Pedagogiek week 2

Kwaliteitszorg
BBL LE 14 Focus op kwaliteit en vernieuwing
Ondersteunend aan examen 9
B1-K2-W2 Het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Kwaliteitszorg
BBL LE 14 Focus op kwaliteit en vernieuwing
Ondersteunend aan examen 9
B1-K2-W2 Het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bronnen
Professioneel werken voor pedagogisch werk
H17 Kwaliteitszorg 
H18.2. De functie van een protocol 
 Pedagogisch werk 2
H7 onvoorziene omstandigheden
H 22 Deskundigheidsbevordering
GPM 
H 15 Kwaliteit
OA
H 17 Kwaliteitszorg

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelen van deze les
De student:
- Weet wat kwaliteitszorg inhoudt;
- Kent belangrijke thema’s binnen de zorg voor kwaliteit in de kinderopvang en het onderwijs;
-Weet wat een PDCA-cyclus inhoudt en weet het belang van werken middels een PDCA-cyclus binnen een organisatie;
- Bereidt zich voor op examen 9 B1-K2-W2 Werkt aan het bewaken en bevorderen van kwaliteitszorg.





Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een goede school
‘Een goede school’

Als een moeder van een school zegt dat het ‘een goede school’ is, is dat erg plezierig. Maar, het geeft niet zo veel informatie. Wat bedoelt die moeder? Dat haar kind een aardige juf heeft; dat ze het prettig vindt om als ouder mee te kunnen werken bij creatieve middagen; dat de prestaties van de school hoog aangeschreven staan; dat het laatste inspectierapport goed was of dat iedereen in de buurt zegt dat de school goed is? 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Controlerende instanties
Onderwijs:
1. Onderwijsinspectie

Kinderopvang:
1.GGD (Gemeentelijke gezondheidsdienst

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onderwijsinspectie
  • De onderwijsinspectie houdt toezicht op de kwaliteit van het onderwijs in Nederland. Ze kijkt naar individuele scholen en typen onderwijs, zoals het middelbaar beroepsonderwijs.
  • Voor elk onderwijstype heeft de inspectie een zogenoemd toezichtkader. Hierin staan de kwaliteitseisen waaraan het onderwijs en de organisatie moeten voldoen. 
  • De inspectie onderzoekt – op basis van documenten en gegevens – of een school aan de kwaliteitseisen voldoet. Bij een deel van de scholen legt ze inspectiebezoeken af, om de kwaliteit nader te onderzoeken.
  • Wat als de kwaliteit van het onderwijs onder de maat is? Dan neemt de onderwijsinspectie maatregelen. Die kunnen variëren van advies en stimulering tot het bevel een onderwijsinstelling te sluiten.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

GGD
  • Kinderopvangorganisaties en peuterspeelzalen moeten zich houden aan wettelijke kwaliteitseisen die zijn opgesteld. De gemeenten in Nederland zijn verantwoordelijk voor de kwaliteit van de kinderopvang.
  • De Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst (GGD) houdt namens de gemeenten toezicht op de kwaliteit van de kinderdagverblijven, buitenschoolse opvang, voorzieningen voor gastouderopvang en peuterspeelzalen. De GGD controleert of de organisaties voor kinderopvang voldoen aan de wettelijke kwaliteitseisen. De GGD controleert onder meer het pedagogisch beleidsplan van de organisatie. Wat staat daarin? En klopt dat ook met de praktijk? Ook kijkt de GGD of de groepsleidsters bevoegd zijn (de juiste diploma's hebben).

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht onderwijsassistent
   

- Wat, welke zaken/thema’s, maken dat een school goed wordt gevonden?
- Wie vinden dat dan: ouders, kinderen, de directie, het bestuur, de inspectie?
- En, hoe wordt dat dan onderzocht? Waar wordt naar gekeken/welke criteria zijn van belang?  

Tip: gebruik de bronnen of zoek op internet (inspectie van onderwijs)
 
  
Tijd: 10 minuten 

Na 10 minuten klassikale brainstorm
timer
10:00

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht (G)PM
Bespreek in tweetallen en schrijf op:

- Wat, welke zaken/thema’s, maken dat een kinderdagverblijf of BSO goed wordt gevonden?
- Wie vinden dat dan: ouders, kinderen, de directie, toezichthouders, de inspectie, GGD?
- En, hoe wordt dat dan onderzocht? Waar wordt naar gekeken/welke criteria zijn van belang?
Tip: gebruik de bronnen of zoek op internet (Wet kinderopvang/Rijksoverheid)
Tijd: 10 minuten
Na 10 minuten klassikale brainstorm




Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

file:///C:/Users/mk48/Downloads/Schoolverschillen+in+het+primair+onderwijs.pdf
PDCA-Cyclus
  • Een instrument dat helpt bij de systematische kwaliteitszorg is de PDCA-cyclus van William Deming.
    PDCA staat voor: Plan, Do, Check en Act.
  • Plan: in deze fase maak je een plan om een verbeterpunt aan te pakken. Het plan is zo concreet mogelijk, want alleen dan kun je de verbeteringen in een latere fase ook toetsen.
  • Do: je voert nu het plan uit.
  • Check: je evalueert of de verbetering het effect heeft dat je wilt. Zo niet, dan kijk je welke bijstelling nodig is om het wel te laten werken.
  • Act: je voert nu het bijgestelde plan uit.

