BBL LE7 Verpleegkunde Oncologie les 1 2020

Oncologie

BBL LE7 mbo-verpleegkundige, leerjaar 4

2020

1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 36 slides, met tekstslides en 8 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Oncologie

BBL LE7 mbo-verpleegkundige, leerjaar 4

2020

Slide 1 - Tekstslide

Feit of Fabel??
  • Huidkanker is de meest voorkomende soort kanker
  • Een tumor betekent kanker
  • Ongeveer 1 op de 5 mensen krijgt kanker in zijn of haar leven
  • Röntgenstraling kan kanker veroorzaken

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Slide 4 - Tekstslide

Kanker aan de spijsverteringsorganen (vooral dikkedarmkanker) was in 2017 de meest voorkomende vorm van kanker in Nederland met ruim 23.000 nieuwe gevallen (21% van de totale incidentie). gevolgd door huidkanker (16.000; 15%) en borstkanker (15.000; 13,5% van de totale incidentie aan kanker in Nederland). 

Slide 5 - Tekstslide

5 jaars overleving gestegen

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Tumor
  1. Benigne = goedaardig
  2. Maligne = kwaadaardig (carcinoom/sarcoom)


Opdracht 1: Wat hoort waar bij Benigne/Maligne?

Slide 8 - Tekstslide

Benigne

  • cellen tumor lijken op weefsel waaruit het is ontstaan
  • langzame groei
  • houden zich aan anatomische grenzen
  • meestal gemakkelijk te verwijderen
  • zaaien niet uit

Maligne

  • cellen tumor lijken niet meer op weefsel waaruit het is ontstaan
  • groeien vaak snel
  • houden zich niet aan anatomische grenzen
  • moeilijker te verwijderen door onzichtbare uitlopers
  • zaaien vaak uit

Slide 9 - Tekstslide

Oorzaken
  • erfelijkheid
  • leefstijl: roken/alcohol/voeding/bewegen
  • chemische stoffen (asbest/cytostatica)
  • milieuverontreiniging
  • straling
  • chronische ontstekingen

Slide 10 - Tekstslide

Wat zijn de meest voorkomende plaatsen van kanker?
  • huid
  • spijsverteringsstelsel
  • luchtwegen
  • geslachtsorganen
  • beenmerg

al het weefsel met veel celdeling

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Link

Onderzoeken
  • anamnese/lichamelijk onderzoek
  • bloedonderzoek
  • radiologische onderzoek (röntgen/ct/mri/echo)
  • nuclaire onderzoek (PET scan/botscan)
  • biopt afnemen (PA-diagnose)


Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Negen signalen van kanker
  1. gewichtsverlies, vermoeidheid, slecht uit zien
  2. veranderingen bij plassen
  3. verandering ontlasting
  4. verdikking/knobbel in lichaam
  5. blijvende heesheid of hoest, bloed ophoesten
  6. slikklachten
  7. moedervlekken en huidplekjes die veranderen
  8. een plekje dat schilfert of bobbeltje op de huid
  9. vrouw > ongewoon bloedverlies/afscheiding, man> pijn of verandering zaadballen 

Slide 15 - Tekstslide

TNM systeem

T = Tumor (T1-T4)

N = aan lymfekliermetastasen (N0- N2)

M = metastasen op afstand (M0- M1) 


Dit geeft het stadium van de ziekte aan.


Slide 16 - Tekstslide

Tumor

De T categorie in TNM biedt informatie over de tumor, zoals de grootte en hoe sterk hij is ingegroeid in het orgaan waar hij is ontstaan en of hij zich heeft verspreid naar andere lichaamsweefsels. 


Tx betekent dat er wel een lymfeklier met tumorcellen of een uitzaaiing op afstand is gevonden, maar er is nog geen tumor zichtbaar.


Tis betekent dat de kanker alleen groeit in de meest oppervlakkige weefsellaag.


T1-T4 beschrijft de grootte tumor en de mate van verspreiding naar omringende weefsels. Hoe groter het getal na de T, hoe groter de tumor is.





Slide 17 - Tekstslide

Nodes (lymfeklieren)

De N-categorie beschrijft of dat de kanker zich heeft verspreid naar de lymfeklieren.

Nx betekent dat het niet te beoordelen is of er uitzaaiingen zijn in de lymfeklieren.

N0 betekent dat er geen lymfeklieren zijn aangetast.

N1-N3 beschrijven de uitbreiding van uitzaaiingen naar de regionale lymfeklieren (lymfeklieren die het dichts bij de tumor zitten).




Slide 18 - Tekstslide

Metastasen

De letter M staat voor metastasen of uitzaaiingen en laat zien of de kanker zich naar andere delen van het lichaam heeft verspreid.

MX betekent dat de uitzaaiingen niet kunnen worden gemeten.

M0 betekent dat er geen uitzaaiingen zijn gevonden.

M1 betekent dat de kanker zich heeft verspreid naar andere organen of lichaamsweefsels.





Slide 19 - Tekstslide

Opdracht:  https://www.kanker.nl/algemene-onderwerpen/uitzaaiingen/wat-is/plaats-van-uitzaaiingen

Zet de juiste primaire tumor bij de juiste locatie van de hematogene (via bloedvaten) metastase.


  • primaire tumor = maag/darmen
  • primaire tumor = kleine bekken/lever
  • primaire tumor = longen







Slide 20 - Tekstslide

Opdracht 

Zet de juiste primaire tumor bij de juiste locatie van de hematogene (via bloedvaten) metastase.


  • Metastase: lever > primaire tumor = maag/darmen
  • Metastase: longen > primaire tumor = kleine bekken/lever
  • Metastase: botten/hersenen > primaire tumor = longen







Slide 21 - Tekstslide

Verspreiding via> Metastasen

- lymfebanen (lymfogene metastasen)

- bloedvaten (hematogene metastasen)

- uitzaaien naar vrije buikholte of pleuraholte


TNM https://www.oncoline.nl/index.php?pagina=/richtlijn/item/pagina.php&id=40075&richtlijn_id=1014

Metastase = een uitzaaiing

Secudaire tumor is een tumor ontstaan a.g.v. de behandeling






Slide 22 - Tekstslide

Behandeling
  • Curatief = genezend
  • Palliatief = verlichtend
  • adjuvant = aanvullend op curatief (bestraling na operatie)
  • neo-adjuvant = voorafgaand (aan bijvoorbeeld een operatie)





Slide 23 - Tekstslide

Meest voorkomende behandeling
  • Operatie
  • Chemotherapie (met cytostatica)
  • Radiotherapie (bestraling) in of uitwendig







Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Chemotherapie

  • Behandeling van kanker met cytostatica
  • Cytostatica zijn cel deling remmende en celdodende medicijnen
  • Meestal via infuus, soms via tabletten of subcutaan
  • M.n. snel delende cellen worden getroffen > ook haarcellen, bloedcellen, slijmvliescellen, huidcellen
  • Monotherapie > meest combinatietherapie








Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

Bijwerkingen chemotherapie
  • problemen spijsvertering: misselijkheid/braken/diarree/obstipatie/stomatitis
  • dun of uitvallend haar
  • vermoeidheid
  • beenmergsupressie (tekort bloedcellen en bloedplaatjes)
  • invloed op vruchtbaarheid
  • huidveranderingen


Slide 28 - Tekstslide

Hoofdhuidkoeler tijdens de chemotherapie

Slide 29 - Tekstslide

Verpleegkundige aandachtspunten
  • Pijnbestrijding
  • Ondersteuning bij voeding
  • Zorg voor en na behandelingen
  • Ondersteunen bij gevolgen van de behandelingen zoals:
  • Kleine porties eten/pruik/zachte tandeborstel/prothese
  • Bescherming bij uitscheidingsproducten 
  • Psychische en sociale ondersteuning

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Video

Palliatieve sedatie: Opzettelijk verlagen van het bewustzijn vanwege symptomen die niet onder controle te krijgen zijn in de laatste levensfase
  • levensverwachting minder dan 1 a 2 weken
  • andere mogelijkheden tot verzachting van het lijden zijn uitgesloten
  • wens client en naasten
  • arts neemt op medische gronden het besluit en legt dit vast in dossier
  • Zie verder lessen Verpleegkunde








Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Video

Slide 34 - Video

Slide 35 - Video

Evalueren
  • Begrijp je alles of heb je nog vragen?
  • Hoe was de les?


Volgende week

  • Vervolg kanker specifieke typen



Slide 36 - Tekstslide