gaan spelen.
Burgerschap
Met deze les werk je actief aan de dimensie: sociaal-maatschappelijk.
Met deze les werk je actief aan de dimensie: sociaal-maatschappelijk.
Werkbladen
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
KLASSIKAAL
Fris het thema Cyberpesten op bij je klas en zoom al snel in op het gebruik van social media en WhatsApp. “Pesten via de app…” Gebeurt het ook in jouw klas? Vraag naar ervaringen.
Het probleem van pesten online: de echte reactie en gevoelens van de ontvanger blijven vaak onzichtbaar. Maak dit bespreekbaar met je klas. En wat zou er gebeuren als zo’n online gesprek live zou zijn? Zou je dan minder durven zeggen? Test het met je klas. Let’s het real!
Slide 2 - Tekstslide
KLASSIKAAL
In deze les gaan jullie aan de slag met een rollenspel.
Kies vier leerlingen uit die de scène gaan spelen, wijs deze vier leerlingen een rol toe Sandra, Finn, Youssef of Jazzlyn en geef ze hun cue-card.
Digitaal: stuur de vier leerlingen hun cue-cards toe.
In deze les gaan jullie aan de slag met een rollenspel.
Kies vier leerlingen uit die de scène gaan spelen, wijs deze vier leerlingen een rol toe Sandra, Finn, Youssef of Jazzlyn en geef ze hun cue-card.
Digitaal: stuur de vier leerlingen hun cue-cards toe.
Slide 3 - Tekstslide
KLASSIKAAL
Introduceer het rollenspel met de volgende tekst:
"Dit zijn: Sandra, Youssef, Finn en Jazzlyn uit groep ... Ze zijn die dag naar school geweest en komen thuis. Sandra stuurt een appje in de klassenapp ..."
Nu begint het rollenspel. De leerlingen beginnen te acteren. Activeer de leerlingen en moedig ze aan om het helemaal uit te spelen. Als het moeizaam gaat, kun je ervoor kiezen om het nog een keer door vier andere leerlingen te laten spelen, zonder commentaar te geven op de eerste groep. Zorg dat het een echte scène wordt.
Digitaal: geef (in een rap tempo) de vier gekozen leerlingen beurtelings de kans om te reageren. Zo hou je de vaart er in, maak je het spannend en praat er niemand door elkaar.
Omdat dit rollenspel begint met een bericht in de klassenapp, leent de chat van je online medium zich hier heel goed voor!
Introduceer het rollenspel met de volgende tekst:
"Dit zijn: Sandra, Youssef, Finn en Jazzlyn uit groep ... Ze zijn die dag naar school geweest en komen thuis. Sandra stuurt een appje in de klassenapp ..."
Nu begint het rollenspel. De leerlingen beginnen te acteren. Activeer de leerlingen en moedig ze aan om het helemaal uit te spelen. Als het moeizaam gaat, kun je ervoor kiezen om het nog een keer door vier andere leerlingen te laten spelen, zonder commentaar te geven op de eerste groep. Zorg dat het een echte scène wordt.
Digitaal: geef (in een rap tempo) de vier gekozen leerlingen beurtelings de kans om te reageren. Zo hou je de vaart er in, maak je het spannend en praat er niemand door elkaar.
Omdat dit rollenspel begint met een bericht in de klassenapp, leent de chat van je online medium zich hier heel goed voor!
Slide 4 - Tekstslide
KLASSIKAAL
Bespreek de scène klassikaal na. Vraag eerst de leerlingen in de klas om te reageren. Wat denken ze dat er aan de hand is? Vraag goed door.
Vraag nu de spelers om te vertellen wie ze zijn en waarom ze hun rol op een bepaalde manier speelden. Laat ze de 'Cue-cards' eventueel voorlezen.
Bespreek nu nogmaals met de klas hoe de scène is verlopen. Hoe zou je dit pestgedrag kunnen veranderen of tegen kunnen gaan? Wie zou er actie moeten ondernemen en hoe?
Optioneel: speel de besproken oplossingen in een nieuwe scène uit. Laat het publiek de spelers coachen!