Sportleider als lesgever - leereenheid 9 leertheorieën - deel 2

Sportleider als lesgever
Leereenheid 9 leertheorieën - deel 2
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
DidactiekMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Sportleider als lesgever
Leereenheid 9 leertheorieën - deel 2

Slide 1 - Tekstslide

Welke soorten instructievormen kennen we (input)?
A
1. Vertellen 2. Laten zien
B
1. Visueel 2. Auditief 3. Tactiel
C
1. Visueel 2. Laten zien 3. Voordoen 4 . Tactiel
D
1. Visueel 2. Auditief 3. Tactiel 4. Mentaal

Slide 2 - Quizvraag

Gedragsgecentreerde instructie
Doelgecentreerde instructie
Basketbal plaatsen in het zwarte vierkant van de basket.
Kijk tijdens de spreidsprong over de bok naar voren.
Bij de estafette moet je opletten dat je in je eigen baan blijft.
Plaats je been naast de bal tijdens het afwerken op doel.
Je houding is verkeerd bij het raken van de softbal.

Slide 3 - Sleepvraag

Leertheorieën - Persoon
Deelnemer/persoon kan verschillende cognitieve handelingen hebben (MHV-patroon):
1. Motivatie: Hoe groot is de motivatie van de deelnemer
2. Houding: Hoe is de leerhouding, concentratievermogen (max. 20 min)
3. Verwachting: Met welke verwachting begint de deelnemer aan het motorisch leerproces.

Slide 4 - Tekstslide

Lees uit het boek ‘sportleider als lesgever’ leereenheid 9 Leertheorieën -->6. De sporter binnen het motorisch leerproces --> kopje ‘aanpakgedrag’! Daarna pas begrippen invullen!
Handelingstheorie van Pijning

Slide 5 - Woordweb

Handelingstheorie van Pijning
Instructie: net besproken

2 Leerstrategieën:
1. Fouten-analyserende aanpak 
2. Momentaanpak

Didactische werkvormen: 
1. Dialogisch bewegingsonderwijs

Slide 6 - Tekstslide

1. Fouten-analyserende aanpak 
De deelnemer richt zich vooral op eigen motorisch gedrag, hij:
- merkt fouten op!
- Analyseert de fout!
- Trekt conclusies voor de volgende poging

Slide 7 - Tekstslide

2. Moment aanpak
De deelnemer richt zich vooral op het resultaat, hij:
- Merkt fouten niet op!
- Merkt de fout wel op maar analyseert deze fout niet!
- Merkt de fout wel op analyseert deze ook, maar komt niet tot een conclusie voor een volgende poging

Slide 8 - Tekstslide

Vragenderwijs lesgeven
Met de deelnemer in gesprek gaan over het leerresultaat.

Als doel: Bewustwording en creëren van foutenanalyserende werkwijze bij de deelnemer.
Didactische bewegingsonderwijs

Slide 9 - Tekstslide

Noem de 3 ijkpunten van de handelingstheorie van Pijning?

Slide 10 - Open vraag

Feedback
Je vergelijkt de beweging of gedrag met het ideale of gewenste bewegingsuitvoering of gedrag.

Kan over bewegingsverloop gaan of eindresultaat
(intrinsieke feedback en extrinsieke feedback)

Slide 11 - Tekstslide

1

Slide 12 - Video

02:08
Extrinsieke feedback of Intrinsieke feedback?

Slide 13 - Open vraag

Motorische leerfases
1
2
3
4
Verfijningsfase
Oriëntatiefase
Grofmotorische fase
Automatiseringsfase

Slide 14 - Sleepvraag

Oriëntatiefase
Deelnemer krijgt een globale bewegingsvoorstelling.
Voor het eerst ervaren.

Consequenties lesgever:
- veel voor (laten) doen
- veel ervaren en onderzoeken

Slide 15 - Tekstslide

Grofmotorsichefase
Deelnemer komt tot een gedetailleerde bewegingsvoorstelling.
Deelnemer komt tot beheersing van de gehele beweging.

Consequenties lesgever:
- Geef veel positieve feedback
- Geef oefeningen met accenten

Slide 16 - Tekstslide

Verfijningsfase
Deelnemer komt tot een economische en efficiënte bewegingen
De deelnemer beheerst verschillende delen van de beweging 

Consequenties lesgever:
- Geef gedetailleerde aanwijzingen/feedback
- Veel herhalen/oefenen

Slide 17 - Tekstslide

Automatiseringsfase 
Deelnemer kan in verschillende situaties de bewegingen in perfectie uitvoeren (verzwaring).
Kan de bewegingen transferteren naar ander sporten (bewegingsverbindingen) en kan dat koppelen met de andere bewegingen (combinaties). 
Het leerproces wordt gestabiliseerd of wendbaar gemaakt. 

Consequenties lesgever:
- Heel specifiek trainen
- In verschillende omstandigheden trainen en transfers maken naar andere sporten

Slide 18 - Tekstslide

De volgende begrippen horen bij de volgende fase van motorisch leren:

- Geef veel positieve feedback
- Geef oefeningen met accenten
A
Oriëntatiefase
B
Grofmotorischefase
C
Verfijningsfase
D
Automatiseringsfase

Slide 19 - Quizvraag

Door welke externe factoren word rijping beïnvloed?

Slide 20 - Open vraag

Wat is impliciet leren (incidenteel leren)?

Slide 21 - Open vraag

Het eindresultaat is pas op langer termijn zichtbaar.
A
Motorisch
B
Cognitief
C
Sociaal
D
Affectief

Slide 22 - Quizvraag

Bedankt!

Slide 23 - Tekstslide