lange en korte klanken, TC2

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Beroepsopleiding

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Meervoud maken
woorden met een lange klank        aa  ee  oo  uu 
Twee dezelfde klinkers en daarna één medeklinker?

Je schrijft 1 klinker in het meervoud
woorden met een korte klank        a  e  i o  u 
Eén klinker en daarna één medeklinker?

Je schrijft 2 medeklinkers in het meervoud

Slide 4 - Tekstslide

Woorden met een lange klank
- Boom, maan, muur, been zijn woorden met een lange klank:
oo, aa, uu, ee

- Heeft het enkelvoud twee dezelfde klinkers met daarna één medeklinker? Dan moet één klinker weg in het meervoud. 

boom-bomen, maan - manen - muur - muren, been - benen 

Slide 5 - Tekstslide

Hoe maak je het meervoud?
- Vaak met - en: armen, voeten, stoelen

Bij woorden met een korte klank:  
- Enkelvoud één klinker en daarna één medeklinker? Je schrijft in het meervoud twee medeklinkers: pennen, bonnen, lessen


Slide 6 - Tekstslide

Let op bij woorden met f en s
Heeft het enkelvoud twee klinkers (ee, ie, ui, oo, aa, oe, uu, au, eu) of een ij? En is de laatste letter van het woord een f?
In het meervoud schrijf je v:
brief - brieven, neef - neven, 
Of is de laatste letter een s? In het meervoud schrijf je z:
prijs - prijzen,  kaas - kazen

Slide 7 - Tekstslide

Eén gum, twee ...
A
gumen
B
gummen
C
gums

Slide 8 - Quizvraag

één schuur, twee ...
A
schuren
B
schuuren
C
schuurs

Slide 9 - Quizvraag

Eén kip, drie ...
A
kips
B
kippen
C
kipen

Slide 10 - Quizvraag

Eén druif, twintig ...
A
druiven
B
druifen
C
druivven

Slide 11 - Quizvraag

Eén doos, drie ...
A
doosen
B
dozen
C
doozen

Slide 12 - Quizvraag

Een klok, twee ...

Slide 13 - Open vraag

Een schaar, twee ...

Slide 14 - Open vraag

Eén lokaal, vijf ...

Slide 15 - Open vraag

Eén huis, twee ...

Slide 16 - Open vraag

Eén brief, zes ...

Slide 17 - Open vraag

Ik vind de regels voor meervoud
A
moeilijk
B
makkelijk

Slide 18 - Quizvraag