DID LE5 Les 1 Bewegingsvormen

Sl als lesgever
6. Bewegingsvormen
LE5 Les 1
6.1 Bewegingsvormen in het didactisch model
6.2 Het kiezen van bewegingsvormen
6.3 Methodiek
6.4 Bewegingsvormen op het LVF
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
DidactiekMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Sl als lesgever
6. Bewegingsvormen
LE5 Les 1
6.1 Bewegingsvormen in het didactisch model
6.2 Het kiezen van bewegingsvormen
6.3 Methodiek
6.4 Bewegingsvormen op het LVF

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Link

Slide 4 - Tekstslide

Deze leereenheid is:

Slide 5 - Tekstslide

Sleep van rechts naar links!

Tot welke functie behoren onderstaande doelen...?
Ontspanning en recreatie
Maatschappelijke activering
Ontwikkeling techniek / tactiek
Stimulering bewegingsvaardigheden
Groei en en instandhouding van bewegings- vaardigheden, gedrag en individuele ontwikkeling
Ontspannen en recreëren
Ondersteunen bij en activeren tot deelname aan SB-activiteiten
Sporttechnische en -tactische vaardigheden ontwikkelen

Slide 6 - Sleepvraag

Slide 7 - Tekstslide

Koppel de didactische sleutelvraag aan het juiste element van het Model van Van Gelder...
Beginsituatie
Doelstelling
Les / training
Evaluatie
Waar moet ik beginnen?
Wat wil ik bereiken?
Hoe ga ik de les geven?
Heb ik mijn doel bereikt?

Slide 8 - Sleepvraag

Het thema 'bewegingsvormen' valt onder de welke didactische sleutelvraag..?
A
Waar moet ik beginnen?
B
Wat wil ik bereiken?
C
Hoe ga ik de les geven?
D
Heb ik mijn doel bereikt?

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Tekstslide

Bovenstaande oefenvormen staan op volgorde van makkelijk naar moeilijk. Als lesgever vraag jij je af: 
1. Wat kunnen en weten ze wel / niet? (beginsituatie)
2. Wat zouden ze kunnen leren..?
3. Welke bewegingsvorm ga ik gebruiken..?
Accent: afzet omhoog
Accent: afzetten en landen
Accent: coördinatie afzetten en landen
Accent: combi aanloop en afzetrichting
Accent: aanloop en afzet met hoger tempo
Accent: aanloop, afzetrichting met hoger tempo

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

1. Jij schat de veiligheid en de risico's in
2. Te moeilijk kan onveilig zijn (overvragen vergroot de kans op ongevallen)
3. Fysieke veiligheid garanderen...
4. en sociale veiligheid!!!

Slide 13 - Tekstslide

Welke van onderstaande voorbeelden beschrijven 'sociale veiligheid'?
Meerdere antwoorden zijn goed!
A
Stoeivormen bij vechtsporten
B
Vangen bij turnen
C
Overspelen bij voetbal
D
Speerwerpen bij atletiek

Slide 14 - Quizvraag

De bewegingsvormen die je kiest moeten aansluiten bij de kern van de vaardigheid die je wilt aanleren, verbeteren of toepassen.

- eigenheid van het eindspel
- techniek, tactiek en conditie integreren in bewegingsvormen


Tegengestelde belangen?

Slide 15 - Tekstslide

Wat wordt bedoeld met
'de eigenheid van het eindspel'?
A
basketballen in de HEMA
B
shuttles in de korf mikken
C
jongleren met een voetbal
D
Kleine partijvormen bij hockey

Slide 16 - Quizvraag

Wat is het tegengestelde belang bij...
softbal?
A
Passeren & onderscheppen
B
Inblijven & uitmaken
C
Over en weer inplaatsen
D
De scheids is voor of tegen jou

Slide 17 - Quizvraag

1. Aansluiten bij de belevingswereld
2. Afwisselend
3. Timing
4. Veel verschillende vormen? Of kiezen voor een kleine aanpassing?

Slide 18 - Tekstslide

Wat wordt bedoeld met 'er moet voldoende afwisseling in de les zijn'?
A
Verhouding arbeid - rust
B
Basketballen met een tennisbal
C
Verhouding concentratie en ontspanning
D
Zoveel mogelijk verschillende bewegingsvormen

Slide 19 - Quizvraag

1. WU geleidelijke toename intensiteit
2. Kern 1 (leren) matig intensief
3. Kern 2 (toepassen) toenemende intensiteit
4. CD geleidelijke afbouw intensiteit

Slide 20 - Tekstslide

Waarom een matige intensiteit in kern 1 (leren)?
Meerdere antwoorden zijn goed!
A
Omdat partijspelen altijd matig intensief zijn
B
Het einde van de WU is intensief dus kan de intensiteit van kern 1 lager zijn
C
Goede afwisseling arbeid en rust
D
Als ze het al kunnen mogen ze rustiger aan doen

Slide 21 - Quizvraag

Slide 22 - Tekstslide

Welke vorm van differentiatie
wordt hier toegepast?
A
Inhoudelijke differentiatie
B
Organisatorische differentiatie
C
Beide vormen van differentiatie
D
Er wordt niet gedifferentieerd

Slide 23 - Quizvraag

- Jij wilt graag dat ze door jouw lessen iets gaan leren... (wat ze daarvoor nog niet konden)
- Welke weg moet je bewandelen om dit te bereiken...
- In welke volgorde moet je bewegingsvormen aanbieden...

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide