Doel van de lesAan het einde van de les hebben de leerlingen verschillende regels en afspraken besproken en het waaróm ervan. Aan het einde van de les hebben de leerlingen geleerd dat we rekening houden met elkaar en waarom we dit doen, hiermee bouwen we aan de basis van ‘respect voor elkaar en de omgeving’.
Werkvormen- kringgesprek, situatiekaartjes, jezelf verplaatsen in een andere situatie, beredeneren wat de reden achter een regel of afspraak is, reflecteren
Benodigdheden/voorbereiding- Print de bijlage uit. Let op: niet dubbelzijdig! En knip de drie plaatjes van Julia, Mees en Noah op pagina 5 uit.
Bijlagen- Situatiespel _Hetzelfde maar dan anders
Kennis/competenties/vaardighedenBewustwording, zelfbewustzijn, empathie, betrokkenheid, aanpassingsvermogen, leren beredeneren, reflecteren.
LeerdoelenDe leerling oefent met het benoemen en omschrijven van regels en afspraken
De leerling leert waaróm er bepaalde regels en afspraken zijn
De leerling leert dat regels en afspraken er zijn zodat het voor iedereen fijn is
De leerling leert dat we door middel van regels en afspraken zorg dragen voor elkaar en de omgeving
BurgerschapDeze les sluit aan bij de volgende actuele burgerschapskerndoelen:
• Zorgen voor een veilige schoolomgeving met aandacht voor diversiteit en inclusie; (Kerndoel 1. Schoolcultuur)
• Stimuleren van kritische denkvaardigheden, morele en ethische oordeelsvorming en het offline en online respectvol communiceren daarover; (Kerndoel 1. Schoolcultuur)
• In gedrag rekening houden met ervaringen en perspectieven van anderen. (Kerndoel 2. Diversiteit)
• Verkennen op basis van morele en ethische perspectieven wat rechtvaardigheid en verantwoordelijk handelen betekent voor jezelf; (3. Democratische waarden)
• Afwegen hoe het eigen handelen effect heeft op de omgeving en het welzijn van anderen, nu en in de toekomst. (Kerndoel 3. Democratische waarden)
• Benoemen en waarderen van de eigen bijdrage aan de samenleving in dagelijkse situaties; (Kerndoel 4. Maatschappelijke betrokkenheid)
• Verkennen van de eigen mogelijkheden om maatschappelijke betrokkenheid vorm te geven. (Kerndoel 4. Maatschappelijke betrokkenheid)
• Uitdrukken van persoonlijke idealen en opvattingen; (Kerndoel 6. Maatschappelijke vraagstukken)
• Reflecteren op hoe de eigen identiteit en waarden het handelen kunnen beïnvloeden; (Kerndoel 6. Maatschappelijke vraagstukken)
• Verkennen welke individuele en collectieve bijdragen aan oplossingen mogelijk zijn. (Kerndoel 6. Maatschappelijke vraagstukken)