TC Werkwoorden TT B1

Werkwoordspelling TT
Terugblik / herhalen
Aan het eind van deze les weet je hoe je regelmatige werkwoorden in de tegenwoordige tijd moet vervoegen
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2MBOStudiejaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Werkwoordspelling TT
Terugblik / herhalen
Aan het eind van deze les weet je hoe je regelmatige werkwoorden in de tegenwoordige tijd moet vervoegen

Slide 1 - Tekstslide

Wat is een werkwoord?

Slide 2 - Open vraag

Schrijf zoveel mogelijk werkwoorden op in 3 minuten.
timer
3:00

Slide 3 - Open vraag

Schrijf zoveel mogelijk werkwoorden op die met een beroep te maken hebben
timer
3:00

Slide 4 - Open vraag

Wie doet het? 
Werkwoorden kun je vervoegen. Dat betekent dat je ze in verschillende vormen kunt gebruiken. Welke vorm je gebruikt, hangt af van de persoon die de handeling uitvoert en van de tijd waarin de zin staat.

Slide 5 - Tekstslide

Werk in groepjes van drie of vier personen

Bekijk elkaars zinnen die je bij de opdracht van vorige week hebt gemaakt. (beroepen met de activiteit die bij het beroep hoort)
Zie je dingen die niet kloppen? Wat valt je op aan de werkwoorden (let op tijd en persoon)?
timer
5:00

Slide 6 - Tekstslide

Wat is je opgevallen?

Slide 7 - Woordweb

Het ww kan veranderen 
->Persoonsvorm

Een werkwoord geeft aan wat het onderwerp in de zin doet. 
Je kunt de persoonsvorm vinden door de zin vragend te maken:
De bakker bakt brood - Bakt de bakker brood?
Als de zin al vragend is: verander de tijd


Slide 8 - Tekstslide

De regels.
Hoe vervoeg je een werkwoord?

Slide 9 - Open vraag

Hoe vind je de stam van een werkwoord?

Slide 10 - Open vraag

Slide 11 - Video

Vandaag kijken we alleen naar de TT

Slide 12 - Tekstslide

Vragen?

Slide 13 - Tekstslide

Kijk nog eens naar de zinnen die je voor vandaag hebt gemaakt en zet ze in de TT
timer
4:00

Slide 14 - Tekstslide

Maak zoveel mogelijk zinnen bij deze beroepen in de TT, probeer er een verhaal van te maken. Het verhaal lever je in bij je docent. 
timer
20:00

Slide 15 - Tekstslide

In je boek werken:
blz. 17 Woorden leren. 
Vaste woordcombinaties (klassikaal)
Daarna maken: 
opdracht 38, 39, 40, 41 (in duo's)
Online opdrachten bij 1.2

Slide 16 - Tekstslide

Maak de opdrachten op je werkblad

Slide 17 - Tekstslide

Wat is de eerste stap bij het vervoegen van een werkwoord?
A

Slide 18 - Quizvraag