In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
Werknemersvaardigheden
Periode 01
Les 07 Communiceren
Slide 1 - Tekstslide
Afspraken om het leuk en leerzaam te houden
Slide 2 - Tekstslide
Wat weet jij nog van de vorige les?
Slide 3 - Woordweb
Vorige les
Communicatieproces
Zender-Boodschap-Ontvanger
Ruis in de communicatie
Interne ruis
Externe ruis
Verbale Communicatie
Non-Verbale Communicatie
Mimiek
Fluister opdracht
Communicatiemiddelen
Stem/lichaam
Telefoon/Smartphone
Foto's/tekening
Kleuren
Geluidsignalen
Media/medium
Sociale media
TV, krant, radio en internet
Slide 4 - Tekstslide
Zijn de licenties al geactiveerd?
Slide 5 - Tekstslide
Lesdoelen
Aan het einde van dit hoofdstuk weet je meer over:
formele en informele communicatie
hoe je actief kunt luisteren
hoe je de juiste vragen kan stellen
Slide 6 - Tekstslide
Nieuwe lesstof
Slide 7 - Tekstslide
Formele en informele communicatie
Slide 8 - Tekstslide
Formele communicatie
Tijdens je stage, werk of school krijg je te maken met formele gesprekken.
Voorbeelden hiervan zijn:
Sollicitatiegesprek
Voortgangsgesprek
Beoordelingsgesprek
Aanwezig zijn bij een vergadering
Coach gesprek met je Slb'er
Deze gesprekken verlopen via een vaste structuur
Sollicitatiegesprek
Vergadering
Slide 9 - Tekstslide
Vergader agenda
Wanneer er een vergadering plaatsvind binnen je bedrijf (stage of werk), ontvang je soms een agenda.
Een vergader agenda laat onderwerpen zien die tijdens de vergadering besproken worden.
Formele communicatie
Slide 10 - Tekstslide
Informele communicatie
Informele communicatie vindt plaats tijdens:
Koffiepauze
Op de werkvloer
Bij het kopieerapparaat
De gesprekken gaan over het werk, maar kunnen ook over privézaken gaan.
Deze gesprekken ontstaan vaak spontaan
Tijdens gesprekken met je collega's kan je vragen stellen. Wat doen ze buiten werktijd? Wat zijn hun hobby's. Je leert je collega's zo beter kennen
Slide 11 - Tekstslide
Roddelen
Achterklappen
Babbelen
Kletsen
Kwaadspreken
Achter je rug om praten
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Voorzichtig
Wees voorzicht met welke privézaken je wel en niet met collega's bespreekt.
Je bespreekt bijvoorbeeld geen intieme onderwerpen met je collega's
Slide 14 - Tekstslide
Welke onderwerpen bespreek je niet met collega's?
Slide 15 - Woordweb
Vragen stellen
In een gesprek stel je vragen om iets te weten te komen.
Vragen stellen en luisteren horen bij elkaar.
In een gesprek kun je open en gesloten vragen stellen
Slide 16 - Tekstslide
Vragen stellen
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Video
Actief Luisteren
Wanneer je een vraag stelt, luister je goed naar het antwoord.
Zo kan je op de juiste manier doorvragen.
Actief luisteren doe je niet alleen met je oren
Je laat zien dat je aandacht hebt voor de ander
Je laat zien dat je de ander wilt begrijpen
Slide 19 - Tekstslide
Actief luisteren
Slide 20 - Tekstslide
Opdracht
Docent wijst groepjes van drie aan.
Studenten voeren een gesprek (zie onderstaande onderwerpen)
Eén student noteert voorbeelden van actief luisteren
Mogelijke onderwerpen: Perfect weekend uit, wat ga je dit weekend doen, wat is de grappigste video die je ooit zag, wie was je beste vriend toe je jong was, waar kan je niet mee stoppen om over te praten?
Denk aan open en gesloten vragen
timer
10:00
Slide 21 - Tekstslide
Communicatieproces ziet er als volgt uit:
A
Ontvanger-Boodschap-Informatie
B
Zender-Ontvanger-Boodschap
C
Zender-Boodschap-Ontvanger
D
Boodschap-Zender-Ontvanger
Slide 22 - Quizvraag
Wat is een medium?
A
Communicatiemiddel
B
Een televisiezender
C
Een boodschap
D
Een zender
Slide 23 - Quizvraag
Wat is ruis?
A
Digitale communicatie
B
Storing in communicatie
C
Interne communicatie
D
Externe communicatie
Slide 24 - Quizvraag
Wat is verbale communicatie
A
Communicatie met voorbeelden
B
Communicatie met beelden
C
Fysieke communicatie
D
Communicatie met woorden
Slide 25 - Quizvraag
Wat is een gesloten vraag?
A
Alleen wie, wat, waar, wanner als antwoord
B
Een vraag die alleen met ja of nee beantwoord kan worden
C
Een rare vraag
D
Een vraag waar geen antwoord op is
Slide 26 - Quizvraag
Wat is roddelen?
A
Positief praten over collega's
B
Negatief praten over jezelf
C
Negatief praten over anderen
D
Positief praten over anderen
Slide 27 - Quizvraag
Actief luisteren is laten zien dat je aandacht hebt voor de ander?
A
waar
B
niet waar
Slide 28 - Quizvraag
Actief luisteren is laten zien dat je probeert de ander te begrijpen?
A
waar
B
niet waar
Slide 29 - Quizvraag
Een vergaderagenda is een voorbeeld van informele communicatie
A
waar
B
niet waar
Slide 30 - Quizvraag
Formele communicatie is georganiseerd volgens een plan
A
waar
B
niet waar
Slide 31 - Quizvraag
Informele communicatie doe je tijdens het werk of bij koffie
A
waar
B
niet waar
Slide 32 - Quizvraag
Communicatiemiddel waarbij internet geen rol speelt.
A
Online Communicatiemiddel
B
Offline Communicatiemiddel
Slide 33 - Quizvraag
Verstoring waarbij de oorzaak buiten jezelf ligt.
A
Interne Ruis
B
Externe Ruis
Slide 34 - Quizvraag
Tijdens het luisteren door je gedrag laten zien dat je aandacht hebt voor de ander en hem/haar probeert te begrijpen.