In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Introductie
Aan het eind van deze les kun je herkennen en uitleggen waarom en welke relaties er tussen mensen zijn.
Onderdelen in deze les
Relaties
Maatschappijleer
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je herkennen en uitleggen waarom en welke relaties er tussen mensen zijn.
Slide 2 - Tekstslide
Sociale wezens
Sociale wezens hebben contact met anderen nodig.
De mens is een sociaal wezen
Slide 3 - Tekstslide
Persoonlijke relaties
Gebaseerd op gevoelens van vriendschap en/of liefde
Persoonlijke relaties heb je met vrienden, familie of partner
Slide 4 - Tekstslide
Functionele relaties
Gebaseerd op verplichtingen en afspraken
Worden ook wel zakelijke relaties genoemd
Functionele relaties heb je met je baas, je leraar of je trainer
Slide 5 - Tekstslide
Liefde, vriendschap en seks
Bij een liefdesrelatie spelen ook intimiteit en seks een rol.
Op welke manier er over seks wordt gedacht, heet: seksuele moraal.
Opvoeding, geloof, tijd en plaats bepalen de seksuele moraal sterk.
Soms is er sprake van een dubbele moraal: voor jongens en meisjes gelden andere normen als het over seks gaat.
Slide 6 - Tekstslide
Machtsverhoudingen
In functionele relaties zijn er machtsverschillen.
Meestal moet de één de ander gehoorzamen
Ook in persoonlijke relaties zijn er machtsverschillen: je moet bijvoorbeeld naar je ouders luisteren.
Ook kunnen er machtsverschillen ontstaan in een liefdesrelatie, bijvoorbeeld door een groot leeftijdsverschil.
Slide 7 - Tekstslide
Verliefd, verloofd, getrouwd
Het huwelijk wordt gesloten door een trouwambtenaar van de gemeente.
Bij het huwelijk moeten ook (minstens) tweegetuigen aanwezig zijn.
In de wet zijn rechten en plichten vastgelegd, zoals de verplichting elkaar te helpen en te kinderen te verzorgen opvoeden.
Naast het huwelijkscontract kan er gekozen worden voor symbolischehandelingen, zoals: ringen, voor de kerk trouwen enz.
Slide 8 - Tekstslide
Wanneer mag je trouwen?
Je mag niet met iemand anders zijn getrouwd.
Je moet weten dát je trouwt: je mag bijv. niet dronken of stoned zijn.
Je moet 18 jaar of ouder zijn, tenzij er sprake is van een tienerzwangerschap dan mag op 16 of 17 jaar ook (alleen met goedkeuring van de ouders)
Je mag niet trouwen met broer/zus, vader/moeder, opa/oma of eigen kinderen
Slide 9 - Tekstslide
Trouwen...
...in gemeenschap van goederen: alles wat je hebt is gemeenschappelijk bezit
...op huwelijkse voorwaarden: voor je huwelijk wordt door een notaris vastgelegd wat van wie is.
Slide 10 - Tekstslide
Homohuwelijk
Sinds 2001 is het homohuwelijk wettelijk mogelijk in Nederland
Nederland was daarmee het eerste land ter wereld waar mensen van hetzelfde geslacht met elkaar mochten trouwen.
Veel landen volgden, maar het is nog geen vanzelfsprekendheid in een groot deel van de wereld.
Slide 11 - Tekstslide
Scheiden
Veel verschillende redenen om te gaan scheiden.
Huwelijkcontract moet ontbonden worden: hierover moeten afspraken worden gemaakt.
Belangrijkste afspraken moeten worden gemaakt over de kinderen (Ouderschapsplan)
Daarna pas de verdeling van de bezittingen en alimentatie
Slide 12 - Tekstslide
Alimentatie
Kinderalimentatie: betaalt de niet-verzorgende ouder aan de verzorgende ouder tot de kinderen 18 jaar zijn. Daarna (tot 21 jaar) worden afspraken gemaakt, en kunnen kinderen deze alimenatie ontvangen.
Partneralimentatie: de ex-partner met het hoogste inkomen betaalt deze aan de ander.
Van beide soorten alimentatie geldt: hoogte gaat in overleg.
Slide 13 - Tekstslide
Samenwonen of single?
Tegenwoordig leven mensen op verschillende manier samen of alleen.
Bijvoorbeeld omdat je bent geadopteerd of in een pleeggezin woont.
Of...maar door één van je ouders opgevoed (eenoudergezin)