Het hart & de bloedvaten (LB)

het hart.
Het hart & de bloedvaten 
1 / 58
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, t, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 58 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

het hart.
Het hart & de bloedvaten 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Aan het einde van de les:
  • Kun je de verschillende onderdelen van het hart benoemen.
  • Kun je de functie en de werking van het hart uitleggen.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hart en bloedvaten

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Het hart
Het hart ligt in de borstholte achter het borstbeen, tussen beide longen in.
Het hart is een holle spier, waarin zich bloed bevindt

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Boezems en kamers
  • Het hart is van binnen in vier holtes verdeeld
  • Twee boezems  (atrium) en twee kamers (ventrikels)
  • De boezems liggen boven de kamers.
  • De linkerboezem staat in verbinding met de linkerkamer
  • Tussen de linkerboezem en de linkerkamer bevindt zich de zogenaamde twee slippige klep
  • De rechterboezem staat in verbinding met de rechterkamer
  • Hiertussen bevindt zich de drieslippige klep.
  • De hartkleppen bestaan uit plooien die ervoor zorgen dat het bloed maar in één richting kan worden gepompt, dus van de boezem naar de hartkamer.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De linker en de rechterkant van het hart zijn door een tussenschot (septum) volledig gescheiden van elkaar, waardoor er geen bloed van links naar rechts kan stromen.

 


Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenknijpen van het hart
In de rechterboezem bevindt zich een knoop die elektrische prikkels aan de hartspier afgeeft, de sinusknoop. Hierdoor knijpt de hartspier samen ongeveer 72 keer per minuut.
 Vanuit de hersenen lopen er twee zenuwtakken naar de sinusknoop. Deze zenuwen beïnvloeden de hartslag (sneller of juist langzamer kloppen). 
De hartslag is automatisch geregeld, dit kunnen we niet zelf veranderen. 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Lagen van het hart
De hartwand is opgebouwd uit drie lagen: 
  1. het endocard (binnenstelaag ook wel hartvlies genoemd) 
  2. het myocard (de spierlaag van het hart), 
  3. het epicard (buitenste laag)  met het hartzakje. 

Slide 10 - Tekstslide

endocard: hier komt het bloed in het hart langs op
Myocard: spierlaag aan de linkerkant van het hart is dit dikker ivm dat via deze kant het bloed door het hele lichaam gaat
pericard (hartvlies) dubbel laagje met daartussen vocht dat ervoor zorgt dat  tijdens de pompbewegingen de vliezen gemakkelijker over elkaar schuiven.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het hart aan de binnenkant

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zuurstof in je hart
In je linker boezem komt de longader uit
Deze zorgt dat het zuurstofrijke bloed vanuit de longen in je hart komt. 

In je linker kamer zit de aorta, de grote lichaamsslagader.
Deze zorgt ervoor dat het bloed (zuurstofrijk) door het hele lichaam gepompt wordt.
Tussen de kamer en de aorta zit een klep de aortaklep


Slide 13 - Tekstslide

longader is de enige ader die zuurstof vervoert

aortaklep zorgt ervoor dat het bloed niet terug kan stromen van de aorta naar de linkerkamer
Zuurstofarm bloed
Via de aorta is het bloed het lichaam in gepompt. Dan komt het weer (zuurstofarm) terug naar je hart (via de bovenste en onderste holle aders). Deze komen uit in de rechter boezem. Vanuit daar naar de rechterkamer naar de longslagader. 
De longslagader gaat naar de longen, geeft koolzuur af en neemt zuurstof op. Dit zuurstofrijke bloed stroomt vervolgens via je longader terug naar de linkerkamer van het hart.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het hart aan de buitenkant 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Kransslagaders
Kransslagaders:
  • Elke spier heeft zuurstof en voedingsstoffen nodig
  • De hartspier ontvangt deze via de kransslagaders
  • Ontspringen uit de aorta

Kransaders:
  • Via de kransaders wordt het
    bloed teruggevoerd naar de rechterboezem.  

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar ligt je hart
A
Borstholte
B
Buikholte

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat scheidt de linker- en rechter harthelft?
A
Hartvlies
B
Septum
C
Hart wand
D
Sinusknoop

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

4. Sleep de onderdelen naar het hart!
Rechterboezem
Rechterkamer
Linker
boezem
Linkerkamer

Slide 20 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar zitten de hartkleppen?
A
Tussen de linker - en de rechterhelft van het hart
B
Tussen het hart en de aorta en longslagader
C
Tussen de boezems en kamers in het hart
D
In de aders die naar het hart toelopen

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar liggen de kransslagaders?
A
In je hoofd
B
In je longen
C
Om je hart
D
In je benen

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de functie van het hart
A
Bloed rondpompen
B
zuurstof door het lichaam pompen
C
koolstofdioxide door het lichaam pompen
D
Bloed en zuurstof door het lichaam pompen

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel kamers heeft het hart?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat gebeurd er met iemand als het proces in de afbeelding plaatsvindt in de kransslagader?
A
Dan krijg je een herseninfarct
B
Dan krijg je een hartinfarct
C
Dan krijg je bloedvergiftiging
D
Dan krijg je diarree

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De kransslagaders zijn
:
A
Aftakkingen van de aorta
B
Aftakkingen van het hart
C
Aftakkingen van de longader
D
Aftakkingen van de longslagader

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zijn de leerdoelen behaald?
Aan het einde van de les:
Kun je de verschillende onderdelen van het hart benoemen.
Kun je de functie en de werking van het hart uitleggen.

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De bloedvaten

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het eind van de les:
  •  Kun je aangeven wat het verschil is tussen aders, slagaders en haarvaten.

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De bloedvaten
3 soorten:
Slagaders (arterie)
Aders (vene)
Haarvaten (capillairen)

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een slagader...
A
Vervoert bloed van organen naar het hart
B
Vervoert bloed van het hart naar organen
C
Vervoert altijd zuurstofrijk bloed
D
Vervoert altijd zuurstofarm bloed

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de grootste slagader?
A
De leverslagader
B
De aorta
C
De halsslagader
D
De longslagader

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kenmerken van de slagaders zijn:
A
hoge bloeddruk, dunne wanden, bevinden zich diep in het lichaam
B
hoge bloeddruk, dikke wanden, bevinden zich diep in het lichaam
C
lage bloeddruk, dunne wanden, bevinden zich aan de oppervlakte
D
lage bloeddruk, dikke wanden, bevinden zich aan de oppervlakte

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slagaders

Bloed stroomt weg van het hart

Bloed stroomt naar organen toe

Bloed is zuurstofrijk (behalve de longslagader)

Wanden zijn dik en elastisch

Veel kracht > bloeddruk is hoog

Liggen diep in het lichaam.




Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aders
  • zijn de bloedvaten die het bloed terug naar het hart vervoeren
  • zijn zuurstofarm
  • druk in de ader is laag
  • er zitten kleppen in de aderen die ervoor zorgen dat het bloed niet terug kan stromen  

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In de aders...
A
Stroomt zuurstofrijk bloed van het hart weg
B
Stroomt zuurstofarm bloed van het hart weg
C
Stroomt zuurstofrijk bloed naar het hart toe
D
Stroomt zuurstofarm bloed naar het hart toe

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De meeste aders zijn
A
Zuurstofrijk
B
Zuurstofarm

Slide 39 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kenmerken van de aders zijn:
A
hoge bloeddruk, dunne wanden, bevinden zich diep in het lichaam
B
hoge bloeddruk, dikke wanden, bevinden zich diep in het lichaam
C
lage bloeddruk, dunne wanden, bevinden zich aan de oppervlakte
D
lage bloeddruk, dikke wanden, bevinden zich aan de oppervlakte

Slide 40 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verschil tussen een ader en een slagader?
A
De stroom richting van het bloed.
B
De kleur van het bloed.
C
De concentratie zuurstof in het bloed.
D
Concentratie koolstof dioxide in het bloed.

Slide 41 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Haarvaten
  • allerkleinste bloedvaatjes die we hebben
  • zijn alleen onder de microscoop te zien
  • liggen vlakbij iedere levende cel
  • grootste lengte van het vaatsysteem 

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slagader
Ader
Haarvat

Slide 45 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ader
Haarvat
Slagader

Slide 46 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Grote bloedsomloop
De grote bloedsomloop verspreidt het zuurstofrijke bloed naar de rest van je lichaam. Je linkerhartkamer pompt het bloed in je grote lichaamsslagader, ook wel aorta genoemd. De aorta heeft allerlei vertakkingen waardoor het bloed overal in je lichaam kan komen. Van je hersenen tot in je tenen. Jouw bloed is in feite een soort rivier: het brengt zuurstof en voedingsstoffen naar de organen en haalt afvalstoffen op.
Het zuurstofarme bloed stroomt via de aders terug naar het hart en daar begint het proces in dezelfde volgorde, opnieuw. 

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kleine bloedsomloop
De kleine bloedsomloop voegt zuurstof toe aan je bloed. Eerst stroomt het zuurstofarme bloed je hart binnen. Dan stroomt het bloed via de rechterhartkamer en de longslagader naar je longen. Daar geeft je bloed koolzuur af en neemt het zuurstof op. Dit zuurstofrijke bloed stroomt vervolgens via je longader terug naar de linkerkamer van het hart.

Slide 48 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 49 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 50 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel behaald?
Kun je aangeven wat het verschil is tussen aders, slagaders en haarvaten.

Slide 51 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noemen we het als een kransslagader in het hart
verstopt raakt?
A
hartbloeding
B
hartfalen
C
hartinfarct
D
hartkramp

Slide 52 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kan bij aderverkalking in een kransslagader een hartinfarct ontstaan?
A
Ja
B
Nee

Slide 53 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat doen de kransslagaders?
A
brengen bloed naar de longen
B
brengen bloed naar de aders
C
brengen bloed naar de hartkamers
D
brengen bloed naar de hartspier

Slide 54 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoevaak gaat het bloed door het hart?
A
1x
B
2x
C
3x
D
4x

Slide 55 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat moet je niet doen voor de goede werking van je hart?
A
heel veel bewegen
B
veel vet eten
C
weinig bewegen
D
weinig bewegen en vet eten

Slide 56 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slagader
Ader
Naar het hart toe
Van het hart af
Dikke gespierde wand
Dunne slappe wand
Kleppen over de gehele lengte
Bloed stroomt snel
Bloed stroomt langzaam

Slide 57 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen behaald?
Aan het einde van de les:
Kun je de verschillende onderdelen van het hart benoemen.
Kun je de functie en de werking van het hart uitleggen.
Kun je aangeven wat het verschil is tussen aders, slagaders en haarvaten.

Slide 58 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies