3.4 Voedselrelaties (Peter)

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo g, t, mavo
• Leerjaar 3

3.4 Voedselrelaties 

Kennistest 3.3 

Er volgen nu drie vragen om de voorkennis van de leerling te testen.

Planten:
Vindt verbranding overdag plaats?
Vindt fotosynthese overdag plaats?

1. Verbranding niet, fotosynthese wel.
2. Verbranding wel, fotosynthese niet.
3. Verbranding wel, fotosynthese wel.
4. Verbranding niet, fotosynthese niet.

Welke stof ontstaat of welke stoffen ontstaan bij de fotosynthese?

1. Bij de fotosynthese ontstaat alleen glucose.
2. Bij de fotosynthese ontstaan glucose en koolstofdioxide.
3. Bij de fotosynthese ontstaan glucose en zuurstof.
4. Bij de fotosynthese ontstaan water, koolstofdioxide en glucose.

glucose + zuurstof -> water + koolstofdioxide.
deze reactie is een :

1. geen verbranding
2. onvolledige verbranding
3. volledige verbranding
4. fotosynthese

huidmondjes zorgen voor

1. gaswisseling
2. verdamping
3. mooie bladeren
4. gaswisseling en verdamping

Als een tomaat rijp wordt, welke verandering vindt dan plaats?

1. Zetmeelkorrels worden kleurstofkorrels
2. Bladgroenkorrels worden zetmeelkorrels
3. Kleurstofkorrels worden bladgroenkorrels
4. Bladgroenkorrels worden kleurstofkorrels

Leerdoelen

- je kunt uitleggen waaruit een ecosysteem bestaat

- Je kunt voedselrelaties noteren in een voedselketen en in een voedselweb

- Je kunt een voedselpiramide tekenen en de vorm verklaren

Je kunt uitleggen waardoor er energie verloren gaat uit een voedselketen

Begrippen

Ecosysteem
-Levensgemeenschap -Populatie -Individu

Voedselrelatie-Voedselketen- Schakel- Producent- Consument

Voedselweb- Voedsepiramide- Piramide van aantallen

Piramide van biomassa

Biomassa- Energieverlies

niveaus van de ecologie

- Individu

- Populatie

- Levensgemeenschap

- Ecosysteem

Voedselketen

Producent

Elke voedselketen begint met een producent.
Producenten maken energierijke stoffen voor de andere organismen in de voedselketen.

Pijl

In een voedselketen geef je met pijlen aan in welke richting de voedingssotffen gaan.
De pijl begint bij het organisme dat gegeten wordt, en wijst richting het organisme dat eet.

consument

Pijlen wijzen altijd naar een consument. De consument die planten eet, is een consument van de 1e orde.
Consumenten kunnen ook gegeten worden. Dan wijst de pijl van de consument die gegeten wordt, naar de consument die eet.

Voedselweb

Voedselweb

Een voedselweb is een 'web' van verschillende voedselketens.
In de natuur zijn het ook vaker voedselwebben dan ketens.
Uit een voedswelweb zijn meerdere voedselketens te halen. 

Als je dat moet doen, begin je altijd bij een producent. Vervolgens volg je de pijlen.

Piramide van biomassa

Hoeveelheid energierijke stoffen

De energierijke stoffen per schakel in een voedselketen verschilt steeds. 
Energierijke stoffen kunnen op verschillende manieren voorkomen in een organisme.
Soms liggen energierijke stoffen vast als onverteerbare stof, (hout, of botten).

Een deel van de energie gebruikt het dier zelf.
Een deel van de energie ligt vast in eetbare stoffen van een organisme. Bijvoorbeeld bladeren, spieren of vlees.
Enkel de energie die vastligt in de eetbare stoffen van een organisme kunnen gebruikt worden door een volgende schakel in de keten.

piramide van biomassa

Energieverlies

Verschil tussen de piramides

Deze is altijd piramidevorm!

Huiswerk

M 3.4

opdracht 1 tot en met 19