AGAA C3 Kennisquiz Week 1 t/m 3

• Geneesmiddelkennis Apothekersassistenten
• MBO
• Studiejaar 1

Een bacterie heeft GEEN celwand

1. Juist
2. Onjuist

Gram-positieve bacteriën kleuren paars bij een gramkleuring.

1. Juist
2. Onjuist

Bactericide antibiotica doden de bacterie

1. Juist
2. Onjuist

Flucloxacilline is een:

1. breedspectrum antibioticum
2. smalspectrum antibioticum

Noem een resistentiemechanisme

Ciprofloxacine heeft een interactie met calcium. Hoe kun je dit oplossen?

1. Stop calcium tijdelijk
2. Kies een ander antibioticum
3. Neem ciprofloxacine ten minste 2 uur voor of 4 uur na calcium in

Noem vier klachten die voor kunnen komen bij een urineweginfectie

Hoeveel vrouwen hebben bij een cystitis, zonder gebruik van antibioticum, na een week geen klachten meer?

1. Meer dan 30%
2. Meer dan 40%
3. Meer dan 50%
4. Meer dan 60%

Wat is het eerste keuze antibioticum bij een gezonde vrouw met een cystitis?

1. Trimethoprim
2. Cotrimoxazol
3. Nitrofurantoïne
4. Fosfomycine

Wat is het eerste keuze antibioticum bij een urineweginfectie met weefselinvasie?

1. Ciprofloxacine
2. Amoxicilline/clavulaanzuur
3. Nitrofurantoïne
4. Trimethoprim

Noem een bijwerking van nitrofurantoïne

Chlamydia wordt veroorzaakt door een

1. bacterie
2. schimmel
3. virus
4. parasiet

Welke van deze soa's wordt veroorzaakt door een parasiet?

1. syfilis
2. herpes genitalis
3. gonorroe
4. trichomonas

Chlamydia wordt als tweede keuze bij vrouwen behandeld met

1. metronidazol 2 gram eenmalig
2. azitromycine 1 gram, eenmalig
3. azitromycine 2 gram, eenmalig
4. ceftriaxon 500 mg i.m., eenmalig

Metronidazol valt onder de geneesmiddelgroep

1. antibiotica
2. antiprotozoica
3. antivirale middelen
4. antimycotica