Examen schrijven uitgelegd. Zakelijke brief, artikel, e-mail kunnen hier gevraagd worden.
Vorige week zijn we begonnen met een artikel (betoog).
(inleiding-kern-slot)
Slide 3 - Tekstslide
Doel van vandaag:
Je weet waar een zakelijke e-mail aan moet voldoen.
Je weet het verschil tussen formeel en informeel taalgebruik.
Je hebt een zakelijke e-mail over een klacht geschreven en mij gemaild (b.wijdeveld@rijnijssel.nl)
Slide 4 - Tekstslide
Wanneer schrijf je een zakelijke e-mail?
Slide 5 - Woordweb
Doel van de e-mail
Wat is het doel van je e-mail?
Wil je informatie geven?
Een klacht indienen?
Iemand uitnodigen?
Hou het doel voor ogen tijdens het schrijven.
Slide 6 - Tekstslide
Doelgroep
Formeel of informeel taalgebruik
Slide 7 - Tekstslide
In een zakelijke e-mail gebruik ik informele taal.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 8 - Quizvraag
De opmaak
Vul de onderwerpsregel in (kort en bondig)
Aanhef
Inleidende zin/ inleiding
Middenstuk/kern
Afsluitende zin/ slot
Slotformule/ Met vriendelijke groet
Naam
Slide 9 - Tekstslide
Wat is een correcte opening van een zakelijke e-mail?
A
Hoi Marloes,
B
Geachte mevrouw De Ruiter,
C
Beste mevrouw De Ruiter
D
Hallo mevrouw,
Slide 10 - Quizvraag
Schrijfwijze van namen
Je schrijft een hoofdletter waar de naam begint
Let goed op bij de tussenvoegsels (de, van, van der, etc.)
In de aanhef gebruik je alleen de achternaam
Onderaan schrijf je altijd je eigen voornaam en achternaam
Slide 11 - Tekstslide
Inleiding: Formeel beginnen. Niet met 'Ik', maar met 'Mijn naam is ...'.
Beschrijf hier waarom je de e-mail gaat schrijven (de aanleiding)
Kern:
Hier geef je alle informatie. Je kunt het opdelen in 2 of meer alinea’s.
Zorg dat het overzichtelijk blijft! Gebruik witregels!
Slot:
Je geeft hier aan wat je wil bereiken. ( Uitnodigen?, Geld terug?, Enz.)
Slotzin: Bedanken voor het lezen en netjes vragen om een reactie.
Slide 12 - Tekstslide
Inleiding
Beschrijf hier waarom je de e-mail gaat schrijven (de aanleiding of reden) .
Klacht
Uitnodiging
Vraag
....
Slide 13 - Tekstslide
De kern:
Je geeft de lezer informatie.
In een klachtenmail leg je uit wat de klacht precies inhoudt en wat je al gedaan hebt om het probleem op te lossen.
Wanneer je informatie vraagt of geeft, leg je in de kern uit welke informatie je nodig hebt of je geeft in de kern de nodige informatie.
Slide 14 - Tekstslide
Slot:
In de slotalinea schrijf je wat je van de lezer verwacht.
Bijvoorbeeld: je hoopt dat de klacht binnen 2 weken wordt opgelost
Goede afsluitende zinnen kunnen zijn:
Graag zie ik uw reactie (spoedig) tegemoet.
Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Slide 15 - Tekstslide
Welke zin/zinnen kan je tegenkomen in een inleiding van een zakelijke e-mail?
A
Met deze e-mail reageer ik op uw verzoek....
B
Ik wacht uw reactie af.
C
Zoals wij telefonisch hebben afgesproken,...
D
Met interesse las ik uw brief.
Slide 16 - Quizvraag
Conventies zakelijke e-mail
Aan:
CC:
Onderwerp:
Aanhef (Geachte heer/mevrouw)
Inleiding (Mijn naam is.............)
Kern (Vertel waar je e-mail over gaat)
Slot (Vertel wat je graag zou willen)
Slotformule (Met vriendelijke groet, )
Jouw naam
Slide 17 - Tekstslide
Opdracht:
Situatie:
Je hebt op het bedrijf waar je werkt een machine die het niet goed doet en je weet niet hoe je het moet oplossen. Je hebt al een paar keer gebeld maar het bedrijf waar je deze machine hebt gekocht (Epson) neemt niet op.
Jij schrijft een klachtene-mail aan dit bedrijf.
Slide 18 - Tekstslide
Schrijf de klachten e-mail:
Noem twee zaken waar je niet tevreden over bent en leg deze klachten uit.
Je moet deze klachten zelf bedenken.
Geef ook aan wat je van Epson verwacht.
Slide 19 - Tekstslide
Schrijf de klachten e-mail:
Noem twee zaken waar je niet tevreden over bent en leg deze klachten uit.