In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 25 min
Onderdelen in deze les
Verzekeren
Zelfverzekerd?
Slide 1 - Tekstslide
Duur: 25 minuten
Leerdoel:
De studenten kunnen het begrip verzekeren uitleggen en weten waar ze op moeten letten.
Verzekeren
Slide 2 - Woordweb
Vraag de studenten waar zij aan denken bij het woord ''verzekeren"
Leg eventueel hier al uit: Het woord zegt het eigenlijk al: ver-zeker-en. Door je te verzekeren verzeker je jezelf ervan dat jij in onverwachte situaties niet voor (alle) kosten opdraait.
Vertel: Soms kom je in een situatie terecht die je niet zag aankomen: een gebroken arm, een botsing met je scooter, of de televisie die bij het verhuizen van een vriend uit je handen valt. Hoe voorkom je dan dat je in een klap heel veel geld kwijt bent hieraan? Geld dat je in de meeste gevallen waarschijnlijk niet zomaar op je rekening hebt staan. Tegen dit soort onverwachte situaties kun je je verzekeren door een verzekering af te sluiten. Een verzekering is dus bedoeld voor risico’s die jezelf financieel niet kunt dragen.
Een verzekering is een product dat je kunt kopen bij een verzekeringsmaatschappij. Een verzekering kun je zien als een afspraak tussen jou en de verzekeringsmaatschappij. De verzekeringsmaatschappij belooft aan jou dat, wanneer jou of jouw eigendommen iets onverwachts overkomt, of als je iets van iemand ander beschadigt, jij dan niet voor (alle) kosten opdraait. Zij betalen dan (een deel van) de onkosten of schade. Zo kom jij dus niet ineens voor onverwachte kosten te staan.
Filmfragment
Slide 3 - Tekstslide
Laat het filmpje zien op volledig scherm.
Extra uitleg:
Leg uit dat verzekeren een sociaal vangnet is dat is opgezet zodat we als samenleving samen de kosten dragen voor schade die:
niet vaak voorkomt per persoon
waarvan de kosten hoog zijn, zodat we onderling de kans delen op onverwacht hoge kosten die je misschien in 1 keer moet betalen.
Dat solidariteitsprincipe is de grondslag van verzekeren en een belangrijke bril om de rest te kunnen begrijpen.
Premie, dekking en polis
Sluit je een verzekering af? Dan betaal je maandelijks een bedrag aan de verzekeringsmaatschappij dat in een pot wordt gestopt. Dit noem je premie.
Je spreekt vooraf af welke schades je allemaal verzekerd wilt hebben.
Dit noemen we dekking.
De verzekeringsmaatschappij maakt daar een contract van. Dit heet polis.
Slide 4 - Tekstslide
Als je je wilt verzekeren sluit je een verzekering af bij een verzekeringsmaatschappij. Dat kost geld. Maandelijks betaal je een bedrag aan de verzekeringsmaatschappij, dat in de ‘pot’ wordt gestopt. Dit noem je premie.
Je moet vooraf hebben afgesproken welke soorten schades je allemaal verzekerd wilt hebben. Wil je bijvoorbeeld je fiets alleen tegen diefstal verzekeren of ook nog tegen een aanrijding met een auto of andere fiets? Daar moet je goed over nadenken, want hoe meer risico’s je verzekerd wilt hebben, hoe meer premie je meestal betaalt.
Als je weet tegen welke risico’s je je wilt verzekeren, dan maakt de verzekeraar daar een contract van. Dat heet de polis. Daar staat in waarvoor je verzekerd bent en waarvoor niet. Als iets verzekerd is, dan noemen we dat de dekking . Als iets niet onder de verzekering valt, is het dus niet gedekt.
Geef een voorbeeld van zaken die vaak niet gedekt zij, zoals schade die door eigen schuld of expres veroorzaakt zijn.
Al deze afspraken staan op een polisblad. Hiermee kunt je laten zien dat je verzekerd bent. De woorden ‘polis’ en ‘polisblad’ worden vaak door elkaar gebruikt. Een polis is een bevestiging van de afspraken tussen jou en de verzekeringsmaatschappij en op een polisblad staat alle informatie over deze afspraken.
Waarom verzekeren?
Een verzekering is bedoeld voor risico's die je niet zelf kunt betalen
Kun je voorbeelden noemen van dit soort risico's?
Slide 5 - Woordweb
Vraag de studenten voorbeelden te noemen van risico's die ze niet zelf kunnen betalen.
Bespreek de antwoorden.
Leg uit:
Het is verstandig om je alleen te verzekeren voor risico’s die je niet zelf kunt dragen. Voor risico’s die je eventueel wel zelf kunt dragen, zoals schade aan je smartphone of je nieuwe laptop, hoef je je niet per se te verzekeren. Je kunt voor dat soort onverwachte situaties ook elke maand een bedrag sparen.
Stel, je hebt je telefoon laten vallen. Gelukkig ben je verzekerd. De reparatie kostte € 250. Dit bedrag declareer je bij je verzekering. Toch krijg je maar € 150 terug van de verzekeringsmaatschappij. Hoe komt dit?
Eigen risico
A
Je hebt je premie niet op tijd betaald
B
Je hebt een eigen risico van € 100
C
Bij een telefoon krijg je nooit meer dan € 150
D
Als een telefoon valt, krijg je nooit iets terug
Slide 6 - Quizvraag
Stel de vraag hoe het komt dat de verzekeringsmaatschappij maar € 150 vergoed.
Het juiste antwoord is B: Je hebt een eigen risico van € 100.
De € 100 is het eigen risico. Het eigen risico is dat deel van de schade dat de verzekeringsmaatschappij niet vergoed en dat iemand dus zelf moet betalen. Dit bedrag is meestal van te voren vastgesteld.
Verzekeren voor jullie?
Slide 7 - Tekstslide
Duur: 15 minuten
Leerdoel:
De studenten kunnen benoemen of een bepaalde verzekering in hun situatie verplicht, noodzakelijk, wenselijk of optioneel is.
Verzekeren voor jullie?
1. Wat zijn verzekeringen die jongeren volgens jou vaak hebben?
2. Welke verzekeringen heb jij?
3. Welke verzekeringen denk jij naar de toekomst toe nog nodig te hebben?
Slide 8 - Tekstslide
1. Bij verzekeringen voor jongeren kun je denken aan een telefoon, auto, scooter of brommerverzekering.
2. Vanaf 18 jaar is het verplicht zelf een zorgverzekering af te sluiten. Deze moeten ze dus zelf afsluiten.
3. Bij toekomstige verzekeringen kun je denken aan inboedel, AVP, auto etc. En word je ondernemer? Dan heb je vaak ook verzekeringen nodig, bijvoorbeeld voor arbeidsongeschiktheid, of een verzekering voor je gereedschap of materialen.
Zorgverzekering
Slide 9 - Woordweb
Stel de vraag: wat is een zorgverzekering / wat komt er bij je op als je aan een zorgverzekering denkt?
Vertel dat je tot je 18e verzekerd bent bij je ouders maar als je 18 wordt dit in beginsel zelf moet regelen. Je hebt twee opties als 18 jarige: je kunt zelf een zorgverzekering afsluiten, of je kunt meeverzekerd blijven op de polis van je ouders. Doe je niets? Dan krijg je vanaf je 18e automatisch dezelfde zorgverzekering als je ouders.
Licht zelf verder toe: Je kunt naar sites als zorgkiezer, independer of zorgwijzer (1 site laten zien via het + teken). Hier kun je invullen wat jij denkt dat je nodig hebt. Er komen dan een aantal zorgverzekeraars voorbij met het bedrag dat je per maand gaat betalen. Dit noemen we een premie. De hoogte verschilt per verzekeringsmaatschappij. Je hebt een basisverzekering waar bijvoorbeeld een bezoek aan de huisarts van wordt betaald. Wil je ook dat je tandarts of de fysiotherapie kosten worden betaald dan moet je een aanvullende verzekering sluiten. Een extra pakket waardoor je verzekering per maand duurder wordt. Sommige maatschappijen bieden studentenverzekeringen aan. Deze hebben een uitgebreidere dekking waar bijvoorbeeld fysiotherapie inzit.
Hoe duur denken jullie dat de goedkoopste zorgverzekering per maand is (met een eigen risico van € 385,-)?
Slide 11 - Poll
Laat iedereen de schaal schuiven naar wat zij denken.
Licht toe: De goedkoopste verzekering per maand is ongeveer €135 maar daar zit dan bijvoorbeeld geen fysiotherapie behandelingen bij. Geef ook aan dat er speciale studentenverzekeringen zijn waar bijvoorbeeld wel een paar keer fysiotherapie in zit.
Slide 12 - Tekstslide
Licht de afbeelding kort toe.
Benoem de volgende belangrijke data ieder jaar:
31 december 2024: uiterste datum voor opzeggen
31 januari 2025: uiterste datum voor afsluiten
Wat als je het vergeet?
Je kunt het met terugwerkende kracht aanvragen tot maximaal 1 jaar terug.
Yes. Ik ga een nieuwe mobiele telefoon kopen. De allernieuwste iPhone is net uit. Deze bestel je natuurlijk zo snel mogelijk. Ga je deze verzekeren?
Nieuw mobieltje
Ja
Nee
Slide 13 - Poll
Laat de studenten de poll invullen of ze het nieuwe mobieltje gaan verzekeren.
Bespreek de antwoorden.
Stel de aanvullende vragen.
Aanvullende vragen:
Wie uit de klas heeft een aparte telefoonverzekering afgesloten? Waarom wel of niet?
Hebben zij hier weleens gebruik van gemaakt?
Is het altijd slim om je nieuwe telefoon te verzekeren? Welke vragen kun je jezelf stellen om een keuze te maken?
Gebruik als voorbeeld:
Voor telefoons met een aanschafwaarde tussen de € 750 en € 1000, bijvoorbeeld de iPhone 14, kost een basis telefoonverzekering minimaal € 9,99 per maand (volgens de website telefoonverzekeringvergelijker.nl). Per jaar kost dat je dus ongeveer € 100. Je hebt dan de dekking, waarbij veel zaken niet gedekt zijn. Je bent bijvoorbeeld niet verzekerd tegen diefstal. Daarnaast heb je een eigen risico van € 150. De vraag is dus: is dat het waard? Of is het misschien niet nodig om deze verzekering af te sluiten?
Tip: schrijf de som op het bord om het extra duidelijk te maken.
Je scooter
rijbewijs op zak!
Je hebt je scooter rijbewijs gehaald.
Je koopt een nieuwe scooter.
Daar hoort natuurlijk een verzekering bij.
Welke verzekering wordt het?:
- WA
- WA+
- All risk
Slide 14 - Tekstslide
Vertel dat er verschillende vormen van dekkingen zijn voor de scooter. In de volgende slide zie je wat de verschillen in dekkingen zijn.
Scooter verzekering
Slide 15 - Tekstslide
Bespreek de verschillende mogelijkheden voor een motorvoertuigenverzekering.
Extra uitleg:
NB: sommige verzekeraars hanteren een systeem van schadevrije jaren bij een brommer- of scooterverzekering.
Dat is een soort beloning voor als je geen schade maakt (‘braafheidskorting’)
Een WA-verzekering is verplicht als je in het bezit bent van een motorvoertuig zoals een auto, brommer of motor. Met een WA-verzekering ben je verzekerd voor schade die je bij een ander maakt. WA betekent wettelijke aansprakelijkheid.
Met de WA+ Beperkt Casco verzekering ben je verzekerd voor schade aan anderen en schade aan je eigen voertuig.
Een All-Risk verzekering is de meest uitgebreide motorvoertuigenverzekering. Je bent verzekerd voor schade aan anderen en schade aan je eigen voertuig, ook als je deze schade zelf maakt (bijvoorbeeld door tegen een paaltje te botsen) of bijvoorbeeld brand-, storm- en natuurschade.
Op jezelf
gaan wonen!
Je hebt je sleutel gekregen van je nieuwe huis. Leuk maar ook spannend. Eindelijk een plek voor jezelf. Hoe je het gaat inrichten weet je al.
Je hebt dan straks ook veel waardevolle spullen in huis.
- Ga je die verzekeren?
- Zo ja, hoe doe je dat?
Slide 16 - Tekstslide
Bespreek:
Als je op jezelf gaat wonen, zijn er een aantal verzekeringen die goed van pas kunnen komen:
Een Aansprakelijkheidsverzekering Particulieren (AVP) is niet verplicht en wordt wel eens verward met de WA- verzekering die wel verplicht is. Het zijn echter twee verschillende verzekeringen. De AVP vergoedt schade die je bij een ander veroorzaakt. Denk aan het omstoten van een glas rode wijn bij je oma of schade maken aan de telefoon van een vriend. In de praktijk zie je dat veel huishoudens in de problemen komen omdat zij deze verzekering niet afsluiten. Het is dus wel verstandig om deze af te sluiten.
Een inboedelverzekering is ook een verzekering die niet verplicht is maar wel verstandig om te hebben. Met deze verzekering verzeker je de losse spullen in je huis (alles wat je oppakt en meeneemt bij een verhuizing). Die spullen zijn bij elkaar veel waard en de premie die je hiervoor betaalt valt mee.
Een overlijdensrisicoverzekering is wettelijk niet verplicht, maar kan wel verplicht gesteld worden door de bank als je een hypotheek wit afsluiten om een huis te kopen. Met deze verzekering is de bank er namelijk van verzekerd dat de hypotheek wordt afgelost als je vroegtijdig komt te overlijden.
Stel je voor: Je zit lekker te Netflixen op de bank. Plotseling schrik je. De buurjongen heeft een voetbal door je ruit getrapt.
Welke verzekering dekt deze schade denk je?
Slide 17 - Woordweb
Stel de vraag: Welke verzekering dekt deze schade denk je?
Bespreek de antwoorden.
Leg uit:
Als iemand schade veroorzaakt aan jouw eigendommen, dan kan die schade vaak vergoed worden door de aansprakelijkheidsverzekering van die ander. Het is dan dus niet jouw verzekering die de schade vergoedt, maar die van degene die de schade heeft veroorzaakt.
Vakantie!
Je gaat met je vrienden naar Lloret de Mar. Lekker op het strand liggen en elke avond de club in.
Je hoopt maar dat er niets gebeurt.
Wat zou jij doen? Zou jij een reisverzekering afsluiten?
Slide 18 - Tekstslide
Vraag de studenten wat zij zouden doen. Wel of geen reisverzekering afsluiten?
Leg uit:
Bij reisverzekeringen is het heel belangrijk dat je naar de dekking kijkt.
De reisverzekering bestaat uit veel onderdelen die je vaak apart kunt verzekeren (bijvoorbeeld je bagage, of je skispullen) . Ga goed na wat je wel en wat je niet nodig hebt.
Dat geldt ook voor de dekking van ziektekosten (als je bijvoorbeeld ziek wordt op vakantie en naar de dokter moet). Deze zijn vaak ook gedekt op je zorgverzekering. Vraag dus na bij je zorgverzekeraar of het nodig is dat je die ook verzekert op je reisverzekering.
Vertel dat je een doorlopende reisverzekering kunt afsluiten maar ook dat je per reis een verzekering kunt afsluiten.
Laat ze ook nagaan of ze niet wellicht al via de ouders mee verzekerd zijn.
Waar kun je een
verzekering afsluiten?
1. Direct bij een verzekeringsmaatschappij via de website
2. Via een financieel adviseur met een winkel
3. Via een vergelijkingssite als Independer.nl, zorgkiezer.nl, autoverzekering.nl
Slide 19 - Tekstslide
1. Noem hier een aantal verzekeringsmaatschappijen zoals Allianz, ASR, FBTO, Zwitserleven, CZ, DELA of Nationale Nederlanden. Leg uit dat er heel veel merken zijn die verzekeringen verkopen. Uiteindelijk worden veel verzekeringsmerken echter maar door een beperkt aantal verzekeraars verkocht. Door middel van marketing proberen ze mensen zo goed mogelijk te verleiden om iets bij dat bedrijf af te sluiten.
2. Een financieel adviseur heeft contacten met meerdere verzekeringsmaatschappijen en kan op basis van wensen en behoeften een goede keuze maken.
3. Vergelijkingssite geven geen advies en hier moet je zelf een keuze maken.