Een zin begint niet altijd met het onderwerp. Waar staat het onderwerp dan? De volgende oefeningen gaan over de plaats van het onderwerp in de hoofdzin.
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2MBOStudiejaar 1
In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Grammatica-zinsvolgorde
Een zin begint niet altijd met het onderwerp. Waar staat het onderwerp dan? De volgende oefeningen gaan over de plaats van het onderwerp in de hoofdzin.
Slide 1 - Tekstslide
Welke zin is goed?
A
Vanavond ik blijf thuis.
B
Vanavond blijf ik thuis.
Slide 2 - Quizvraag
Welke zin is goed?
A
Over een uur gaan we weg.
B
Over een uur we gaan weg.
Slide 3 - Quizvraag
Welke zin is goed?
A
In de auto ik luister graag naar muziek.
B
In de auto luister ik graag naar muziek.
Slide 4 - Quizvraag
A
Straks begint een leuke film op televisie.
B
Straks een leuke film begint op televisie.
Slide 5 - Quizvraag
Welke zin is goed.
A
Morgen hebben jullie een toets.
B
Morgen jullie hebben een toets.
Slide 6 - Quizvraag
Welke zin is goed?
A
's Middags Ghalia eet weinig, 's avonds zij eet veel.
B
's Middags eet Ghalia weinig, s avonds eet zij veel.
Slide 7 - Quizvraag
Welke zin is goed?
A
Toevallig woont Jila bij mij in de straat.
B
Toevallig Jila woont bij mij in de straat.
Slide 8 - Quizvraag
Welke zin is goed?
A
Op school mag je niet roken.
B
Op school je mag niet roken.
Slide 9 - Quizvraag
Wat hoor je? Typ de zin.
Slide 10 - Open vraag
Typ de zin.
Slide 11 - Open vraag
1
2
3
4
Sinds een maand
heb
ik
een fijne flat
Slide 12 - Sleepvraag
1
2
3
4
5
6
In het weekend
heb
ik
tot 10 uur
in mijn bed
gelegen
Slide 13 - Sleepvraag
Maak de zin af. ( typ zelf een zin) Gisteravond..............................