Oefenen examen Artikel schrijven

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Informatief artikel
 De schrijver probeert in een informatief artikel altijd deze vragen te beantwoorden:
  1. Wat is er gebeurd?
  2. Wie heeft ermee te maken?
  3. Waar is het gebeurd?
  4. Wanneer is het gebeurd?
  5. Waarom is het gebeurd?

Slide 2 - Tekstslide

Structuur informatief artikel
Een informatief artikel bestaat in ieder geval  uit de volgende onderdelen
(meestal in deze  volgorde):
  1. Een titel: zegt kort waar het artikel over gaat
  2. Naam van de schrijver(s): staat vaak onder de titel
  3. Inleiding: korte beschrijving van het onderwerp (belangrjkste informatie uit het artikel)
  4. Middenstuk: alles wat je verder wilt vertellen in het artikel
  5. Conclusie: je vat het artikel nog even samen

Slide 3 - Tekstslide

In de inleiding noem je het onderwerp van het artikel. 


Zo schrijf je een artikel
Daarnaast kun je:
- de aanleiding vertellen (waarom je over het onderwerp schrijft).
- een voorbeeld geven van het onderwerp.
- een kort, grappig verhaaltje (anekdote) vertellen over het onderwerp.
- een vraag of vragen stellen die je in de tekst gaat beantwoorden.

Slide 4 - Tekstslide

In het middenstuk schrijf je over elk deelonderwerp één alinea. 


Zo schrijf je een artikel
Schrijf de belangrijkste informatie 
over het deelonderwerp in de eerste zin. 
Ga op dezelfde regel verder en geef 
in de rest van de alinea voorbeelden 
of uitleg bij het deelonderwerp.
  
Je tekst wordt duidelijker als je in de eerste zin van een alinea 
een signaalwoord gebruikt, zoals ook, ten tweede, bovendien.

Slide 5 - Tekstslide

In het slot kun je:

Zo schrijf je een artikel
- de deelonderwerpen samenvatten.

- vertellen wat er in de toekomst 
waarschijnlijk nog gaat gebeuren (toekomstverwachting). 
- een conclusie trekken.
- een advies geven.
een antwoord geven op de vraag/vragen die je in de inleiding hebt gesteld. 


Je kunt in het slot een signaalwoord gebruiken, zoals dus, kortom, dat betekent.

Slide 6 - Tekstslide

Zo schrijf je een artikel
- Zorg voor een passende titel.
- Schrijf een artikel van minimaal 100 woorden.
- Gebruik een logische volgorde.
- Zorg voor samenhang in de tekst.
- Zorg voor passend taalgebruik.
- Vermeld jouw voor- en achternaam (en klas) onder het artikel.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Lees hierboven het begin van een artikel dat gaat over kindersloten die je op apparatuur kunt bevestigen.

Slide 9 - Tekstslide


Behoort alinea 2 tot 
de inleiding of
het middenstuk?
A
de inleiding
B
het middenstuk

Slide 10 - Quizvraag

Alinea 1 en 2 behoren tot de inleiding
De inleiding trekt de aandacht en leidt het onderwerp in. 
In het middenstuk worden voorbeelden van beveiliging op apparaten genoemd.

Slide 11 - Tekstslide

Bekijk het schrijfplan voor een artikel 
over onderwijsvormen

Slide 12 - Tekstslide


Bekijk de hoofdgedachte. 
Wat is het doel van het artikel?
A
overtuigen
B
informeren

Slide 13 - Quizvraag

De hoofgedachte is een feit en geen mening. 
Het doel is dus informeren.

Slide 14 - Tekstslide


Het slot is geen samenvatting.
Waaraan zie je dat?

Slide 15 - Open vraag

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide