Week 8 Brains

Week 8 Brains
-

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Week 8 Brains
-

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen 
 Je kunt beschrijven wat de oorzaken en symptomen zijn van aandoeningen behorende bij aandoeningen van het zenuwstelsel: CVA, TIA, Parkinson, MS, Dwarsleasie,
- Je kunt verklaren welke zorg zinvol is bij aandoeningen van het zenuwstelsel

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

CVA staat voor
A
Crebo vasculair acidose
B
Cero vasvatisch accident
C
Cerebro visculatie accident
D
cerebrovasculair accident

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar of niet waar. Een CVA kan bloedig en onbloedig zijn
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

CVA 
Cerebrovasculair accident. (80%)
Onbloedig - ischemisch CVA - infarct -   atherosclerose, trombose, embolie
Bloedig - hersenbloeding - aneurysma - slechte prognose
TIA - herstel binnen 24 uur (20%)
transient ischaemic attack
BIj CVA - functieverlies - restverschijnselen

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke symptomen en of klachten kunnen optreden bij een CVA

Slide 6 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Symptomen
halfzijdige verlamming (hemiplegie);
gevoelsstoornissen in de aangetaste lichaamshelft;
halfzijdige gezichtsvelduitval (hemianopsie);
een verstoord taalgebruik en/of taalbegrip (afasie);
spraakstoornissen (dysartrie);
‘ontkennen’ (neglect) van de aangetaste lichaamszijde en van de ruimte aan die kant;
handelingen niet meer in de juiste volgorde kunnen uitvoeren (apraxie);
psychische stoornissen;
incontinentie.
Bewustzijnsdaling ( zwelling in het brein, inklemmen)
Problemen met ademhaling en bloedsomloop

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

FAST- Test
Face (gezicht): Vraag de patiënt de tanden te laten zien en kijk of de mond scheef hangt.

Arm: Vraag de patiënt om met gesloten ogen beide armen op te tillen met de handpalm naar boven en kijk of een arm wegzakt.
Spraak: Is er een verandering in spraak aanwezig? Vraag bijvoorbeeld de patiënt tot tien te tellen.
Tijd: Vraag hoe lang geleden de verschijnselen zijn begonnen (van belang voor de behandeling in het ziekenhuis).


Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Parkinson

Tekort aan dopamine , laten hersencellen communiceren - substantia nigra
Behandeling- dopamine geven
Afbraak dopamine remmen
Operatief - electrode
Symptomen

Tremor - beven
Freezing - stijf blijven staan
Akinesie - Moeite met starten 
Rigiditeit - stijfheid 
Bradykinesie - trager worden van de bewegingen
Maskergelaat

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Multiple sclerose - meerdere littekens
Onbekende oorzaak
Ontstekingen in de hersenen en het ruggenmerg
De ontstekingen ontstaan omdat het beschermlaagje (myeline) dat om je zenuwuitlopers zit kapotgaat.
Bij MS valt je eigen afweersysteem die myeline-cellen aan.
Geen spierziekte maar een hersenaandoening.
Progressief
Tijdelijke opvlamming - schub

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Welke symptomen hebben patiënten met MS?

Slide 13 - Woordweb

je bent erg moe
je voelt tintelingen of pijn in je armen of benen
je bent je evenwicht kwijt of loopt minder goed
je ziet wazig, of je ziet dubbel
je spieren zijn zwak of stijf
je hebt problemen met het voelen van kou en warmte
je voelt je minder blij of voelt je angstig
je hebt problemen bij het slikken of praten
je hebt problemen met seksualiteit of incontinentie
je hebt problemen met denken, zoals moeite met concentreren of onthouden
Wat weet jij al van een dwarsleasie?

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Dwarslaesie
Onderbreking in de opstijgende en dalende zenuwbanen
Prikkels worden niet meer doorgegeven
Ongevallen/tumoren/leeftijd
Direct na letsel - spinale shockfase enkel dagen tot weken
Zwellingen en bloedingen i/h beschadigde ruggenmerg
Complete dwarslaesie
Verlies van motoriek, sensibiliteit en reflexfuncties.
Terugkeer van de sacrale reflexen (reflexen in het genitale en anale gebied) spinale shock vermindert
tetraplegie: alle vier de ledematen zijn erbij betrokken, er is een beschadiging van het cervicale myelum (ruggenmerg) of het eerste segment van het thoracale myelum;
paraplegie: hierbij zijn de onderste extremiteiten betrokken, de beschadiging zit onder het niveau van het eerste thoracale segment (Th1).

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verschijnselen
Ademhaling... Bij letsel boven C4 blijvende beademing
Bloeddruk - hypotensie
Temperatuurregeling
Darm / blaas 
Paralytische ileus
Reflexblaas
overloopblaas
Trombo-embolie - onder niveau leasie
Decubitus / houding / contracturen
Autonome Dysrelexie - ontregelde reflexen 
Pijn / neuropatische pijnen / zenuwpijnen

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

AAN DE SLAG
Omschrijf welke zorg zinvol is bij onderstaande aandoeningen. 
 CVA, TIA, Parkinson, MS, Dwarsleasie,

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies