In deze les zitten 59 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Video
De bevolking groeit op basis van natuurlijke en sociale groei. Wat is de natuurlijke groei?
A
Op basis van natuurlijke cijfers
B
De lengte van de mensen
C
Op basis van geboorte en sterfte
D
Op basis van immigratie en emigratie
Slide 3 - Quizvraag
Wat is het verschil tussen absolute en relatieve cijfers?
Slide 4 - Open vraag
Bekijk de bron. Zeeland was in 2012 het meest vergrijsd en Flevoland het minst.
Geef een oorzaak waardoor Zeeland het meest vergrijsd was.
Slide 5 - Open vraag
Bekijk de bron. Zeeland was in 2012 het meest vergrijsd en Flevoland het minst.
Geef een oorzaak waardoor Flevoland het minst vergrijsd was.
Slide 6 - Open vraag
Slide 7 - Kaart
Slide 8 - Tekstslide
Vergrijzing is toename van het aantal ouderen. Geef een reden aan waarom in Nederland vergrijzing is toegenomen.
Slide 9 - Open vraag
Slide 10 - Video
Slide 11 - Tekstslide
CSE 2017 II
Kijk naar de figuur. Welke lijn geeft de ouderen aan?
A
Lijn 1
B
Lijn 2
C
Lijn 3
Slide 12 - Quizvraag
Slide 13 - Tekstslide
Organisaties zullen rekening moeten houden met een vergrijzende bevolking. Geef eerst met een voorbeeld aan op welke manier een woningbouwvereniging rekening moet houden met een vergrijzende bevolking.
Slide 14 - Open vraag
Geef daarna aan hoe een ziektekostenverzekeraar rekening moet houden met een vergrijzende bevolking.
Slide 15 - Open vraag
www.cbs.nl
Slide 16 - Link
Nederland tot 1965 émigratieland
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Video
Nederland ná 1965IMMIGRATIEland
Slide 19 - Tekstslide
Welke 3 groepen komen naar Nederland?
Slide 20 - Woordweb
Slide 21 - Video
Gastarbeiders
Slide 22 - Tekstslide
voormalige kolonie Suriname
Slide 23 - Tekstslide
Seizoensmigranten
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
statline.cbs.nl
Slide 26 - Link
Slide 27 - Video
Slide 28 - Tekstslide
Noem 3 gebieden in NL met krimp
Slide 29 - Open vraag
Slide 30 - Tekstslide
Slide 31 - Tekstslide
Voorzieningen gaan weg..
Slide 32 - Tekstslide
Alle bedrijven moeten een minimum aan aantal klanten hebben om te kunnen bestaan (*drempelwaarde)
Slide 33 - Tekstslide
Als de drempelwaarde niet meer gehaald wordt, gaan bedrijven failliet.
Slide 34 - Tekstslide
Happy Italy doet het heel goed
De reikwijdte van het bedrijf is prima *door welvaart & mobiliteit
Slide 35 - Tekstslide
Slide 36 - Tekstslide
Slide 37 - Video
Slide 38 - Tekstslide
Slide 39 - Kaart
Delfzijl = krimpgebied)
vroeger
Slide 40 - Tekstslide
Delfzijl (nog steeds krimpgebied)
nu
Slide 41 - Tekstslide
Migratie van het platteland naar de steden heeft invloed op het sterftecijfer in de steden. Leg deze invloed uit!
Slide 42 - Open vraag
Wat is het verschil tussen urbanisatie, suburbanisatie en re-urbanisatie
Slide 43 - Open vraag
Slide 44 - Tekstslide
Een agglomeratie is
A
een groot dorp
B
Stad met vastgegroeide randgemeenten
C
Een kleine stad
D
Een groot stedelijk gebied
Slide 45 - Quizvraag
Slide 46 - Tekstslide
Slide 47 - Tekstslide
Slide 48 - Tekstslide
Slide 49 - Tekstslide
Welk begrip?
A
Stad
B
Agglomeratie
C
Stadsgewest
D
Stedelijk gebied
Slide 50 - Quizvraag
Welk begrip?
A
Stad
B
Agglomeratie
C
Stadsgewest
D
Stedelijk gebied
Slide 51 - Quizvraag
Agglomeratie
Een stad die vastgegroeid is aan een andere stad of aan voorsteden.