Vraagwoorden

Welke vraagwoorden ken jij?
1 / 18
volgende
Slide 1: Woordweb
NT2Voortgezet speciaal onderwijsLeerroute VL

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Welke vraagwoorden ken jij?

Slide 1 - Woordweb

Zinnen met vraagwoorden
Doel van de les:
Je leert wanneer je welk vraagwoord moet gebruiken

Slide 2 - Tekstslide

Er blijven twee vraagwoorden over!
Wie
Wat
Waar
Hoe
Waarom
Wanneer

Slide 3 - Sleepvraag

De woordvolgorde in een zin
1. Persoon
2. Werkwoord
3. Extra informatie
Hij
fietst
naar school.

Slide 4 - Tekstslide

De woordvolgorde bij een vraagzin
1. Werkwoord
2. Persoon
3. Extra informatie
Fietst
hij
naar school?

Slide 5 - Tekstslide

De woordvolgorde bij een vraagzin met een vraagwoord
1. Vraagwoord
2. Werkwoord
3. 
Persoon
4. Extra informatie
Wanneer
fietst
hij
naar school?

Slide 6 - Tekstslide

Herhaling: De afspraak
Als de vraagzin begint met een vraagwoord, dan is het tweede woord altijd een werkwoord. Daarna de persoon.
1. Vraagwoord
2. Werkwoord
3. 
Persoon
4. Extra informatie
Wanneer
fietst
hij
naar school?
Waar
koop
jij
kleding?

Slide 7 - Tekstslide

Wie is de docent?
A
de tafel
B
de jas
C
Nancy
D
de school

Slide 8 - Quizvraag

Wat koopt hij?
A
een appel
B
het kind
C
de cursisten
D
de broer

Slide 9 - Quizvraag

Waar kom jij vandaan?
A
om acht uur
B
uit Nederland
C
vanmiddag
D
morgen

Slide 10 - Quizvraag

Hoeveel boeken heb jij?
A
morgen
B
de stoel
C
om twaalf uur
D
drie

Slide 11 - Quizvraag

Wanneer ga jij naar school?
A
in de pauze
B
buiten
C
op woensdag en vrijdag
D
in Dordrecht

Slide 12 - Quizvraag

Ik ga woensdag en donderdag naar school.
Maak een vraag bij het antwoord.

Slide 13 - Open vraag

Vijf cursisten zitten in de klas.
Maak een vraag bij het antwoord.

Slide 14 - Open vraag

Ik eet vanmiddag rijst met kip.
Maak een vraag bij het antwoord.

Slide 15 - Open vraag

Rosa spreekt Nederlands.
Maak een vraag bij het antwoord.

Slide 16 - Open vraag

Welke vraagwoorden heb je geleerd vandaag?

Slide 17 - Open vraag

Opdracht
Ga naar de Classroom.
Ga naar het kopje ''Grammatica''.
Maak de opdracht over ''Vraagwoorden''

Succes!

Klaar? Werk verder in Klare Taal.

Slide 18 - Tekstslide