In deze les zitten 8 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Les 5 communicatie
Gedrag
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Wat gaan we doen?
- Leren bewust worden van gedrag
- Begrijpen hoe gedrag anderen kan beinvloeden
- Ontwikkelen hoe je bewust omgaat met je gedrag in verschillende situaties
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Wat is gedrag?
Slide 3 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
Gedrag is...
Beschrijf ene moment waarin je gedrag positief of negatief invloed had op iemand anders. Dit kan op school zij, met vrienden of familie.
Slide 4 - Tekstslide
Interne factoren
Externe factoren
Gedragspatronen
Bewust en onbewust gedrag
Invloed op anderen
Slide 5 - Video
Deze slide heeft geen instructies
Bewustwording van gedrag
Slide 6 - Tekstslide
Intern - exterm
Emoties, stress of sociale verwachtingen
Bewust - onbewust
Routine/gewoontes bewust zijn in stuatie
Zelfreflectie
Reflecteren waarom je iets doet
Invloed op anderen
Positief of negatief, bewustwording helpt om te begrijpen hoe je actie anderen beinvloed
Proces:
observeren - bewust kijken naar emoties
analyseren - wat speelt een rol?
aanpassen - nieuwe gedragstrategie
consistentie - volhouden en kleine stappen
Voordelen:
- betere realtie
- persoonlijke groei
- minder stress
Slide 7 - Video
Groepsdruk: druk of dwang die een peergroup bewust of onbewust uitoefent op een bepaald persoon of kleinere groep om het gedrag te veranderen, zodat het overeenkomt met het gedrag van die peergroup. Normen spelen een belangrijke rol. Groepsdruk kan makkelijk ontstaan omdat individuen van nature een innerlijke motivatie hebben om bij een groep te horen.
Positieve groepsdruk: je houdt eigenlijk niet van sporten, maar gaat toch sporten omdat je vrienden het doen en leuke verhalen vertellen. Bijv ook met gezonder eten, minder roken, beter je best doen met studeren, positieve invloed vanuit de groep. Groepdruk waar je zelf beter van wordt.
Negatieve groepsdruk: je doet dingen waar je zelf niet bepaald beter van wordt, dingen die je eigenlijk helemaal niet wilt doen of waar je niet achter staat. Toch doe je het omdat anders het gevoel hebt dat je er niet bij hoort. Bijv: starten met roken, experimenteren met drugs, stelen, spijbelen etc.
Groepsdenken: een psychosociaal fenomeen, waarbij een groep (met op zich zeer bekwame personen) zodanig wordt beinvloed door groepsprocessen, dat de kwaliteit van groepsbesluiten vermindert. Het komt vooral voort uit een verlangen naar consensus. Ipv er bezwaar tegen te maken en t gevoel van groepssolidariteit te verliezen, kunnen leden zwijgen om hun steun verlenen.
Bij groepsdenken conformeren leden van de groep zich aan wat volgens hen ieder de consensus van de groep is
Omstandigheden die groepsdenken bevorderen :
Dominante leider
Sterke cohesie in de groep; geen afwijkende meningen
Gebrek aan normen waarin een zorgvuldige procedure is vastgelegd om bewijsmateriaal te verzamelen en beoordelen
Homogeniteit van sociale achtergrond en ideologie van de leden
Sterke druk als gevolg van externe dreiging, met weinig hoop op betere oplossing dan die van de groepsleider
Groepsdenken:
Maken
Thiememeulenhoff
Boek: communicatie en begeleiden
Module 3 begeleiden in de zorg
Hoofdstuk 2 begeleiden van de individuele zorgvrager