Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
Rijn IJssel
Bezoek de website
‹
Terug naar zoeken
Hoofdletters en punten
Hoofdletters
1 / 32
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 3
In deze les zitten
32 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
1 video
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Hoofdletters
Slide 1 - Tekstslide
hoofdletters
Slide 2 - Woordweb
Hoe schrijf je:
mevrouw hamers
A
Mevrouw hamers
B
Mevrouw Hamers
Slide 3 - Quizvraag
Hoe schrijf je:
engelse thee
A
Engelse thee
B
engelse thee
C
D
Slide 4 - Quizvraag
Hoe schrijf je:
januari
A
Januari
B
januari
Slide 5 - Quizvraag
Hoe schrijf je:
loes van loo
A
Loes van Loo
B
Loes van loo .
C
Loes Van Loo
D
loes van Loo
Slide 6 - Quizvraag
Hoe schrijf je:
den haag
A
Den Haag
B
Den haag
C
den haag
Slide 7 - Quizvraag
Hoe schrijf je:
ik ga met kerstmis naar groot- brittannië
A
Ik ga met Kerstmis naar Groot- Brittannië.
B
Ik ga met Kerstmis naar groot- Brittannië.
C
Ik ga met kerstmis naar Groot- Brittannië.
D
Ik ga met Kerstmis naar Groot- brittannië.
Slide 8 - Quizvraag
Hoe schrijf je:
op dinsdag gaan we naar het sonsbeekpark.
A
Op dinsdag gaan we naar het Sonsbeekpark.
B
Op Dinsdag gaan we naar het sonsbeekpark.
C
Op Dinsdag gaan we naar Het Sonsbeekpark.
D
Op dinsdag gaan we naar het sonsbeekpark.
Slide 9 - Quizvraag
Slide 10 - Video
Geen hoofdletters
Bij namen van dagen (maandag, dinsdag, woensdag, etc.)
Bij namen van maanden (januari, februari, maart, etc.)
Bij namen van seizoenen (herfst, lente, winter, zomer)
Bij namen van windstreken (oost, west, zuid, noordwest, etc.)
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Regel 1: begin van een zin
Aan het begin van een zin:
J
e begint een zin met een hoofdletter.
Als de zin met een afgekort woord begint, verschuift de hoofdletter naar het tweede woord:
's
O
chtends sta ik vroeg op.
't
W
as vanochtend wel erg koud.
Slide 13 - Tekstslide
Regel 2: namen van personen
Je schrijft een hoofdletter bij voor- en achternamen, doopnamen en voorletters:
Elisabeth Sarah Jansen
Aanspreektitels (mevr.) en tussenvoegsels (van der) krijgen
geen
hoofdletter.
fam. Berkmans
Bert van den Brink
Slide 14 - Tekstslide
Regel 2: namen van personen
Wanneer er voor het tussenvoegsel
geen
voornaam of voorletter wordt genoemd, krijgt het tussenvoegsel
wel
een hoofdletter.
meneer De Vries
Bij een tweede achternaam krijgt het tussenvoegsel geen hoofdletter.
mevrouw Van de Ven - de Vries
Slide 15 - Tekstslide
Wat is goed geschreven?
A
Wanneer gaat meneer Jansen slapen?
B
Wanneer gaat Meneer Jansen slapen?
C
Wanneer gaat meneer jansen slapen?
Slide 16 - Quizvraag
Wat is goed geschreven?
A
Lisa de Vries - de Groot
B
Lisa De Vries - De Groot
C
Lisa De Vries - de Groot
Slide 17 - Quizvraag
Wat is goed geschreven?
A
't is niks voor mij.
B
'T is niks voor mij.
C
't Is niks voor mij.
D
'T Is niks voor mij.
Slide 18 - Quizvraag
Regel 3: organisaties, merken, producten
Organisaties, merken en producten krijgen een hoofdletter.
Apple
Verenigde Naties
Soms gebruiken bedrijven de hoofdletters afwijkend, je neemt dit dan over.
iPhone
Slide 19 - Tekstslide
Regel 4: aardrijkskundige namen, volken, talen, windstreken
Bij aardrijkskundige namen van landen, steden, rivieren enzovoort gebruik je een hoofdletter.
Eindhoven
Amerikaanse president
Ook bij volken, talen of dialecten gebruik je een hoofdletter.
Fransman
Limburgs dialect
Slide 20 - Tekstslide
Regel 4: aardrijkskundige namen, volken, talen, windstreken
Bij een windstreek gebruik je
geen
hoofdletter.
Er komt vandaag een noordelijke wind.
Als de windstreek onderdeel is van een naam, gebruik je
wel
een hoofdletter.
Noordelijke IJszee
Slide 21 - Tekstslide
Regel 4: aardrijkskundige namen, volken, talen, windstreken
Als je met de windstreek een cultureel, economisch of politiek gebied bedoelt, schrijf je een hoofdletter.
In het Nabije Oosten is de situatie erg gespannen.
Arme landen krijgen steun van het Westen.
Slide 22 - Tekstslide
Wat is goed geschreven?
A
Westelijke zeestroom
B
westelijke zeestroom
Slide 23 - Quizvraag
Wat is goed geschreven?
A
amstellaan
B
Amstellaan
Slide 24 - Quizvraag
Regel 5: historische gebeurtenissen en kalendergebruiken
Historische gebeurtenissen en feestdagen schrijf je met een hoofdletter.
Koude Oorlog
Vaderdag
Maar bij samenstellingen met feestdagen schrijf je
geen
hoofdletter:
vaderdagontbijt
Slide 25 - Tekstslide
Regel 5: historische gebeurtenissen en kalendergebruiken
Seizoenen, maanden en gewone dagen krijgen
geen
hoofdletter.
zaterdag
januari
Ook een historische periode krijgt
geen
hoofdletter.
renaissance
prehistorie
Slide 26 - Tekstslide
Regel 6: religieuze en culturele begrippen
Religieuze en culturele stromingen en woorden die daarvan zijn afgeleid krijgen
geen
hoofdletter.
jodendom
jood
Maar heilige begrippen die bij de stroming horen
wel
.
God
Bijbel
Slide 27 - Tekstslide
Regel 6: religieuze en culturele begrippen
Een woord dat is afgeleid van een heilig begrip krijgt
geen
hoofdletter.
Hij ziet er goddelijk uit.
Er ligt een bijbel op het nachtkastje.
Slide 28 - Tekstslide
Wat is goed geschreven?
A
Op 25 December is het Kerst.
B
Op 25 december is het kerst.
C
Op 25 december is het Kerst.
Slide 29 - Quizvraag
Wat is goed?
A
Zij woont ten noorden van de rijn.
B
Zij woont ten noorden van de Rijn.
C
Zij woont ten Noorden van de Rijn
Slide 30 - Quizvraag
Opdracht
Schrijf een kort tekstje over je afgelopen weekend (100woorden). Maak expres fouten met hoofdletters.
De docent neemt de briefjes in en verdeelt ze weer over de studenten. Probeer elkaars fouten te ontdekken!
Slide 31 - Tekstslide
Huiswerk
Zoek online naar 3 berichten/posts met fouten in hoofdlettergebruik. Maak hier een screenshot van. App deze vóór vrijdag 13 oktober naar Anne.
Slide 32 - Tekstslide