Taal Compleet A2

1 / 63
volgende
Slide 1: Link
NederlandsBeroepsopleiding

In deze les zitten 63 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Link

Herhalen
scheidbare werkwoorden
voltooide tijd
hoofdzinnen en bijzinnen
om ... te 
als-want-omdat - zodat

Slide 2 - Tekstslide

scheidbare werkwoorden

uitleggen


Is hele werkwoord.

Slide 3 - Tekstslide

Wat is het hele werkwoord?
De docent legt de opdracht uit.

Slide 4 - Open vraag

Wat is het hele werkwoord?
Ik maak de tafel schoon.

Slide 5 - Open vraag

Wat is het hele werkwoord?
Ik schrijf de woorden op.

Slide 6 - Open vraag

Schrijf de goede vorm van het werkwoord.
De juf ___ haar jas ___ (ophangen).

Slide 7 - Open vraag

Schrijf de goede vorm van het werkwoord.
Ik ___ de som ___ (uitleggen).

Slide 8 - Open vraag

Schrijf de goede vorm van het werkwoord.
Hoe moet ik dit probleem (oplossen)?

Slide 9 - Open vraag

DE VOLTOOIDE TIJD
Als een werkwoord in de voltooide tijd staat, wil dat zeggen dat de activiteit die het werkwoord uitdrukt vaak al afgelopen is.

Er staat dan een vorm van hebben of zijn bij:
* Wij hebben een mooi liedje gehoord.
* Hij is verliefd geworden.

ZWAKKE WERKWOORDEN: TXKFSCHP (te/ten)

Slide 10 - Tekstslide

DE VOLTOOIDE TIJD
GE- : GEBEURD, niet GEGEBEURD
BE-: BELOOFD, niet GEBELOOFD
VER-: VERTELD, niet GEVERTELD
HER-: HERINNERD, niet GEHERINNERD
ONT-: ONTDEKT, niet GEONTDEKT

gebeverheront (ezelsbruggetje)

Slide 11 - Tekstslide

maken

De leerlingen hebben de opdrachten ...

Slide 12 - Open vraag

verhuizen

Zij is naar Zwolle ....

Slide 13 - Open vraag

leven

De opa heeft lang ....

Slide 14 - Open vraag

werken

Hij heeft hard ....

Slide 15 - Open vraag

horen

Ik heb de vraag niet ...

Slide 16 - Open vraag

reizen

Zij is naar Mexico ....

Slide 17 - Open vraag

Om .... te ..

Slide 18 - Tekstslide

Ik gebruik een mes om ...

Slide 19 - Open vraag

Stijn past zijn telefoon om ...

Slide 20 - Open vraag

Waarom ga je naar school?

Slide 21 - Open vraag

Waarvoor gebruik je het internet?

Slide 22 - Open vraag

wat is dit voor een zin?
hoofdzinnen
en 
bijzinnen

Slide 23 - Tekstslide

Het gaat niet goed met mijn kind, want hij haalt slechte cijfers
A
hoofdzin + bijzin
B
bijzin + hoofdzin
C
hoofdzin + hoofdzin

Slide 24 - Quizvraag

Ik ga niet naar school, omdat ik ziek ben.
A
hoofdzin+ bijzin
B
bijzin+hoofdzin
C
hoofdzin+hoofdzin
D
bijzin+hoofdzin met inversie

Slide 25 - Quizvraag

Als het donker wordt, doe ik de lamp aan.
A
hoofdzin+bijzin
B
bijzin+hoofdzin
C
hoofdzin+hoofdzin
D
bijzin + hoofdzin met inversie

Slide 26 - Quizvraag

Morgen ga ik op vakantie.
A
hoofdzin
B
bijzin
C
hoofdzin met inversie
D
bijzin met inversie

Slide 27 - Quizvraag

Iedere week heb ik dansles.
A
hoofdzin
B
bijzin
C
hoofdzin met inversie
D
bijzin met inversie

Slide 28 - Quizvraag

want - als - omdat- zodat

Slide 29 - Tekstslide

Brahim wil naar Berlijn, .............. zijn familie daar woont.
A
want
B
als
C
omdat
D
zodat

Slide 30 - Quizvraag

Ze dragen vandaag een jas, ...... het koud is.
A
want
B
als
C
omdat
D
zodat

Slide 31 - Quizvraag

Petra wordt boos, ....... haar kind niet luistert.
A
want
B
als
C
omdat
D
zodat

Slide 32 - Quizvraag

Natasja bakt een taart, ........ ze is jarig.
A
want
B
als
C
omdat
D
zodat

Slide 33 - Quizvraag

Wanneer gaat Simon naar school?
A
Als hij vier jaar is.
B
Want hij is vier jaar.
C
Omdat hij vier jaar is.
D
Zodat hij vier jaar is.

Slide 34 - Quizvraag

Waarom kom je niet naar het feest?
A
Als ik moet werken.
B
Want ik moet werken.
C
Omdat ik moet werken.
D
Zodat ik moet werken.

Slide 35 - Quizvraag

Ik ga vroeg naar mijn werk, ........ ik dan niet in de file sta.
A
want
B
als
C
omdat
D
zodat

Slide 36 - Quizvraag

Ik neem mijn medicijnen, ......... ik snel beter word.
A
want
B
als
C
omdat
D
zodat

Slide 37 - Quizvraag

Hij zegt dat .... - Hij vraagt of ...
net als na 'omdat' , 'als' en 'zodat'
staat het werkwoord achteraan.

Slide 38 - Tekstslide

Paul vraagt .... wij volgend jaar weer mee gaan.
A
of
B
dat

Slide 39 - Quizvraag

Sam vraagt .... jullie op vakantie zijn geweest
A
of
B
dat

Slide 40 - Quizvraag

Rik zegt .... hij nog nooit in Frankrijk is geweest.
A
of
B
dat

Slide 41 - Quizvraag

Ik denk ....de toets goed gemaakt heb.
A
of
B
dat

Slide 42 - Quizvraag

Ik vind .... lezen goed is voor kinderen.
A
of
B
dat

Slide 43 - Quizvraag

Ik vind .... alle kinderen moeten sporten.
A
of
B
dat

Slide 44 - Quizvraag

Maak het meervoud
- Je kunt het meervoud meestal maken met -en
een baan - twee banen
- Soms met -s
een sleutel - twee sleutels

Slide 45 - Tekstslide

- Na een klinker (a, i, o, u of y) gebruik je 's
een opa - twee opa's
- na een afkorting gebruik je ook 's
een TV - twee TV's

Slide 46 - Tekstslide

tot slot
Na 2 of meer klinkers schrijf je -s
een cadeau - twee cadeaus

Slide 47 - Tekstslide

Dus:
Baan - Banen  +en
sleutel - sleutels  +s
opa - opa's  + 's
TV - TV's  + 's
ui - uien / ei - eieren / kind - kinderen - cadeau - cadeaus  +s

Slide 48 - Tekstslide

Slide 49 - Link

3.13
Examenopdrachten schrijven:
- Schrijf een briefje of een e-mail
- Vul het formulier in
- Schrijf een tekst over jezelf

Slide 50 - Tekstslide

109 - 110 - 111- 112
bespreek samen
vraag om het werkblad 'formulier invullen'

Slide 51 - Tekstslide

Hoe vier jij Sinterklaas?
Op 5 december krijgen mijn kinderen cadeautjes.
Ik vier Sinterklaas niet.
Mijn kind(eren) viert/vieren Sinterklaas alleen op school.
Ik vier Sinterklaas met mijn hele familie.

Slide 52 - Poll

ONA vrijstelling?
Gewerkt?
Hebt u het afgelopen jaar gewerkt? Dan kunt u misschien een vrijstelling krijgen voor het examen Oriëntatie op de Nederlandse Arbeidsmarkt (ONA). U hoeft dan het examen ONA niet meer te doen.
Voorwaarden:
U werkte in loondienst en
u hebt in de afgelopen 12 maanden minstens 6 maanden gewerkt en
u werkte minstens 48 uur per maand.
Vrijstelling ONA aanvragen omdat u hebt gewerkt
Vraag de vrijstelling aan in Mijn Inburgering.
DUO beslist of u vrijstelling krijgt. U krijgt binnen 8 weken bericht.

Slide 53 - Tekstslide

Voorwaarden
U werkte in loondienst en
u hebt in de afgelopen 12 maanden minstens 6 maanden gewerkt en
u werkte minstens 48 uur per maand.


Slide 54 - Tekstslide

Hoe?
Vraag de vrijstelling aan in Mijn Inburgering.
DUO beslist of u vrijstelling krijgt. U krijgt binnen 8 weken bericht.
https://www.inburgeren.nl/minder-of-geen-examens/in-nederland-gewerkt.jsp


Slide 55 - Tekstslide

Slide 56 - Link

5

Slide 57 - Video

00:35
Over welke drie onderwerpen gaat dit journaal?
A
waarom is roken ongezond
B
Maatregelen tegen roken
C
scholen in Oekraïne krijgen bloembollen uit Nederland
D
Warme kamers

Slide 58 - Quizvraag

02:37
Waarom is 'vapen' verslavend en ongezond?
A
Er zit een smaakje aan, dat is ongezond.
B
Er zit nicotine in, maar minder dan in een gewone sigaret.
C
Er zit nicotine in, net als in een gewone sigaret.

Slide 59 - Quizvraag

04:00
Vind je de maatregelen een goed idee?

Slide 60 - Open vraag

06:29
Welke stellingen zijn waar?
A
Door de bloembollen hoeven de kinderen even niet aan de oorlog te denken.
B
De bloembollen komen uit Oekraïne.
C
De kinderen kijken uit naar de lente.
D
De bloembollen komen uit Nederland.

Slide 61 - Quizvraag

08:27
Waarom zijn er warme kamers gemaakt?
A
Thuis is het vaak koud.
B
Het is er warm.
C
Het is gezellig
D
Je kunt er koffie en thee krijgen en eten.

Slide 62 - Quizvraag

uit welk werelddeel kom jij?
Europa
Azië
Afrika
Zuid-Amerika
Noord-Amerika
Oceanië

Slide 63 - Poll