In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Werken
5 Als het tegenzit...
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Video
Slide 3 - Video
Wat is de omschrijving van het begrip norm?
Slide 4 - Open vraag
Welk van de volgende is een waarde?
A
Opstaan voor ouderen in de bus
B
Niet discrimineren
C
Niet wildplassen
D
Gelijkheid
Slide 5 - Quizvraag
Welk van de volgende is een wet?
A
Opstaan voor ouderen in de bus
B
Niet discrimineren
C
Niet wildplassen
D
Gelijkheid
Slide 6 - Quizvraag
Hoe heet de man van de piramide met behoeften?
Slide 7 - Open vraag
Premies worden betaald door alle volwassenen
A
Waar
B
Niet waar
Slide 8 - Quizvraag
Wat is de arbowet?
Slide 9 - Open vraag
Geef een nadeel van zwart werken.
Slide 10 - Open vraag
Een chirurg heeft staat hoger op de maatschappelijke ladder dan een huisarts.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 11 - Quizvraag
Welke drie dingen bepalen je maatschappelijke positie?
Slide 12 - Open vraag
Sociale ongelijkheid betekent:
A
Je kunt klimmen op de maatschappelijke ladder
B
Macht, kennis en geld zijn niet gelijk verdeeld over de samenleving.
C
Alle maatschappelijke posities van hoog naar laag
D
Je kunt bewegen, zoals dansen, waardoor je een betere positie hebt.
Slide 13 - Quizvraag
Discriminatie
Discriminatie op de werkvloer kan op verschillende manieren:
Tegen vrouwen (zwanger kunnen worden, parttime willen werken)
Niet-Nederlandse achtergrond (liever een "Nederlander")
Leeftijdsdiscriminatie: je bent te oud, daarmee koppig
Handicap of ziekte (rolstoel bv).
Slide 14 - Tekstslide
Ruzie met je baas
Problemen op werk kun je oplossen met hulp van de vakbond (organisatie die opkomt voor belangen van werknemers).
Vakbonden organiseren stakingen. Ben je lid van de vakbond, dan word je doorbetaald.
Slide 15 - Tekstslide
Ontslag
Ontslag: Er is geen geld of je werk niet goed genoeg gedaan is reden voor ontslag. Werkgever heeft opzegtermijn en je hebt recht op werkeloosheidsuitkering.
Op staande voet ontslagen: Je hebt gestolen, fraude gepleegd of weigert werk. Gelijk werk verlaten en geen recht op uitkering.
Slide 16 - Tekstslide
Ontslag
Oneens met je ontslag? Dan kun je bezwaar maken bij het uWV of naar de rechter gaan.
Slide 17 - Tekstslide
Positieve discriminatie
Mensen voortrekken om balans op de werkvloer beter te krijgen. Vb meer vrouwen aannemen.
Regering wil ook vrouwen aan het werk dus:
Kinderopvangtoeslag: geld om kinderopvang te betalen
Ouderschapsverlof: ouders hebben recht op 1 dag vrij 1 jaar lang.
Slide 18 - Tekstslide
Iemand niet aannemen omdat ze zwanger kan worden is voorbeeld van ... discriminatie:
A
Vrouwen
B
Niet Nederlandse achtergrond
C
Leeftijds
D
Handicap of ziekte
Slide 19 - Quizvraag
Als je onterecht ontslagen wordt kun je:
A
Naar de rechter gaan
B
Naar de vakbond gaan
Slide 20 - Quizvraag
Als je op staande voet ontslagen wordt heb je recht op een uitkering
A
Waar
B
Niet waar
Slide 21 - Quizvraag
De regering doet aan positieve discriminatie
A
Waar
B
Niet waar
Slide 22 - Quizvraag
Een blanke man aannemen is een voorbeeld van positieve discriminatie
A
Waar
B
Niet waar
Slide 23 - Quizvraag
Na deze les ken je/kun je:
Kun je de verschillende vormen van discriminatie op de werkvloer benoemen
Weet je wat je kunt doen als je oneerlijk behandeld wordt op de werkvloer
Ken je het belang van vakbonden.
Weet je het verschil tussen ontslag en op staande voet.
Weet je wat positieve discriminatie is en hoe regering hier aan mee doet.