H5 - Atoombouw

H5 - Atoombouw
H5 - Atoombouw
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
ChemieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

H5 - Atoombouw
H5 - Atoombouw

Slide 1 - Tekstslide

Voorkennis

Slide 2 - Woordweb

Atoomtheorie van Democritus (ca. 400 v. Chr.)

Slide 3 - Tekstslide

Atoommodel van Dalton (1803)

Slide 4 - Tekstslide

Atoommodel van Rutherford (1911)









  • Kern bepaald de massa en is positief geladen;
  • Elektronen zitten in een wok om de kern heen.

Slide 5 - Tekstslide

Atoommodel van Bohr (1913)









  •  Ontwikkelde het model van Rutherford verder;
  • Kwantificeert voor het eerst energie en banen om de kern;
  • banen bevinden zich om de kern van het atoom (zoals de rokken van een uit).

Slide 6 - Tekstslide

Grote van de atoom

Slide 7 - Tekstslide

Stofeigenschappen worden bepaald door protonen, neutronen en elektronen

Slide 8 - Tekstslide

Opbouw atomen beredeneren

Periodiek systeem
Binas tabel 99

Slide 9 - Tekstslide

Welk atoom bestaat uit 8 protonen, 8 neutronen en 8 elektronen?
A
Koolstof
B
Zuurstof
C
Stikstof
D
Fluor

Slide 10 - Quizvraag

Wat bepaald de massa van een atoom?
A
De protonen
B
De protonen, neutronen en elektronen
C
De neutronen
D
De protonen en neutronen

Slide 11 - Quizvraag

Teken een natrium atoom volgens het atoommodel van Bohr.

Slide 12 - Open vraag

Hoe kun je in het periodiek systeem zien hoeveel elektronen een atoom heeft?

Slide 13 - Open vraag

Periodiek systeem

Slide 14 - Tekstslide

Welke groep reageert niet met andere stoffen.
A
Halogenen
B
Aardalkalimetalen
C
Alkalimetalen
D
Edelgassen

Slide 15 - Quizvraag

Welke groep komt in de natuur alleen voor als twee-atomige moleculen?
A
Aardalkalimetalen
B
Alkalimetalen
C
Halogenen
D
Edelgassen

Slide 16 - Quizvraag

Valentie-elektronen
Eletronen symbool

Slide 17 - Tekstslide

Ionen

Slide 18 - Tekstslide

Ion (binding)
  • Zouten (metaal + niet metaal)
    - Elektronen (e-) worden overgedragen

  • Metaal staat e- af
    Na -> Na+

  • Niet-metaal neemt e-  op
    Cl -> Cl-

Slide 19 - Tekstslide


Hoeveel elektronen heeft een natrium-ion (Na+)?

Slide 20 - Open vraag


Hoeveel protonen, neutronen en elektronen heeft een chloride-ion (Cl-)?

Slide 21 - Open vraag

Isotopen
  • Zelfde atoom, andere massa

  • Verschil in neutronen
Binas tabel 25

Slide 22 - Tekstslide

Isotopen 
Gemiddelde massa
Tabel 99

Slide 23 - Tekstslide

Geef aan hoeveel protonen, neutronen en elektronen dit atoom heeft.

Slide 24 - Open vraag

Elektronen configuratie

Slide 25 - Tekstslide

Elektronensymbool (formule)
Elementen

Slide 26 - Tekstslide

Noem een voorbeeld van een element met vier (4) valentie-elektronen

Slide 27 - Open vraag

Teken het elektronensymbool van koolstof.

Slide 28 - Open vraag

Subschillen    (Analist)

Slide 29 - Tekstslide

Energieschema atoom

Elektronenconfiguratie (Cl):

  1S2 2S2 2P6 3S2 3P5        

Slide 30 - Tekstslide


Welke atoom geeft deze elektronenconfiguratie weer:  1S2 2S2 2P6 3S2 3P6

Slide 31 - Open vraag