Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
Rijn IJssel
Bezoek de website
‹
Terug naar zoeken
H7.5 Theorie G Van oppervlakte naar vergrotingsfactor
Programma
Magister
H7.5 - Oppervlakte en vergroten
opgaven maken
Programma
Pak jouw:
boek + schrift +
pen
+
rekenmachine
1 / 39
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Wiskunde
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
In deze les zitten
39 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Programma
Magister
H7.5 - Oppervlakte en vergroten
opgaven maken
Programma
Pak jouw:
boek + schrift +
pen
+
rekenmachine
Slide 1 - Tekstslide
Magister controle
Hoor je je naam?
Houd dan je
boek
en
rekenmachine
in de lucht
Slide 2 - Tekstslide
leerdoelen deze les
Leerdoelen, ik kan:
de
oppervlakte
uitrekenen als iets
vergroot
wordt
de
vergrotingsfactor
uitrekenen
Slide 3 - Tekstslide
7.5 Herhaling: Van vergrotingsfactor naar oppervlakte
De vergrotingsfactor
= hoe vaak een lijnstuk groter wordt
4 cm
8 cm
vergrotingsfactor = 2
Slide 4 - Tekstslide
7.5 Herhaling: Van vergrotingsfactor naar oppervlakte
4 cm
8 cm
1 cm
2 cm
Slide 5 - Tekstslide
Herhaling: Van vergrotingsfactor naar oppervlakte
Slide 6 - Tekstslide
Oppervlakte vergroting = vergrotingsfactor² x oppervlakte origineel
Slide 7 - Tekstslide
Oppervlakte beeld = vergrotingsfactor x oppervlakte origineel
2
Slide 8 - Tekstslide
Oppervlakte beeld = vergrotingsfactor x oppervlakte origineel
2
Slide 9 - Tekstslide
Welkom bij wiskunde!
Slide 10 - Tekstslide
Regel
Bij het vergroten van de oppervlakte gebruik je de formule
oppervlakte beeld = vergrotingsfactor² x oppervlakte origineel
Slide 11 - Tekstslide
Oppervlakte vergroting = vergrotingsfactor² x oppervlakte origineel
Slide 12 - Tekstslide
Vergrotingsfactor bij oppervlakten
Wat weten we?
k =
hoogte beeld =
Opp origineel =
Opp beeld =
Wat gebeurt er met k?
k
=
b
i
j
b
e
h
o
r
e
n
d
e
.
a
f
m
e
t
i
n
g
.
o
r
i
g
i
n
e
e
l
a
f
m
e
t
i
n
g
.
b
e
e
l
d
k = ?
Slide 13 - Tekstslide
7.5 Oppervlakte en vergroten
Nu de vergrotingsfactor uitrekenen
als je weet hoe groot de oppervlaktes zijn
Slide 14 - Tekstslide
7.5 Oppervlakte en vergroten
Nu de vergrotingsfactor uitrekenen
als je weet hoe groot de oppervlaktes zijn
c
m
2
c
m
2
opp. = 4
opp. = 16
Slide 15 - Tekstslide
7.5 Oppervlakte en vergroten
c
m
2
c
m
2
opp. = 4
opp. = 16
Slide 16 - Tekstslide
7.5 Oppervlakte en vergroten
c
m
2
c
m
2
opp. = 4
opp. = 16
=
√
(
4
1
6
)
Slide 17 - Tekstslide
7.5 Oppervlakte en vergroten
c
m
2
c
m
2
opp. = 4
opp. = 16
=
√
(
4
1
6
)
=
√
4
Slide 18 - Tekstslide
7.5 Oppervlakte en vergroten
c
m
2
c
m
2
opp. = 4
opp. = 16
=
√
(
4
1
6
)
=
√
4
=
2
Slide 19 - Tekstslide
7.5 Oppervlakte en vergroten
Oefenen met de formule
Slide 20 - Tekstslide
origineel = 8
beeld = 72
7.5 Oppervlakte en vergroten
c
m
2
c
m
2
Slide 21 - Tekstslide
origineel = 8
beeld = 72
7.5 Oppervlakte en vergroten
c
m
2
c
m
2
=
√
(
8
7
2
)
=
√
9
=
3
Slide 22 - Tekstslide
origineel = 3
beeld = 18,75
7.5 Oppervlakte en vergroten
c
m
2
c
m
2
Slide 23 - Tekstslide
origineel = 3
beeld = 18,75
7.5 Oppervlakte en vergroten
c
m
2
c
m
2
=
√
(
3
1
8
,
7
5
)
=
√
6
,
2
5
=
2
,
5
Slide 24 - Tekstslide
Dus als het origineel 4 cm breed is,
hoe breed is dan de vergroting?
7.5 Oppervlakte en vergroten
=
√
(
3
1
8
,
7
5
)
=
√
6
,
2
5
=
2
,
5
Slide 25 - Tekstslide
Dus als het origineel 4 cm breed is,
hoe breed is dan de vergroting?
breedte vergroting = 2,5 x 4 = 10 cm
7.5 Oppervlakte en vergroten
=
√
(
3
1
8
,
7
5
)
=
√
6
,
2
5
=
2
,
5
Slide 26 - Tekstslide
En als het origineel 6 cm lang is,
hoe lang is dan de vergroting?
7.5 Oppervlakte en vergroten
=
√
(
3
1
8
,
7
5
)
=
√
6
,
2
5
=
2
,
5
Slide 27 - Tekstslide
En als het origineel 6 cm lang is,
hoe lang is dan de vergroting?
lengte vergroting = 2,5 x 6 = 15 cm
7.5 Oppervlakte en vergroten
=
√
(
3
1
8
,
7
5
)
=
√
6
,
2
5
=
2
,
5
Slide 28 - Tekstslide
7.5 Oppervlakte en vergroten
Vergrotingsfactor uitrekenen?
c
m
2
c
m
2
opp. = 4
opp. = 36
Slide 29 - Tekstslide
7.5 Oppervlakte en vergroten
Vergrotingsfactor uitrekenen?
Vergrotingsfactor =
=
c
m
2
c
m
2
opp. = 4
opp. = 36
Slide 30 - Tekstslide
Vergrotingsfactor uitrekenen als je de oppervlakte weet
2cm 6cm
4cm
12cm
We moeten nog de wortel nemen! DUS:
√
(
8
7
2
)
=
3
8cm² 72cm²
Slide 31 - Tekstslide
Vergrotingsfactor bij oppervlakte
Slide 32 - Tekstslide
De oppervlakte van figuur I is 9,4 cm².
Wat is de oppervlakte van figuur II? Rond af op 2 decimalen.
Bij deze opgave moet je eerst de vergrotingsfactor uitrekenen.
Slide 33 - Tekstslide
Oefening
Van welke vissen kunnen we de vergrotingsfactor uitrekenen?
Slide 34 - Tekstslide
vergrotingsfactor
origineel beeld
vergrotingsfactor > 1 vergroting
vergrotingsfactor < 1 verkleining
Slide 35 - Tekstslide
Wat is de vergrotingsfactor ?
A
2
B
0,5
Slide 36 - Quizvraag
Wat is de vergrotingsfactor?
A
1
B
4
C
16
D
1,33
Slide 37 - Quizvraag
De vergrotingsfactor van de hoogte is 2,2.
Wat zou de vergrotingsfactor van de breedte zijn?
A
De vergrotingsfactor is kleiner
B
De vergrotingsfactor blijft 2,2
C
De vergrotingsfactor is groter
Slide 38 - Quizvraag
Opgaven maken
7.5 - TO, 52, 53, 54, 55, 57, 58, 59, 60
5 minuten in stilte
dinsdag 17/5 op classroom :
7.3 + 7.4 + 7.5
Slide 39 - Tekstslide