LE B Maag en darmen (spijsvertering)

Maag en dunne darm & Dikke darm en endeldarm

1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
AnatomieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Maag en dunne darm & Dikke darm en endeldarm

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

lesdoelen voor vandaag!
Je kunt

  • de ligging, bouw en functie van de onderdelen van de darmen beschrijven
  • beschrijven hoe de bouwstenen worden opgenomen in de darm

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Maag 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De maag
  • de maag heeft sterke spieren
  • de maag kneedt het voedsel
  • het heeft veel maagplooien, waarin de klieren zitten
  • de klieren maken maagsap als het voedsel eraan komt

Slide 4 - Tekstslide

Maag model laten zien aan iedereen.
Het maagsap
  • de maag heeft veel maagplooien
  • hierin zitten de exocriene klieren
  • het maagsap bestaat uit...

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onderdelen maagsap
  • Maagzuur: activeert pepsine, denatureert proteïne (eiwitten) en doodt bacteriën
  • Denatureren is het proces waarbij een stof of eiwit zijn structuur verliest, waardoor eigenschappen en werking veranderen
  • Pepsine: Maakt eiwitten klein in kleinere ketens en aminozuren 
  • Intrinsieke factor: Is een eiwit wat gaat werken in het ileum om daar Vit n     B12 te absorberen

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De bouw van de maag
  • onder het middenrif ligt de maag (gaster)
  • de maag heeft een extra spierlaag om goed te kneden
  • de maag delen we in vier gebieden in...

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De maag
1 de maagmond (cardia)

  • hier gaat het slijmvlies van de slokdarm over in maagslijmvlies
  • een sluitspier voorkomt dat maaginhoud naar boven gaat

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De maag
2 de maagkoepel (fundus)

  • hier wordt het meeste maagsap gemaakt
  • ingeslikte gassen worden opgeslagen (boeren)

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De maag
3 de maagbodem (antrum)

  • de maagbodem zorgt voor het malen, mixen en kneden van het voedsel
  • hoe meer eiwitten de voeding bevat, hoe langer de maag blijft kneden

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De maag
4 de maagportier (pylorus)

  • dit is een stevige sluitspier
  • deze gaat open om kleine beetjes verteerd voedsel door te laten

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Braken
  • meestal vooraf misselijk
  • de maag trekt sterk samen en duwt inhoud naar de mond
  • rode kleur (verse bloeding)
  • bruinzwart (oude en verteerde bloeding, soms resten ontlasting)
  • reflux is het opgeven van maaginhoud zonder te braken

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

het verteringsproces
  • de mens heeft energie nodig
  • energie krijgen we via voedsel
  • grote voedingsstoffen worden klein gemaakt (verteerd), zodat ze opgenomen kunnen worden in de darmen
  • verteren, opnemen en uitscheiden gebeurt in het spijsverteringsstelsel

Darmen

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De dunne darm
  • de dunne darm is ongeveer 6 meter lang en bestaat uit drie onderdelen
  • de twaalfvingerige darm (duodenum)
  • de nuchtere darm (jejunum)
  • de kronkeldarm (ileum)

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De twaalfvingerige darm
  • na de maag komt ongeveer 25cm darm: de twaalfvingerige darm (duodenum)
  • vanuit de maag komt het zure voedsel in dit deel
  • het heeft zelf geen verteringsklieren; het krijgt verteringssappen van de galblaas en de alvleesklier 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De twaalfvingerige darm
  • gal en alvleessap komen samen in de twaalfvingerige darm
  • een klep (ampul van Vater) doseert de hoeveelheid die bij het voedsel moet komen

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De nuchtere darm
  • als het zuur is opgeheven, komt de brij in de nuchtere darm (jejunum)
  • de nuchtere darm heeft heel veel darmvlokken (villi)
  • al die darmvlokken zorgen voor een enorm groot oppervlak
  • hier vinden twee processen plaats...

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De nuchtere darm
  1. onderin de darmvlok worden enzymen gemaakt die koolhydraten, vetten en eiwitten splitsen in hun bouwstenen
  2. bovenin vindt de opname (resorptievan bouwstenen plaats in de darm

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De nuchtere darm
  • in water oplosbare bouwstenen (glucose en aminozuren) worden opgenomen in het bloed
  • in vet oplosbare bouwstenen (glycerol en vetzuren) worden opgenomen in lymfe en daarna in het bloed

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De kronkeldarm
  • in de kronkeldarm (ileum) worden mineralen en vitamines (B12) opgenomen
  • het maakt ook een hormoon om je honger af te remmen

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De kronkeldarm
  • bouwstoffen die in het bloed komen gaan via de poortader naar de lever
  • de vertering van bruikbare stoffen is nu klaar; wat overblijft zijn onverteerbare resten

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De dikke darm
  • de dikke darm (colon) is ongeveer 1,5 meter lang en ligt als een omgekeerde u in de buikholte
  • de darm is telkens wat ingesnoerd
  • hierdoor lijkt de doorgang driehoekig

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De dikke darm
Delen van de dikke darm zijn
1 blinde darm, met...
2 wormvormig aanhangsel
3 opstijgend deel
4 dwarse deel
5 afdalend deel
6 S-vormig deel
7 endeldarm
8 anus

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De blinde darm
  • voedselresten uit de kronkeldarm komen terecht in de blinde darm (coecum)
  •  het vormt een opvangzak voor de binnengekomen resten
  • hier begint het onttrekken van vocht (indikken van de resten)

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De blinde darm
  • het wormvormig aanhangsel (appendix) is een onderdeel van de blinde darm
  • het is een opslagplaats voor goede bacteriën

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het opstijgend deel
  • het opstijgend deel van de dikke darm loopt richting de lever
  • het onttrekt vocht uit de resten van de voeding

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het dwarse deel
  • het dwarse deel van de dikke darm loopt wat uitgezakt horizontaal van rechts naar links boven in de buikholte
  • hier zitten de meeste darmbacteriën (darmflora)...

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het dwarse deel
  • zij verteren onverteerbare koolhydraten (cellulose vezels, nodig voor de peristaltiek)
  • zij maken vitamine K (nodig voor de bloedstolling)
  • zij beschermen ons tegen schadelijke bacteriën

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het afdalend deel
  • het afdalend deel van de dikke darm loopt richting de onderbuik
  • het onttrekt vocht uit de resten van de voeding

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het S-vormig deel
  • het S-vormig deel van de dikke darm loopt in de onderbuik
  • het onttrekt vocht uit de resten van de voeding
  • het vormt een opslag voor ontlasting (feces)

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De endeldarm
  • de endeldarm (rectum) is het laatste deel van de dikke darm
  • het vormt een opslag voor ontlasting (feces)

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De endeldarm
  • de anus sluit het darmkanaal af
  • dit gebeurt met twee kringspieren; de 1e is  onwillekeurig (inwendig, vast aan de anus), de 2e is willekeurig  (uitwendig, vast aan de bekkenbodem)
  • bij lege darm: inwendig dicht, uitwendig open

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Darmbewegingen
De dikke darm maakt drie soorten bewegingen (peristaltiek)
1 de normale beweging (het traag voortduwen van ontlasting)
2 de segmentbeweging (elk segment kneedt een stukje ontlasting heen en weer)
3 de peristaltiekgolf (na een maaltijd)

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de functies van de maag?:

A
Kneden van voedsel
B
Bacteriën doden
C
Afbreken van vetten en eiwitten
D
Alles goed

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe lang blijft je voedsel ongeveer
in je maag?
A
4 minuten
B
4 kwartier
C
4 uur
D
4 dagen

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar komt het voedsel terecht nadat het de maag verlaat?
A
Colon
B
Oesofagus
C
Duodenum
D
Ileum

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies



De peristaltische bewegingen
vinden plaats in .......
kies het beste antwoord


A
de mond, de dikke darm
B
de darmen, de maag en de slokdarm
C
de maag en de slokdarm
D
de mond en de maag

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

je darmen zijn gladgestreken, zo groot...
A
als een 2-pers. bed
B
als een klaslokaal
C
als een tennisveld
D
als een voetbalveld

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe ziet de dunne darm er van binnen uit?
A
B
C
D

Slide 39 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat wordt er verteerd in de dikke darm?
A
Eiwitten
B
Koolhydraten
C
Vetten
D
Geen vertering meer

Slide 40 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk deel van de dunne darm mondt uit in de dikke darm?
A
Duodenum
B
Jejunum
C
Ileum

Slide 41 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe lang is de dunne darm?
A
3 meter
B
5 meter
C
8 meter
D
6 meter

Slide 42 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de volgorde van de dunne darm?
A
Kronkeldarm, nuchtere darm, twaalfvingerige darm
B
Nuchtere darm, kronkeldarm, twaalfvingerige darm
C
Twaalfvingerige darm, nuchtere darm, kronkeldarm

Slide 43 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vragen 

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies