In deze les zitten 26 slides, met tekstslides en 5 videos.
Onderdelen in deze les
7.1 Water
Slide 1 - Tekstslide
Water als temperatuurregelaar:
het duurt lang voordat de zee is opgewarmd. In zomer dus koel aan zee!
Het water staat de warmte langzaam af: het duurt lang voordat de zee is afgekoeld. In winter dus warmer aan zee!
Woestijn: overdag heel heet omdat er geen water is dat de warmte kan opnemen. 's Nachts heel koud omdat er geen water is wat warmte kan afgeven
Slide 2 - Tekstslide
Soorten water:
- regenwater: bevat beetje koolzuur (CO2)
- zeewater: bevat NaCl + andere zouten
- grondwater: onder de grond in zandlagen of gesteente. Bevat een klein gedeeltje zouten.
- oppervlaktewater: zeeën, rivieren, meren, beken en sloten
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
7.2 De weg naar drinkwater
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Video
Drinkwaterzuivering uit grondwater
Slide 7 - Tekstslide
Drinkwaterzuivering uit oppervlaktewater
Slide 8 - Tekstslide
Schadelijke stoffen in water
schadelijke stof maximale toegestane hoeveelheid (mg per L)
natrium-ionen 120
nitraat-ionen 50
ijzer-ionen 0,5
kwik-ionen 0,0003
pesticiden 0,0005
Slide 9 - Tekstslide
7.3 Water thuis
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Iedereen heeft water nodig, zo ook bacteriën. Als je voedsel laat indrogen, kunnen de bacteriën minder groeien en zal het voedsel langer houdbaar zijn.
Ook hebben bacteriën zuurstof nodig, dus het vacuüm inpakken van je voedsel helpt ook.
Bacteriën doden: pasteuriseren (kort verhitten tot 85 graden Celsius) of steriliseren (120 graden Celsius, alle micro-organismen gaan dood, maar smaak verandert ook)
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Video
Om smaak aan voedsel te behouden, worden er hulpstoffen (additieven) toegevoegd. Elk goedgekeurd additief heeft een E-nummer (zie BINAS)
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Video
7.4 Hard water
Slide 16 - Tekstslide
Hard water bevat veel calcium- ionen.
Hoe komen deze daar?
Regenwater bevat CO2, dit is een beetje zuur. Dit komt op gesteentes terecht. Deze gesteentes bevatten calciumcarbonaat (CaCO3). Als het regenwater hierop valt, lost het calciumcarbonaat op:
Calciumcarbonaat is slecht oplosbaar, dus dit noem je ook wel de kalkaanslag/ketelsteen.
Dus bij verwarming/waterkoker etc krijg je vorming van ketelsteen als je hard water gebruikt.
Nog een nadeel: er is meer zeep nodig bij het wassen.
Slide 20 - Tekstslide
Hard water zacht maken:
vooraf verhitten. Water koken en de gevormde ketelsteen verwijderen met schoonmaakazijn. Het water is zachter geworden.
ontharder toevoegen. Deze bevat een negatief ion dat met Ca2+ een neerslag veroorzaakt. De neerslag kun je vervolgens filtreren.
ionenwisselaar gebruiken. Vaste stof die aan het oppervlak negatief geladen is, hieraan zitten natrium-ionen. Calcium-ionen uit het water worden ingewisseld door natrium-ionen
ontharden met groene zeep. Groene zeep is oplossing van Na+ en C17H35COO-. Calciumionen uit water reageren: Ca2+ (aq) + 2 C17H35COO- (aq) --> Ca(C17H35COO)2 (s) Gevormde neerslag = kalkzeep. De calciumionen zijn dus nu verwijderd uit het water.
Slide 21 - Tekstslide
7.5 Schoonmaakmiddelen
Slide 22 - Tekstslide
Cosmetische middelen = middelen om je schoon en mooi te houden.
Water alleen is vaak niet genoeg om iets schoon te maken. Hiervoor is zeep nodig.
Zeep is een emulgator en bestaat uit grote moleculen.
Hydrofiele kop (COO-) en hydrofobe staart (veel C-H atomen)
Hydrofiel = houdt van water
Hydrofoob = houdt niet van water
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Video
Staarten van zeepmoleculen gaan in het vet, de koppen van zeepmoleculen trekken naar het water. Zo komt het vet los van bv de kleding.