Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
Rijn IJssel
Bezoek de website
‹
Terug naar zoeken
Beroepen LOB / NT2
Beroepen
Mijn beroep is docent.
1 / 42
volgende
Slide 1:
Tekstslide
NT2
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1
In deze les zitten
42 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
50 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Beroepen
Mijn beroep is docent.
Slide 1 - Tekstslide
Beroepenspel
Domeinweek werk
Je krijgt een kaartje met een beroep.
Er staan "verboden woorden op". Deze mag je niet noemen.
De klas mag vragen stellen over dit beroep.
Degene die het eerste raad welk beroep jij hebt, mag het kaartje hebben = een punt.
Wie scoort de meeste punten.
Slide 2 - Tekstslide
Beroepen
Slide 3 - Woordweb
babadada.com
Slide 4 - Link
Welk beroep is dit?
A
de kok
B
de schilder
C
de piloot
D
de metselaar
Slide 5 - Quizvraag
Welk beroep is dit?
A
de kok
B
de kapper
C
de bakker
D
de slager
Slide 6 - Quizvraag
Welk beroep is dit?
A
de slager
B
de bakker
C
de kok
D
de schilder
Slide 7 - Quizvraag
Welk beroep is dit?
A
de timmerman
B
de slager
C
de schilder
D
de piloot
Slide 8 - Quizvraag
Welk beroep is dit?
A
de schilder
B
de slager
C
de kok
D
de timmerman
Slide 9 - Quizvraag
Welk beroep is dit?
A
de slager
B
de bakker
C
de timmerman
D
de schilder
Slide 10 - Quizvraag
Welk beroep is dit?
A
de bakker
B
de slager
C
de kok
D
de timmerman
Slide 11 - Quizvraag
Welk beroep is dit?
A
de kok
B
de piloot
C
de metselaar
D
de politieagent
Slide 12 - Quizvraag
Welk beroep is dit?
A
de taxichauffeur
B
de agent
C
de dokter
D
de fotograaf
Slide 13 - Quizvraag
Welk beroep is dit?
A
de taxichauffeur
B
de zieke
C
de kok
D
de fotograaf
Slide 14 - Quizvraag
Welk beroep is dit?
A
de kok
B
de schilder
C
de timmerman
D
de metselaar
Slide 15 - Quizvraag
Wat doet een kok?
A
Hij kookt het eten.
B
Hij eet de lunch op.
C
Hij maakt een huis.
D
Hij vliegt een vliegtuig.
Slide 16 - Quizvraag
Wat doet een piloot?
A
Hij rijdt in een taxi.
B
Hij kookt het eten.
C
Hij vliegt in een vliegtuig.
D
Hij timmert een tafel.
Slide 17 - Quizvraag
Wat doet een kapper?
A
Hij schildert de muur.
B
Hij knipt haren.
C
Hij wast broeken en truien.
D
Hij kookt het eten.
Slide 18 - Quizvraag
Wat doet een slager?
A
Hij verkoopt vlees.
B
Hij verkoopt brood.
C
Hij verkoopt fruit.
D
Hij verkoopt groente.
Slide 19 - Quizvraag
Wat doet een bakker?
A
Hij verkoopt vlees.
B
Hij verkoopt brood.
C
Hij verkoopt fruit.
D
Hij verkoopt groente.
Slide 20 - Quizvraag
Wat doet een schilder?
A
Hij timmert een tafel.
B
Hij maakt een huis.
C
Hij schildert een huis.
D
Hij verkoopt een huis.
Slide 21 - Quizvraag
Wat doet een metselaar?
A
Hij metselt een muur.
B
Hij schildert een muur.
C
Hij metselt het eten.
D
Hij metselt een fiets.
Slide 22 - Quizvraag
Wat doet een fotograaf?
A
Hij maakt foto's.
B
Hij kijkt naar foto's.
C
Hij koopt foto's.
D
Hij hangt foto's aan de muur.
Slide 23 - Quizvraag
Wat doet een taxichauffeur?
A
Hij rijdt in een vliegtuig.
B
Hij rijdt op een fiets.
C
Hij rijdt in een auto.
D
Hij rijdt op een scooter.
Slide 24 - Quizvraag
Wat hoort bij een kok?
A
auto
B
kwast
C
medicijnen
D
eten
Slide 25 - Quizvraag
Wat hoort bij een dokter?
A
auto
B
medicijnen
C
eten
D
kwast
Slide 26 - Quizvraag
Wat hoort bij een kapper?
A
de schaar
B
de fiets
C
de camera
D
de lepel
Slide 27 - Quizvraag
Wat hoort bij een agent?
A
de pet
B
de fiets
C
het paard
D
de auto
Slide 28 - Quizvraag
Wat hoort bij de slager?
A
het vlees
B
het brood
C
de groente
D
het fruit
Slide 29 - Quizvraag
Wat hoort bij de bakker?
A
het vlees
B
het brood
C
de groente
D
het fruit
Slide 30 - Quizvraag
Wat hoort bij de schilder?
A
de lepel
B
de thermometer
C
de kwast
D
de taxi
Slide 31 - Quizvraag
Wat hoort bij de piloot?
A
de taxi
B
de fiets
C
de auto
D
het vliegtuig
Slide 32 - Quizvraag
Wat hoort bij de schoonmaker?
A
de kwast
B
het pistool
C
de dweil
D
de medicijnen
Slide 33 - Quizvraag
Bij wie hoort de dweil?
A
de taxichauffeur
B
de piloot
C
de schoonmaker
D
de agent
Slide 34 - Quizvraag
Bij wie hoort de kwast?
A
De metselaar
B
De schilder
C
De schoonmaker
D
De kapper
Slide 35 - Quizvraag
Bij wie hoort de hamer?
A
de schilder
B
de metselaar
C
de agent
D
de timmerman
Slide 36 - Quizvraag
Bij wie hoort het brood?
A
de kok
B
de slager
C
de bakker
D
de fotograaf
Slide 37 - Quizvraag
Wat is het beroep van je vader?
Slide 38 - Open vraag
Wat is het beroep van je moeder?
Slide 39 - Open vraag
Wat wil jij later worden?
Slide 40 - Open vraag
create.kahoot.it
Slide 41 - Link
create.kahoot.it
Slide 42 - Link