LE 11 Pijn

Pijn......
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Pijn......

Slide 1 - Tekstslide

Wat versta je onder pijn?

Slide 2 - Woordweb

Pijn schat je in naar aanleiding van de:
A
de objectieve gegevens van de verpleegkundige
B
subjectieve gegevens van patiënt
C
subjectieve gegevens verpleegkundige
D
objectieve gegevens onderzoek

Slide 3 - Quizvraag

Slide 4 - Video

Pijn is.....
  • Wat de cliënt zegt wat het is
  • Wanneer de cliënt zegt dat het is 
  • Een onplezierige sensorische en emotionele ervaring
  • Een waarschuwing 

Slide 5 - Tekstslide

Noem enkele oorzaken van pijn...

Slide 6 - Open vraag

Oorzaken
Beschadiging van het lichaam
Infectie
Tumorgroei
Beknelling
Overbelasting
Vermoeidheid
Spanning en stress

Slide 7 - Tekstslide

Soorten pijn
  • Acute pijn = pijn die plotseling optreedt
  • Chronische pijn  = pijn die langer dan 3 - 6 maanden blijft
  • Nociceptieve pijn = pijn door weefselbeschadiging
  • Doorbraakpijn = pijn die door gegeven medicatie breekt

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Wat doet pijn met iemand?

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Hoe werkt het "ei" van Loeser?
  • Het ei bestaat uit 4 elkaar omvatten cirkels
  • De binnenste cirkel staat voor de reactie van de zintuigen op de pijnprikkel (nociceptie)
  • De tweede cirkel staat voor de gewaarwording van de pijn
  • De derde cirkel staat voor de pijnbeleving
  • De middencirkel staat voor het gedrag dat iemand vertoont

Slide 12 - Tekstslide

Pijngedrag
  • Pijngedrag is cultuur gebonden
  • Mannen en vrouwen gaan anders om met pijn
  • Pijn beïnvloedt ook de omgeving van degenen die lijdt
  • Pijn kan naast een lichamelijke of psychische context ook een cultuurgebonden iets zijn

Slide 13 - Tekstslide

Culturele context van pijn
  • Pijn als passie 
  • Pijn die samenhangt met het vrouwelijke of het mannelijke (in verschillende culturen), 
  • Pijn als expressie van religieuze gevoelens, 
  • Pijn in de sport, 
  • Pijn in of als kunst, 
  • Pijn als onverwachte begeleider van veroudering of ziekte 

Slide 14 - Tekstslide

Hoe meet je pijn?

Slide 15 - Woordweb

Meten is weten! Hoe meet je pijn?
  • Pijn anamnese afnemen
  • VAS score (Visuele Analoge Schaal) 
  • NRS score (Numeric Rating Scale)
  • REPOS score (Rotterdam Elderly Pain Observation Scale)
  • Pijn dagboek bijhouden

Slide 16 - Tekstslide

VAS

Slide 17 - Tekstslide

NRS

Slide 18 - Tekstslide

Wat doe je aan pijn?

Slide 19 - Open vraag

Opbouw van medicamenteuze pijnbestrijding

Slide 20 - Tekstslide

Alternatieven voor medicatie
  • Oefentherapie
  • Praten met psycholoog of gedragstherapeut
  • Complementaire zorg (massage / aromatherapie / mindfullness / meditatie)
  •  Acupunctuur of dry-needling
  • Zenuwblokkade
  • Bestraling
  • Wisselligging
  • Afleiding

Slide 21 - Tekstslide

REPOS
  • REPOS werkt met een instructiekaart waarop 10 gedragingen staan omschreven die als typerend worden gezien voor pijn. 
  • Als begeleider observeer je een persoon 2 minuten en geeft daarna punten voor elke gedraging. 
  • Daarna bekijk je de situatie met een beslisboom.

Slide 22 - Tekstslide

REPOS is geschikt voor.....
  • Dementerende
  • Cliënten met een verstandelijke beperking
  • Anderstaligen
  • Mensen met spraak - taal stoornis
  • Kinderen (inclusief baby's)
  • De palliatieve fase
 

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

10 observatiepunten

Slide 26 - Tekstslide

De beslisboom

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Meer informatie??
www.zorgvoorbeter.nl

www.kennispleingehandicaptensector.nl

www.pallialine.nl 

Slide 29 - Tekstslide

Advies WHO pijnbestrijding


  • Fase 1; niet-opioïden

(paracetamol, diclofenac, ibuprofen)

  • Fase 2; zwakwerkend opioïde geven of
    toevoegen aan
    niet-opioïd preperaat

(paracetamol met codeïne, tramadol)

  • Fase 3; sterk werkend opioïd

(morfine oraal, rectaal of transdermale toediening)

  • Fase 4: parenterale toediening (subcutaan, intraveneus, evt epiduraal)




    
      
        
      
   

   
   
     
       
          Dit wordt getoondin de gedeelde les dieleerlingen zelfstandigkunnen doen.
       
     
   

   
     
       
          Differentiëer
       
     
     

       
         
            Differentiëer
         
         
         

         
            Instellingen
         
       
     
   


   
   
 
   
   
   

   
   
   
     
       
         
       
     
   
 

   
   

   
   
     
       Pijnbestrijding
     
   

   
   
      FarmacologischNiet-farmacologisch
   

   
  
 

 
 
 
   
     
       
       
       
 
   
   
    Slide
 
 
       
       
     
   
 
   
   
   
   
   
   
 
 



Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

niet-medicinale pijnbestrijding


  • Begeleiding
  • Houding en ligging
  • Ademhaling
  • Comfort en rust
  • Warmte en koude
  • Welk kennen jullie nog meer??




    
      
        
      
   

   
   
     
       
          Dit wordt getoondin de gedeelde les dieleerlingen zelfstandigkunnen doen.
       
     
   

   
     
       
          Differentiëer
       
     
     

       
         
            Differentiëer
         
         
         

         
            Instellingen
         
       
     
   


   
   
 
   
   
   

   
   
   
     
       
         
       
     
   
 

   
   

   
   
     
       Pijnbestrijding
     
   

   
   
      FarmacologischNiet-farmacologisch
   

   
  
 

 
 
 
   
     
       
       
       
 
   
   
    Slide
 
 
       
       
     
   
 
   
   
   
   
   
   
 
 



Slide 32 - Tekstslide

Wat is Neuropatische pijn ?
A
Pijn aan hersenen
B
Pijn aan bloedvaten
C
Pijn aan zenuwen
D
Pijn aan klierweefsel

Slide 33 - Quizvraag

Het WHO adviseert 4 fases van pijnbestrijding, onder welke fase valt tramadol?
A
Fase 1
B
Fase 2
C
Fase 3
D
Fase 4

Slide 34 - Quizvraag

Samenvattend


  • Pijn is subjectief en door het brein bepaald. Er spelen vele factoren mee die de pijn beinvloeden, het is complex.
  • De behandeling kan bestaan uit farmaceutische en niet-farmaceutische behandelingen.

    
      
        
      
   

   
   
     
       
          Dit wordt getoondin de gedeelde les dieleerlingen zelfstandigkunnen doen.
       
     
   

   
     
       
          Differentiëer
       
     
     

       
         
            Differentiëer
         
         
         

         
            Instellingen
         
       
     
   


   
   
 
   
   
   

   
   
   
     
       
         
       
     
   
 

   
   

   
   
     
       Pijnbestrijding
     
   

   
   
      FarmacologischNiet-farmacologisch
   

   
  
 

 
 
 
   
     
       
       
       
 
   
   
    Slide
 
 
       
       
     
   
 
   
   
   
   
   
   
 
 



Slide 35 - Tekstslide

Dank dat jullie er waren !!

Slide 36 - Tekstslide