Hoe gaat het? π
wat heb je gedaan in de vakantie?π ππ©π°
Hoe oud ben je? 2οΈβ£7οΈβ£
Waar kom je vandaan? π³π±
Heb je een broer? 1οΈβ£
Heb je een zus? 1οΈβ£
Welk eten vind je lekker? π₯ͺπ₯π±
Wat zijn je hobby's? π©°ππΌ ππ»πΆπ
Hoe ga je naar school? π²