Woordenschat: papier

1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 32 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Checklist
Leg je spullen op de hoek van je tafel. 
-Leesboek: 

-Boek Nieuw Nederlands: 

-Schrift Nederlands: 

-Hechtmap mee:

-Extra schrift mee: 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Lesopbouw

Eerste blokuur: 

1.  10 minuten lezen.

2. Huiswerk nakijken.

3. Nieuw onderwerp: Woordenschat.


Tweede blokuur: 

1. Woordenschat.

2. Huiswerk maken.




Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Lesopbouw

Eerste blokuur: 

1.  10 minuten lezen.

2. Tekst behandelen:  'papier'. 


Tweede blokuur: 

1. Tekst behandelen: 'papier'. 

2. Huiswerk nakijken.




Slide 6 - Tekstslide

Lesdoel
-Je leert over papierschaarste.
-Je kan de termen inleiding, middenstuk, deelonderwerpen, tussenkopjes, slot toepassen op de tekst. 
-Je begrijpt de termen titel, bron, onderwerp, alinea. 
-Je leert wat een hoofdgedachte is. 
-We starten met het maken van de woordenschatlijst.

Slide 7 - Tekstslide

Fragment uit het journaal van 16-8 2021 
https://www.npostart.nl/nos-journaal/16-08-2021/POW_04817730

Slide 8 - Tekstslide

Weetjes: 
In welke periode was er in Nederland ook papierschaarste? 

Slide 9 - Tekstslide

Weetjes: 
Gedurende de Tweede Wereldoorlog en enige jaren erna was er papierschaarste.

 Hergebruik van eerder gebruikte enveloppen. 

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Artikel: Papiertekort groot probleem voor boekensector: 'Sommige titels even niet voorradig'. 

Slide 12 - Tekstslide

Wat de titel? 

Slide 13 - Tekstslide

Wat een titel? 
  • De titel van een tekst geeft op een hele korte manier weer waar de tekst over gaat. 
  • Een titel kan bestaan uit één woord of uit een hele zin. 
  • De titel van staat bovenaan de tekst die je gaat lezen.

Papiertekort groot probleem voor boekensector: 'Sommige titels even niet voorradig'. 

Slide 14 - Tekstslide

Wat is de bron? 

Slide 15 - Tekstslide

Wat is de bron? 
  • Daar waar men informatie vandaan haalt. Een verhaal start bij een bron. Een bron is dus een punt waar iets begint. 

  • Een bron is ook het begin van een rivier, of een begin van een ziekte, (corona; de bron is hoogstwaarschijnlijk vleermuizen in China).


De bron is het NOS-journaal


Slide 16 - Tekstslide

Wie is de schrijver? 

Slide 17 - Tekstslide

Wie is de schrijver? 
  • Jeroen Schutijser journalist van de afdeling economie van het NOS. 

  • Een journalist doet onderzoek, schrijft een artikel en publiceert dit. Je kunt je als journalist specialiseren in een onderwerp: sport, regio, radio en televisie, misdaad, binnenlands nieuws, kunst, wetenschap, politiek, buitenland, financiën en economie.

Slide 18 - Tekstslide

Onderwerp
Waar gaat de tekst over? = Onderwerp

Het onderwerp druk je uit in één woord of enkele woorden (niet in een zin).

Slide 19 - Tekstslide

Onderwerp
Waar gaat de tekst over? Het onderwerp druk je uit in één woord of enkele woorden (niet in een zin).


Papierschaarste
Papiertekort
Boekensector in de problemen

Slide 20 - Tekstslide

Wat is een tussenkopje?

Slide 21 - Tekstslide

Wat is een tussenkopje?

  • Een tussenkopje is een titel van een alinea. Het maakt duidelijk waar de alinea over gaat. 
  • Het is vaak maar één woord. 
  •  Een tussenkopje maakt direct duidelijk waar een alinea over gaat. Het maakt het zoekend lezen (als je snel informatie in een tekst aan het zoeken bent) een heel stuk makkelijker.


Toiletpapier
Af en toe uitverkocht
Verkopen stijgen door

Slide 22 - Tekstslide

Wat is een alinea? 

Slide 23 - Tekstslide

Wat is een alinea? 
  • Een alinea is een stukje tekst van een of meer regels waarin je een onderwerp behandelt. 
  • Het is een onderdeel van een grotere tekst. 
  • Alinea's worden gescheiden door een witregel. 

Slide 24 - Tekstslide

Tekstopbouw en hoofdgedachte
Veel teksten bestaan uit drie delen: inleiding, middenstuk en slot

In de inleiding maak je kennis met het onderwerp van de tekst. 

In het middenstuk worden verschillende aspecten (delen) van het onderwerp belicht. Dit zijn de deelonderwerpen. 
Tussenkopjes helpen je om de deelonderwerpen te vinden.

Het laatste deel van een tekst is het slot. Hierin wordt het belangrijkste uit de tekst vaak kort herhaald. Soms wordt in het slot ook naar de toekomst gekeken of een advies gegeven.



Slide 25 - Tekstslide

5 minuten pauze

Slide 26 - Tekstslide

Inleiding
3. Wat is: (schrijf de regelnummers op: …….t/m ……..)
a. de inleiding is: …….t/m …….. 
b. het middenstuk: …….t/m …….. 
c. het slot : …….t/m …….. 

Slide 27 - Tekstslide

Hoofdgedachte
De hoofdgedachte geeft in één zin antwoord op de vraag: wat is het belangrijkste wat in de tekst over het onderwerp wordt gezegd? Het is de kortste samenvatting van een tekst.  
 
Je vindt de hoofdgedachte vaak in de inleiding of het slot.

Slide 28 - Tekstslide

Wat is een alinea?

Slide 29 - Tekstslide

Deelonderwerp
Een deelonderwerp zegt iets over een deel van het onderwerp. 
Een tekst gaat over een bepaald onderwerp en de alinea’s bespreken de verschillende kanten van dat onderwerp. Die verschillende kanten noemen we deelonderwerpen. Het onderwerp van de hele tekst wordt verdeeld in deelonderwerpen. 

Slide 30 - Tekstslide

Tot morgen!

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide