nierfalen, nierstenen

Nierfalen, nierstenen
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
PathologieMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Nierfalen, nierstenen

Slide 1 - Tekstslide

ik heb net gewerkt aan:
A
anatomie
B
nierstenen
C
nierfalen
D
iets anders ;)

Slide 2 - Quizvraag

Welke structuren ken je van de nier?

Slide 3 - Woordweb

Slide 4 - Tekstslide

Wat wordt er gefilterd in de nier?
A
bloed
B
plasma
C
urine
D
voorurine

Slide 5 - Quizvraag

Bloed wordt gefilterd in:
A
nierbekken
B
nierkapsel
C
niermerg
D
nierschors

Slide 6 - Quizvraag

In een gezonde situatie wordt in het niermerg:
A
eiwit teruggehaald in het bloed
B
glucose uitgescheiden in de urine
C
vocht terug gestuurd naar de bloedbaan
D
afvalstoffen uit het bloed gehaald.

Slide 7 - Quizvraag

Gevormde urine wordt verzameld in:
A
nierbekken
B
nierkapsel
C
niermerg
D
nierschors

Slide 8 - Quizvraag

de buitenste laag van de nier heet:
A
nierbekken
B
nierkapsel
C
niermerg
D
nierschors

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Tekstslide

kapstok nierfalen
pathofysiologie: de nier filtert niet goed, hier zijn veel verschillende oorzaken voor. Te voorkomen: hoge bloeddruk, schade door slecht ingestelde diabetes, te veel zout eten.

symptomen: moe, zwak, misselijk, vocht vasthouden, minder plassen.

Slide 11 - Tekstslide

kapstok nierfalen
diagnostiek: urine (eiwit) en bloed (nierfunctie, kreatinine, kreatinineklaring)

Behandeling: hemo- of peritoneale dialyse, donornier.

complicaties: bloedarmoede, botbreuken, ontregelde bloeddruk,

Slide 12 - Tekstslide

kapstok nierfalen
prognose: meestal chronisch (behalve bij ontsteking en soms medicatie die gestopt kan worden). Vaak gaat het langzaam achteruit, als het ernstig is kun je overlijden aan de hoeveelheid gifstoffen in je lichaam die je niet kunt uitscheiden.

epidemiologie: ouderen, vooral met risicofactoren.

Slide 13 - Tekstslide

oorzaken van nierfalen zijn:

Slide 14 - Woordweb

De meeste patiënten met nierfalen
A
hebben dialyse nodig
B
moeten opletten met medicatie gebruik
C
moeten meer plassen
D
overlijden hieraan.

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Tekstslide

kapstok nierstenen
er ontstaan teveel stenen in het nierbekken. Erfelijkheid en voeding spelen een rol.
als ze vast komen te zitten geeft het problemen: pijn (koliekpijn met bewegingsdrang), bloed in de urine, verminderde nierfunctie.
diagnostiek: anamnese, onderzoek urine op bloed, buikoverzicht (80%) en soms (20%) MRI.

Slide 17 - Tekstslide

kapstok nierstenen
behandeling: vergruizen en dan uitplassen of operatief
complicaties: slechte nierfunctie
prognose: kans op recidief, als het niet te lang duurt geen gevolgen, als het lang duurt slechte nierfunctie.
epidemiologie: mannen 2x zo vaak als vrouwen, vanaf 20 jaar en vaak bij jongvolwassenen.

Slide 18 - Tekstslide

beschrijf koliekpijn

Slide 19 - Woordweb

typisch symptoom van nierstenen is:
A
bloed in de urine
B
leuco's in de urine
C
branderig gevoel met plassen
D
pijn onderbuik

Slide 20 - Quizvraag