Quiz 1. Havo 4 en 5. opfrissertje examenstof.


A
Hier overheerst horizontale erosie.
B
Deze rivier stroomt in de middenloop.
C
Sedimentatie overheerst hier
D
Hier overheerst vertikale erosie.
1 / 18
volgende
Slide 1: Quizvraag
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4,5

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les


A
Hier overheerst horizontale erosie.
B
Deze rivier stroomt in de middenloop.
C
Sedimentatie overheerst hier
D
Hier overheerst vertikale erosie.

Slide 1 - Quizvraag


A
Hier is sprake van fysische verwering
B
Hier is sprake van mechanische verwering
C
Hier is sprake van chemische verwering

Slide 2 - Quizvraag


A
Dit is een schildvulkaan .
B
Deze vulkaan is ontstaan bij een divergente breuk.
C
Deze vulkaan ontstaat altijd bij convergente breuken.
D
Dit type vulkaan kun je vinden op Java. Het is een stratovulkaan.

Slide 3 - Quizvraag

Stratovulkaan
A
De eruptie bij een stratovulkaan is effusief en de lava is gasrijk en taai. Er komt soms een pyroclastische stroom vrij met daarin heet gas, as en brokken steen.
B
De eruptie bij een stratovulkaan is explosief en de lava is gasrijk en taai. Er komt soms een pyroclastische stroom met heet gas, as en brokken steen vrij.

Slide 4 - Quizvraag


A
Bij een subductiezone ontstaan schildvulkanen en bij een divergente breuk ontstaat de Mid-oceanische rug.
B
Diepzeetroggen en stratovulkanen ontstaan bij een subductiezone. Bij subductie verdwijnt oceanische plaat en bij de Mid-oceanische rug ontstaat nieuwe oceanische plaat.

Slide 5 - Quizvraag

De begrippen die bij deze afbeelding horen zijn:
A
Tektoniek, divergentie, convergentie , transform, subductie,endogeen, vulkanisme, aardbevingen, tsunami en geologische tijdschaal.
B
Tektoniek, ITCZ, subductie, endogeen, convectiestromen, midoceanische rug, aardbeving en basalt.

Slide 6 - Quizvraag


A
Gletsjers worden kleiner door de gevolgen van het versnelde broeikaseffect.
B
De gletsjers in Oostenrijk worden elk jaar groter omdat er meer sneeuw valt.
C
Door het smelten van de gletsjers krijgen de rivieren te maken met een tekort aan water.
D
Gletsjers komen steeds lager te liggen.

Slide 7 - Quizvraag


A
erosie
B
sedimentatie
C
verwering
D
landdegradatie

Slide 8 - Quizvraag

De Etna ligt op Sicilië. De Etna is een stratovulkaan.
A
Mount Etna is een van de meest actieve vulkanen in de wereld en is bijna constant actief. De vruchtbare vulkanische bodem van Mount Etna, is de reden dat er op de vulkaanhellingen veel landbouw wordt bedreven.
B
De uitbarsting van een stratovulkaan levert voor de omgeving weinig gevaar op. Alleen wanneer een lavastroom zich door bewoond gebied verplaatst kan er schade aan huizen en akkers ontstaan. Doden en gewonden komen echter zelden voor.

Slide 9 - Quizvraag


A
In de Grote Bosatlas kun je de klimaatclassificatie van Köppen vinden.
B
In de Grote Bosatlas kun je de klimaatclassificatie van Köppen niet vinden.

Slide 10 - Quizvraag

De stuw bij Driel.
A
De stuw bij Driel voorkomt overstromingen bij piekafvoer.
B
De stuw bij Driel zorgt ervoor dat het waterpeil in de Neder-Rijn hoog genoeg blijft voor de scheepvaart.
C
Door de stuw bij Driel zijn er geen kribben meer nodig.
D
De stuw bij Driel zorgt ervoor dat bij lage stand van de Rijn voldoende water in de IJssel en Waal blijft stromen.

Slide 11 - Quizvraag


A
Door Gletjers ontstaan U vormige dalen. Deze foto hoort bij verwering.
B
Door Gletsjers ontstaan U vormige dalen en morenen. Deze foto hoort bij transport en erosie.

Slide 12 - Quizvraag


A
In de Mekong Delta overheerst erosie.
B
In de Mekong Delta overheerst sedimentatie.

Slide 13 - Quizvraag


A
In Vietnam valt regen omdat het in een lage druk gebied ligt.
B
In Vietnam valt veel regen omdat het in een hoge druk gebied ligt.

Slide 14 - Quizvraag


A
In de Mekong Delta vind je veel pottenbakkers omdat klei gemakkelijk over de rivier kan worden aangevoerd.
B
In de Mekong Delta vind je veel pottenbakkers omdat er veel sediment is afgezet waaronder klei.

Slide 15 - Quizvraag


A
Savanne klimaat
B
Tropisch regenwoud klimaat
C
Maritiem klimaat
D
Pool klimaat

Slide 16 - Quizvraag


A
Cf klimaat
B
Cs klimaat
C
Cw klimaat

Slide 17 - Quizvraag


A
Voor het examen ken ik de klimaten:)
B
Ja, ik ken ze en ik kan ze ook vinden in de atlas!

Slide 18 - Quizvraag