Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
Rijn IJssel
Bezoek de website
‹
Terug naar zoeken
AGAA C2 week 8 en 9: neuropatische pijn en anesthesie
Leerdoelen (1)
Aan het eind van de les weet je:
Wat de kenmerken zijn van neuropathische pijn;
Hoe neuropathische pijn niet - medicamenteus verlicht kan worden;
Welke medicatie gebruikt kan worden bij neuropathische pijn;
Wat de eigenschappen zijn van de medicijnen, die bij neuropathische pijn gebruikt worden;
1 / 18
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Geneesmiddelkennis Apothekersassistenten
MBO
Studiejaar 1
In deze les zitten
18 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
2 videos
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Leerdoelen (1)
Aan het eind van de les weet je:
Wat de kenmerken zijn van neuropathische pijn;
Hoe neuropathische pijn niet - medicamenteus verlicht kan worden;
Welke medicatie gebruikt kan worden bij neuropathische pijn;
Wat de eigenschappen zijn van de medicijnen, die bij neuropathische pijn gebruikt worden;
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen (2)
Aan het eind van deze les kan je:
Uitleg geven over werking en bijwerkingen van medicijnen, die bij neuropathische pijn gebruikt worden;
Niet medicamenteuze adviezen geven aan mensen met neuropathische pijn;
Medicatiebewakingssignalen afhandelen van medicatie bij neuropathische pijn;
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Video
Bekijk de video en beantwoord daarna de vragen
Slide 4 - Tekstslide
Welke drie geneesmiddelgroepen worden bij de behandeling van neuropathische pijn gebruikt?
Slide 5 - Open vraag
Welke anti epileptica worden in de video genoemd?
A
amitriptyline en gabapentine
B
carbamazepine en pregabaline
C
gabapentine en pregabaline
D
morfine en pregabaline
Slide 6 - Quizvraag
Welk antidepressivum wordt genoemd en waar moet op gelet worden?
Slide 7 - Open vraag
Opiaten kunnen ook gebruikt worden bij neuropathische pijn. Welke problemen komen voor en wat kan je eraan doen?
Slide 8 - Open vraag
bekijk nu de volgende video en beantwoord daarna de vragen
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Video
Welk zenuwvezels zijn betrokken bij het voelen van pijn?
Slide 11 - Open vraag
Vertel kort in eigen woorden waarom je na een verwonding eerst een snel stekende pijn voelt en daarna een zeurende pijn die moeilijk te plaatsen is
Slide 12 - Open vraag
Welke pijnvezels zijn beschadigd bij neuropathische pijnklachten?
Slide 13 - Open vraag
Noem vijf voordelen van lokale verdoving
Slide 14 - Open vraag
Noem vier situaties waarbij lokale verdoving toegepast wordt
Slide 15 - Open vraag
Wat zijn de vier effecten van toegevoegd adrenaline aan lokale verdoving?
Slide 16 - Open vraag
Zet de omschrijving in het goede vakje
intrathecale of spinale anesthesie
epidurale anesthesie
geleidingsanesthesie
infiltratie anesthesie
oppervlakte anesthesie
het lokaal verdovend middel wordt op de huid, tong of in het oog aangebracht en verdooft zo de buitenkant van het weefsel;
verdoving door het lokaal verdovend middel aan de buitenzijde van het ruggenmerg te injecteren
verdoving door het lokaal verdovend middel in het weefsel te spuiten waarna het zich daar verspreidt;
verdoving van het onderlichaam door het lokaal verdovend middel in het ruggenmerg te spuiten
plaatselijke verdoving van de zenuwbanen die de pijnprikkel naar de hersenen geleidt
Slide 17 - Sleepvraag
Welke drie effecten moeten bij algehele narcose optreden?
Slide 18 - Open vraag