4.5 Steden: ruimte en bestuur

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

4.5 Steden: ruimte en bestuur

H4 Stedelijke gebieden

Domein Leefomgeving

Lesdoel

• Welke drie locatievraagstukken spelen in en rondom steden?
• Welke drie vormen van samenwerking zorgen voor stedelijke ontwikkeling?
  

Waarom bezwaar?

Bijvoorbeeld bij het doortrekken van de A18 of de bouw van een shoppingmall buiten Enschede

Stedelijke locatievraagstukken

• Stedelijke distributie
• Voorzieningenniveau
• Verkeersknooppunten

-> Wat zal er spelen bij al deze drie vraagstukken?

Belangen-tegenstellingen

Functies van de stad botsen 

Bijvoorbeeld bij:

• Stedelijke distributie

-> Grootschalige detailhandel vertrekt

Voorzieningenniveau

Stad bezit stedelijke functies waar de bevolking van een groot gebied gebruik van maakt. Hoe hoogwaardiger het voorzieningenniveau, hoe meer bezoekers:

-> Maakt stad aantrekkelijker

-> trekt deze voorziening weg, dan zal dit negatief zijn voor andere voorzieningen

Hoogwaardige voorzieningen: groot verzorgingsgebied, hoge reikwijdte, hoge drempelwaarde.

Voorzieningen

• Verzorgingsgebied: het gebied waaruit een voorziening zijn klanten haalt
  
• Reikwijdte: de afstand die men wilt afleggen voor een voorziening
• Drempelwaarde: het minimale aantal klanten dat een voorziening nodig heeft
  

Ruimtegebrek

Grootschalige detailhandel vestigt zich bij een verkeersknooppunt -> nieuw centrum ontstaat

Waarom negatief?

Waarom positief?

Bestuur

• Publiek-private samenwerking

- Overheid: belang bevolking

- Bedrijfsleven: commercieel belang

• Regionale samenwerking

- Rijk, provincie en gemeenten

• wettelijk (stadsregio's) 
  
• vrijwillig (bestuurlijke netwerken)
  

Waarom nodig?

Stedelijke locatievraagstukken zijn grensoverschrijdend.

-> aantrekken koopkrachtige bewoners is een probleem

Opdrachten

Maak 

Hoofdstuk 4

§ 5

Opdr. 1 t/m 8