In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
oefentoets H12
De opmaakkeuze van de vragen is beperkt.
Lading van ionen wordt voorafgegaan door ^
Dus: CO32- wordt CO3^2-
evenwichtspijl bij reactievergelijking: <=>
Slide 1 - Tekstslide
Diwaterstofsulfide is een sterk ruikend giftig gas dat vooral bekend is als de oorzaak van de geur van rotte eieren. Het ontstaat bij de rotting van vele zwavelhoudende organische stoffen, zoals eiwitten.
Noteer de formule van diwaterstofsulfide
Slide 2 - Open vraag
Noteer de protolysereactie(s) van diwaterstofsulfide
Slide 3 - Open vraag
Hoeveel waardig is diwaterstofsulfide? Leg je antwoord uit
Slide 4 - Open vraag
Leg uit of diwaterstofsulfide een sterk- of een zwak zuur is
Slide 5 - Open vraag
Leg uit of diwaterstofsulfide een organisch of een anorganisch zuur is
Slide 6 - Open vraag
In figuur 1 staat de structuurformule van het acetaat-ion. Het is het zuurrest-ion van azijnzuur.
Is het acetaat-ion een zuur of basedeeltje? Leg je antwoord uit
figuur 1
Slide 7 - Open vraag
In figuur 1 staat de structuurformule van het acetaat-ion. Het is het zuurrest-ion van azijnzuur.
Noteer de protolysereactie(s) van het acetaat-ion
figuur 1
Slide 8 - Open vraag
In figuur 1 staat de structuurformule van het acetaat-ion. Het is het zuurrest-ion van azijnzuur
Leg uit of het acetaat-ion een amfolytdeeltje is.
figuur 1
Slide 9 - Open vraag
Salpeterzuur is een eenwaardig sterk zuur. Van een verdunde oplossing wordt de [H3O^+] gemeten: 2,60 · 10^-2 mol/L.
Bereken de pH van deze oplossing. Vermeld ook de formule en berekening.
Slide 10 - Open vraag
Wat kun je zeggen over de pH van beide oplossingen? Licht je keuze duidelijk toe.
introductie vraag
Slide 11 - Open vraag
Calciumhydroxide, Ca(OH)2 is een zout. Wanneer je het zout oplost in water ontstaat er een oplossing met basedeeltjes.
Er wordt 2,00 · 10^-2 mol calciumhydroxide opgelost in een liter water. Noteer de concentratie basedeeltjes in mol/L
Slide 12 - Open vraag
Calciumhydroxide, Ca(OH)2 is een zout. Wanneer je het zout oplost in water ontstaat er een oplossing met basedeeltjes.
Er wordt 2,00 · 10^-2 mol calciumhydroxide opgelost in een liter water. Bereken de pH van de oplossing (gebruik de uitkomst van de vorige vraag)
Slide 13 - Open vraag
Leg uit waarom de twee genoemde oplossingen geschikt zijn om deze onzichtbare tekst eerst zichtbaar en vervolgens weer onzichtbaar te maken. Maak gebruik van gegevens uit Binas-tabel 52A