Het doel van de cyclus is de kwaliteit verhogen, door continu te verbeteren en de verbeteringen te evalueren. Het gaat erom de behaalde kwaliteit te borgen. Deze cyclus kun je toepassen voor de organisatie als geheel, maar ook voor een team, de afdeling en je eigen werk.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld
Ouders en verzorgers die gebruik maken van buitenschoolse opvang De Regenboog hebben een digitale vragenlijst ingevuld. Acht van de dertig ouders maken een opmerking over de chaos: er liggen overal tassen en jassen. Jij bent pedagogisch medewerker bij De Regenboog en je leidinggevende vraagt jou om deze situatie te verbeteren. Je plan is: twee extra kapstokken voor de jassen plaatsen bij de ingang van de bso en twee grote bakken voor de tassen (PLAN). Je regelt de inkoop van twee extra kapstokken en twee grote plastic bakken. Je zorgt dat de klusjesman de kapstokken op de juiste plek hangt en zet de bakken bij de ingang. Je laat de kinderen zien waar ze hun jassen en tassen kunnen ophangen en neerzetten (DO).

Na twee weken zie je dat er nog steeds jassen op de grond liggen en dat er tassen naast de bakken staan. Je ziet bij binnenkomst van de kinderen dat de kapstok te hoog hangt voor de jongste kinderen. Ook zijn de bakken voor tassen snel gevuld. Je stelt je plan bij: een van de kapstokken lager plaatsen en twee extra bakken voor de tassen (CHECK).
Je zorgt dat één kapstok lager komt te hangen en koopt twee extra bakken voor de tassen. Vervolgens start je de cyclus voor weer een ander verbeterpunt (ACT)

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

OA
De Staat van het Onderwijs is het jaarlijkse verslag van de Inspectie van het Onderwijs over wat er goed gaat in het onderwijs en waar verbeterpunten liggen. 

https://www.onderwijsinspectie.nl/documenten/rapporten/2023/05/10/rapport-de-staat-van-het-onderwijs-2023 


Scan het rapport en zoek verbeterpunten die momenteel spelen in het onderwijs. Je mag in tweetallen werken.
De staat van het onderwijs 2023
timer
10:00

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Video

Deze slide heeft geen instructies

(G)PM
Scan het rapport van LKK 2023 (landelijke kwaliteitsmonitor Kinderopvang) en zoek verbeterpunten die momenteel spelen in de kinderopvang. Je mag in tweetallen werken.

https://www.monitorlkk.nl/ 
timer
10:00

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De functie van een protocol
Naast het sturen van eenduidig handelen, heeft een protocol nog meer functies.
Denk aan:

  • wetten vertalen naar gedrag
  • kwaliteitsverbetering
  • naslagwerk
  • hulpmiddel bij instructie.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Praktijkvoorbeeld


Kim krijgt van een ouder de vraag of zij haar dochter om 12.00 een medicijn kan toedienen.
Kim mag dit alleen doen als de moeder een formulier invult waarop zij aangeeft dat ze toestemming geeft dat Kim het betreffende medicijn aan haar dochter geeft. En dat voldoet aan alle voorwaarden die daarop staan.



Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Calamiteitenplannen en protocollen
Elke kinderopvangorganisatie dient een risico-inventarisatie (RIE) uit te voeren op het gebied van gezondheid en veiligheid en deze uit te werken in actieplannen en beleid. In dit gezondheid- en veiligheidsbeleid staan veelal kleine risico’s beschreven en enkele grotere risico’s. Voor grotere risico’s schrijft men daarnaast een calamiteitenplan of protocol.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Calamiteit
Onder calamiteit verstaan we een onverwachte gebeurtenis die omvangrijke schade of letsel veroorzaakt. 
  • Je kunt hierbij denken aan een groot ongeval waarbij één of meerdere kinderen gewond raken, een brand of een indringer. 
  • Om goed te kunnen inspelen op calamiteiten zijn er protocollen en calamiteitenplannen. 
  • Deze plannen en protocollen geven de pedagogisch medewerkers, de leidinggevende en andere betrokkenen handvatten hoe te handelen in het geval van een calamiteit.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Examen 9, editie 2023
Werkproces:  B1-K2-W2 Werkt aan het bewaken en bevorderen van kwaliteitszorg ;
Opdracht
Lees examen 9 door. Bespreek daarna in tweetallen welke onderwerpen je zou kunnen kiezen voor dit examen. Zorg er voor dat je samenwerkt met een student met hetzelfde uitstroomprofiel.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Format
Gebruik bij dit examen het format: verbetervoorstel OA/GPM/PM

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitgebreide informatie te vinden in:
Professioneel werken voor pedagogisch werk
H17 Kwaliteitszorg
H18.2. De functie van een protocol 
 Pedagogisch werk 2
H7 onvoorziene omstandigheden
H 22 Deskundigheidsbevordering
GPM
H 15 Kwaliteit
OA
H 17 Kwaliteitszorg

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zijn de doelen behaald?
De student:
- Weet wat kwaliteitszorg inhoudt;
- Kent belangrijke thema’s binnen de zorg voor kwaliteit in de kinderopvang en het onderwijs;
-Weet wat een PDCA-cyclus inhoudt en weet het belang van werken middels een PDCA-cyclus binnen een organisatie;
- Bereidt zich voor op examen 9 B1-K2-W2 Werkt aan het bewaken en bevorderen van kwaliteitszorg.

Succes met examen 9!

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vat deze les/dit thema in een woord samen:

Slide 30 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies