Hartminuutvolume en pompkracht van het hart
Het hartminuutvolume is de hoeveelheid bloed die het hart per minuut uitpompt. Bepalend hiervoor zijn de hoeveelheid bloed die het hart per slag uitpompt (slagvolume) en het aantal keren dat het hart samentrekt per minuut (hartfrequentie). In formulevorm: hartminuutvolume = slagvolume x hartfrequentie.
Ook de pompkracht van het hart speelt een rol bij de bloeddruk. Deze factor beïnvloedt alleen de systolische druk. Neemt het hartminuutvolume en/of de pompkracht van het hart toe, dan stijgt de systolische druk en andersom.
Bloedvolume in de slagaders
Hoe meer bloed in de slagaders, des te hoger de bloeddruk. De mate van vocht in de bloedvaten hangt onder andere af van de hoeveelheid wateraantrekkende stoffen in het bloed, zoals zouten, eiwitten en glucose.
De bekendste oorzaak van een bloeddrukstijging is overmatig zoutgebruik: deze factor beïnvloedt zowel de diastolische als de systolische druk. Neemt het bloedvolume in de slagaders toe, dan stijgt de bloeddruk en andersom.
Bij diabetes mellitus kan door een gebrek aan insuline de hoeveelheid glucose in de bloedbaan toenemen (hyperglykemie). Glucose trekt water aan, waardoor meer vocht in de bloedbaan wordt vastgehouden. Het bloedvolume neemt hierdoor toe, waardoor de bloeddruk zal stijgen.
Wijdte en/of elasticiteit van de slagaders
Deze factor beïnvloedt vooral de systolische bloeddruk. Neemt de elasticiteit van de vaatwand af of wordt de slagader nauwer, bijvoorbeeld door slagaderverkalking (atherosclerose), dan neemt de systolische druk toe. Wordt het bloedvat wijder, dan neemt de systolische druk af.
Perifere weerstand
De perifere weerstand is de druk in de arteriolen en de venulen en hangt af van de wijdte van deze bloedvaatjes. Die weerstand beïnvloedt zowel de diastolische als de systolische druk.
Neemt de wijdte van de perifere vaten af (vernauwing), dan neemt de perifere weerstand toe en dus ook de bloeddruk. Neemt, andersom, de wijdte van de perifere vaten toe, dan neemt de perifere weerstand af en daalt de bloeddruk. Staat iemand bijvoorbeeld lang stil in een warme omgeving, dan verwijden de perifere bloedvaten zich, neemt de perifere weerstand af en daalt de bloeddruk. Door de dalende bloeddruk kan iemand flauwvallen.Hartminuutvolume en pompkracht van het hart
Het hartminuutvolume is de hoeveelheid bloed die het hart per minuut uitpompt. Bepalend hiervoor zijn de hoeveelheid bloed die het hart per slag uitpompt (slagvolume) en het aantal keren dat het hart samentrekt per minuut (hartfrequentie). In formulevorm: hartminuutvolume = slagvolume x hartfrequentie.
Ook de pompkracht van het hart speelt een rol bij de bloeddruk. Deze factor beïnvloedt alleen de systolische druk. Neemt het hartminuutvolume en/of de pompkracht van het hart toe, dan stijgt de systolische druk en andersom.
Bloedvolume in de slagaders
Hoe meer bloed in de slagaders, des te hoger de bloeddruk. De mate van vocht in de bloedvaten hangt onder andere af van de hoeveelheid wateraantrekkende stoffen in het bloed, zoals zouten, eiwitten en glucose.
De bekendste oorzaak van een bloeddrukstijging is overmatig zoutgebruik: deze factor beïnvloedt zowel de diastolische als de systolische druk. Neemt het bloedvolume in de slagaders toe, dan stijgt de bloeddruk en andersom.
Bij diabetes mellitus kan door een gebrek aan insuline de hoeveelheid glucose in de bloedbaan toenemen (hyperglykemie). Glucose trekt water aan, waardoor meer vocht in de bloedbaan wordt vastgehouden. Het bloedvolume neemt hierdoor toe, waardoor de bloeddruk zal stijgen.
Wijdte en/of elasticiteit van de slagaders
Deze factor beïnvloedt vooral de systolische bloeddruk. Neemt de elasticiteit van de vaatwand af of wordt de slagader nauwer, bijvoorbeeld door slagaderverkalking (atherosclerose), dan neemt de systolische druk toe. Wordt het bloedvat wijder, dan neemt de systolische druk af.
Perifere weerstand
De perifere weerstand is de druk in de arteriolen en de venulen en hangt af van de wijdte van deze bloedvaatjes. Die weerstand beïnvloedt zowel de diastolische als de systolische druk.
Neemt de wijdte van de perifere vaten af (vernauwing), dan neemt de perifere weerstand toe en dus ook de bloeddruk. Neemt, andersom, de wijdte van de perifere vaten toe, dan neemt de perifere weerstand af en daalt de bloeddruk. Staat iemand bijvoorbeeld lang stil in een warme omgeving, dan verwijden de perifere bloedvaten zich, neemt de perifere weerstand af en daalt de bloeddruk. Door de dalende bloeddruk kan iemand flauwvallen.