2M Modals

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Lesson plan
Last class
Modals: explanation
Modals: practice

Slide 2 - Tekstslide

What did we talk about during our last online class?

Slide 3 - Woordweb

Like I said...
This class we will be talking about modals. You may have heard of them before, but for your upcoming test it is important that you know all about them.

Slide 4 - Tekstslide

First things first,
what is a modal in Dutch?
A
Koppelwerkwoord
B
Hoofdwerkwoord / Zelfstandig werkwoord
C
Hulpwerkwoord

Slide 5 - Quizvraag

Modals
Modal = Hulpwerkwoord

Helpt het belangrijkste werkwoord in de zin om de boodschap over te brengen, het is een aanvulling op het hoofdwerkwoord.

You have to send that letter. = Jij moet die brief versturen.
She must go to work. = Zij moet naar haar werk gaan.

Slide 6 - Tekstslide

Modals
Je hebt verschillende hulpwerkwoorden:
Can - Could - Have to - Should - Must

Je verandert een modal verb nooit in de zin, die blijft altijd hetzelfde. Uitzondering: have to.

I have to - He/She/It has to - We/You/They have to 

Slide 7 - Tekstslide

Wat is de modal (hulpwerkwoord) in deze zin:
She could not leave him alone.

Slide 8 - Open vraag

Wat is de modal in deze zin:
You must walk up the stairs.

Slide 9 - Open vraag

Wat is de modal in deze zin:
He has to give his money away.

Slide 10 - Open vraag

Have to & should
Have to wordt gebruikt om aan te geven dat iemand iets moet doen. Het is dan verplicht.

Should wordt gebruikt om iemand advies te geven wanneer het niet verplicht is. Je zegt dan dus dat het goed/verstandig is om iets op een bepaalde manier te doen.

Slide 11 - Tekstslide

Must

Must gebruik je wanneer de spreker zelf vindt dat iets gedaan moet worden, naar hun eigen mening. 

Ook gebruik je must wanneer je iemand iets sterk wilt aanraden, maar het geen verplichting is.

Slide 12 - Tekstslide

Choose the correct modal:
You ....................... do it, it's in the rules!
A
must
B
have to
C
should
D
could

Slide 13 - Quizvraag

Choose the correct modal:
My advice would be that you ............. see a doctor.
A
should
B
have to
C
must
D
could

Slide 14 - Quizvraag

Fill in the correct modal:
I ........... really look at my finances today, it is high time I update them.

Slide 15 - Open vraag

Fill in the correct modal:
........... you help me figure out which dress I should buy?

Slide 16 - Open vraag

Fill in the correct modal:
Teachers ........... be paid a fair salary for their hard work.

Slide 17 - Open vraag

Now, tell me...
What did you learn today?

Slide 18 - Woordweb

Slide 19 - Tekstslide

See you next week

Slide 20 - Tekstslide