V.M.T.

V.M.T
Laatste les..... wat hebben we onthouden!
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
MentorlesMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

V.M.T
Laatste les..... wat hebben we onthouden!

Slide 1 - Tekstslide

Wat is dit?
A
Iets wat ik nooit bij me heb.
B
Geen idee, nooit eerder gezien.
C
Een pen
D
Iets ouderwets...

Slide 2 - Quizvraag

Digitaal of Papier kan samen

Slide 3 - Tekstslide

Vergaderen dient een doel. Enkele vergaderdoelen zijn:
1. Informatie verstrekken en/of uitwisselen
2. IdeeΓ«n en meningen uitwisselen
3. Besluiten nemen

Welk doel ontbreekt?
A
De voorzitter aanwijzen
B
Generaliseren
C
De notulist aanwijzen
D
Taken verdelen

Slide 4 - Quizvraag

Klantvriendelijkheid

Slide 5 - Woordweb

Hoe weet je zeker dat jij een klacht correct hebt begrepen?
A
Door actief te luisteren
B
Door begrip te tonen
C
Door te analyseren
D
Door samen te vatten

Slide 6 - Quizvraag

Wanneer doe je het samenvatten goed?
A
Details herhalen
B
De kern van de klacht weergeven
C
Mogelijke oplossing voor de klacht noemen
D
Mogelijke oplossing voor de klacht noemen

Slide 7 - Quizvraag

Public Relations

Waar gaat het om bij Public Relations?
A
Onderhouden van relaties. Omzet vergroten.
B
Omzet vergroten. Bevorderen naamsbekendheid.
C
Bevorderen naamsbekendheid. PR matrix invullen.
D
Onderhouden van relaties. Bevorderen naamsbekendheid.

Slide 8 - Quizvraag

Thema Vrijwilligers

Stelling 1: Ondersteunen is meer op de persoon gericht.
Stelling 2: Begeleiden doe je vooral door een oplossing te bieden.
A
Stelling 1 en 2 zijn WAAR
B
Alleen stelling 1 is WAAR
C
Stelling 1 en 2 zijn NIET WAAR
D
Alleen stelling 2 is WAAR

Slide 9 - Quizvraag

"Kwaliteit als relatief begrip".

Wat wordt daarmee bedoeld?

Relatief in de betekenis dat...
A
te maken heeft met subjectieve persoonsgebonden aspecten
B
de wensen van de consument in de gaten houdt
C
het ergens mee in verhouding staat
D
de kritische consument het uitgangspunt is

Slide 10 - Quizvraag

"Kwaliteit als relatief begrip".

Wat wordt daarmee bedoeld?

Relatief in de betekenis dat...
A
te maken heeft met subjectieve persoonsgebonden aspecten
B
de wensen van de consument in de gaten houdt
C
het ergens mee in verhouding staat
D
de kritische consument het uitgangspunt is

Slide 11 - Quizvraag

Waar staat PDCA model voor?

Slide 12 - Open vraag

Klaar voor de koningsspelen?
πŸ˜’πŸ™πŸ˜πŸ™‚πŸ˜ƒ

Slide 13 - Poll

Slide 14 - Video