BMI DNA verdieping LMA3 les 1 en 2

1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
Biologie LaboratoriumtechniekMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

2 meter per cel, 37 biljoen cellen, 37.000.000.000.000 (x 2)
https://sciencesamhita.com/dna-as-the-genetic-material/
Alle cellen dezelfde Code. Waarom RNA?

Een gen is het DNA recept voor een eiwit

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Transcriptie (RNA gevormd langs DNA)

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Steviger vast?
A
1
B
2
C
3

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Laagste smeltpunt?
A
1
B
2
C
3

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hebben alle cellen in een organisme dezelfde DNA code?
A
Ja
B
Nee

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Beschrijf wat een gen is

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Staan in alle cellen van een organisme dezelfde genen 'aan'?
A
Ja
B
Nee

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de goede volgorde?
A
RNA -> DNA -> Aminozuren (eiwit)
B
Aminozuren (eiwit) -> RNA -> DNA
C
DNA -> RNA -> Aminozuren (eiwit)
D
DNA -> Aminozuren (eiwit) -> RNA

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

5
1

Slide 18 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat voor een molecuul was dat eigenlijk?
A
Ribose
B
Stikstofbase
C
Fosfaatgroep
D
Deoxyribose

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

5' 
3'

Slide 20 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Uit welke drie componenten bestaat een nucleotide?

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Benoem 3 verschillen tussen DNA en RNA

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verklaar dat een DNA streng met veel G C nucleotiden een hoger smeltpunt heeft.

Slide 27 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

RNA wordt van het 5' naar het 3' einde gelezen door een ribosoom bij eiwitproductie. Leg uit wat deze 5' 3' oriëntatie betekent.

Slide 29 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdstuk 1 vragen die je besproken wil hebben?

Slide 32 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer moet een cel zijn DNA verdubbelen?

Slide 34 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De nieuwe streng wordt van 5' naar 3' aangemaakt.

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom verbruikt de DNA polymerase ATP?

Slide 37 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom moet een cel constant eiwitten aanmaken?

Slide 39 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5'-> 3'

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


A
3' naar 5'
B
5' naar 3'

Slide 43 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel verschillende tRNA's zijn er?
A
61
B
60
C
68
D
64

Slide 45 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke aminozuur volgordes leveren de volgende mRNA codes op?
A. 5’ AUGAUAGGGUGUUGA 3’
B. 5’ GUAUGCACUUUUAA 3’
C. 5’ AUGGAGAAUUAGAGG 3’
D. 3’ AGUUGCGCCACGGUA 5’

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

A. 5’ AUGAUAGGGUGUUGA 3’
B. 5’ GUAUGCACUUUUAA 3’
C. 5’ AUGGAGAAUUAGAGG 3’
D. 3’ AGUUGCGCCACGGUA 5’

Slide 47 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Praktijk

Slide 48 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Feedback

Slide 49 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies