Woordenschat b1

• NT2
• MBO
• Studiejaar 1

Govert was heel ........ ...... de cursus. Hij vond dat hij veel leerde.

1. depressief met
2. ideaal voor
3. enthousiast over
4. populair met

In ben geboren in Nederland, maar ik ben ..... in Zweden.

Dit is een ..... boek als je nieuwe woorden wil leren.

1. stabiel
2. direct
3. ideaal
4. eenzaam

Als je een bedrijf hebt, moet je veel ..... doen voor de belastingdienst

1. recht
2. administratie
3. manager
4. uitdaging

Het is een goede ..... om elke dag een half uur te wandelen.

1. gewoonte
2. talent
3. karakter
4. milieu

De kok ...... een superlekkere maaltijd ......

1. kwam .... na
2. is ..... nagekomen
3. heeft ..... klaargemaakt
4. maakte ... klaar

Het ... in Nederland bestaat uit veel bossen.

1. landschap
2. woestijn
3. onderdeel
4. ruimte

Ik heb geen vrienden hier. Ik voel me soms ...

1. onafhankelijk
2. gastvrij
3. beleefd
4. eenzaam

In de krant staat een interessant ... met Ronaldo.

1. direct
2. in het openbaar
3. interview
4. de beslissing

Er is veel ... in mijn tuin. Mijn kinderen kunnen er spelen.

1. woestijn
2. ruimte
3. landschap
4. gevangenis

Bij mijn ouders thuis mag iedereen blijven eten. Zij zijn heel ...

1. een rol spelen
2. onafhankelijk
3. gastvrij
4. onderdeel

Computeropdrachten zijn een ... van het huiswerk.

1. onderdeel
2. beslissing
3. ruimte
4. wapen

Ik neem ontslag op mijn werk. Dat is een moeilijke ....

Ik kan geen week zonder mijn huis. Ik krijg dan ......

Ik vind het spannend om in het .... te spreken.

Ik vind een gitaal een heel mooi muziek.....

In de zomer groeit het gras hard. Je moet het gras dan vaak .....

1. plukken
2. maaien
3. zaaien
4. naaien

Autorijden is slecht voor het .....

In een museum mag je de schilderijen niet .....

1. zagen
2. versieren
3. weigeren
4. aanraken

Mijn vader is veertig jaar ..... geweest bij hetzelfde bedrijf.

1. in dienst
2. onder leiding van
3. stap voor stap
4. in verband met