Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
Rijn IJssel
Bezoek de website
‹
Terug naar zoeken
3.2 Lineaire grafiek bij formule 2 Theorie B
Programma
3.2 Lineaire grafiek bij formule
Opgaven maken
Programma
1 / 54
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Wiskunde
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
In deze les zitten
54 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
1 video
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Programma
3.2 Lineaire grafiek bij formule
Opgaven maken
Programma
Slide 1 - Tekstslide
Lineair of niet?
A
Ja
B
Nee
Slide 2 - Quizvraag
Een vloeiende kromme teken je...
A
met liniaal
B
zonder liniaal
Slide 3 - Quizvraag
Lineair of niet?
A
Ja
B
Nee
Slide 4 - Quizvraag
Welke bewering is juist?
(Het is een vloeiende kromme!)
A
De grafiek is lineair
B
De grafiek daalt steeds sneller
C
De grafiek stijgt eerst en daalt daarna
D
De grafiek daalt steeds langzamer
Slide 5 - Quizvraag
Welke grafieken zijn
vloeiende krommen?
A
grafiek 1
B
grafiek3
C
grafiek 4
D
grafiek 5
Slide 6 - Quizvraag
3.2 - leerdoelen deze les
leerdoelen
ik kan een letterformule maken en hiermee rekenen
ik kan een grafiek tekenen als ik een formule heb
Slide 7 - Tekstslide
3.2 Lineaire grafiek bij formule
Woordformule:
Inkomsten in € = 3 + 5 x tijd in uren
Slide 8 - Tekstslide
3.2 Lineaire grafiek bij formule
Woordformule:
Inkomsten in € = 3 + 5 x tijd in uren
Zonder woorden kan je de formule sneller schrijven
Letterformule:
I = 3 + 5t
Slide 9 - Tekstslide
3.2 Lineaire grafiek bij formule
Letterformule:
I = 3 + 5t
I = inkomsten in €
t = tijd in uren
Slide 10 - Tekstslide
3.2 Lineaire grafiek bij formule
I en t noemen we dan variabelen
Letterformule:
I = 3 + 5t
I = inkomsten in €
t = tijd in uren
Slide 11 - Tekstslide
3.2 Lineaire grafiek bij formule
K = 25 + 130t
Wat zijn hier de variabelen?
Slide 12 - Tekstslide
3.2 Lineaire grafiek bij formule
K = 25 + 130t
Wat zijn hier de variabelen?
K en t
Slide 13 - Tekstslide
3.2 Lineaire grafiek bij formule
I = 3 + 5t
Wat zijn hier de variabelen?
I = inkomsten
t = tijd
5
3
Slide 14 - Tekstslide
3.2 Lineaire grafiek bij formule
I = 3 + 5t
variabele
I = inkomsten
variabele
t = tijd
5
3
Slide 15 - Tekstslide
3.2 Lineaire grafiek bij formule
I = 3 + 5t
variabele
I = inkomsten
variabele
t = tijd
5
3
begingetal
Slide 16 - Tekstslide
3.2 Lineaire grafiek bij formule
I = 3 + 5t
variabele
I = inkomsten
variabele
t = tijd
5
3
stijggetal
begingetal
Slide 17 - Tekstslide
3.2 Lineaire grafiek bij formule
I = 3 + 5t
variabele
I = inkomsten
variabele
t = tijd
5
3
stijggetal
begingetal
richtings-
coëfficiënt
Slide 18 - Tekstslide
3.2 Lineaire grafiek bij formule
I = 3 + 5t
variabele
I = inkomsten
variabele
t = tijd
5
3
stijggetal
begingetal
richtings-
coëfficiënt
r.c.
Slide 19 - Tekstslide
3.2 Lineaire grafiek bij formule
K = 6 - 2t
Is de richtingscoëfficient 2 of -2?
Slide 20 - Tekstslide
3.2 Lineaire grafiek bij formule
K = 6 - 2t
Is de richtingscoëfficiënt 2 of -2?
r.c. = -2
Dus neem de min mee!
Slide 21 - Tekstslide
3.2 Lineaire grafiek bij formule
grafiek tekenen als je een formule hebt
(zonder werkboek)
Slide 22 - Tekstslide
3.2 Lineaire grafiek bij formule
Slide 23 - Tekstslide
3.2 Lineaire grafiek bij formule
Slide 24 - Tekstslide
3.2 Lineaire grafiek bij formule
horizontale as
Slide 25 - Tekstslide
3.2 Lineaire grafiek bij formule
horizontale as
Slide 26 - Tekstslide
3.2 Lineaire grafiek bij formule
horizontale as
verticale as
Slide 27 - Tekstslide
3.2 Lineaire grafiek bij formule
Hoe lang moet de horizontale as zijn?
Slide 28 - Tekstslide
3.2 Lineaire grafiek bij formule
200
horizontale as
Slide 29 - Tekstslide
3.2 Lineaire grafiek bij formule
200
horizontale as
0
Slide 30 - Tekstslide
3.2 Lineaire grafiek bij formule
200
horizontale as
0
0, 25, 50, 75 enz (stapjes van 25)
Slide 31 - Tekstslide
3.2 Lineaire grafiek bij formule
200
horizontale as
0
0, 25, 50, 75 enz (stapjes van 25)
0, 50, 100 enz (stapjes van 50)
Slide 32 - Tekstslide
3.2 Lineaire grafiek bij formule
horizontale as
verticale as
Hoe lang moet de
verticale as zijn?
200
Slide 33 - Tekstslide
3.2 Lineaire grafiek bij formule
horizontale as
verticale as
Hoe lang moet de
verticale as zijn?
200
Slide 34 - Tekstslide
3.2 Lineaire grafiek bij formule
200
K = 12,50 + 0,025 x 200
Slide 35 - Tekstslide
3.2 Lineaire grafiek bij formule
200
K = 12,50 + 0,025 x 200
K = 12,50 + 5
Slide 36 - Tekstslide
3.2 Lineaire grafiek bij formule
200
K = 12,50 + 0,025 x 200
K = 12,50 + 5
K = 17,50
Slide 37 - Tekstslide
3.2 Lineaire grafiek bij formule
200
K = 12,50 + 0,025 x 200
K = 12,50 + 5
K = 17,50
Dus verticale as iets meer: 18
Slide 38 - Tekstslide
3.2 Lineaire grafiek bij formule
horizontale as
verticale as
200
18
Slide 39 - Tekstslide
3.2 Lineaire grafiek bij formule
Nu punten in het assenstelsel om de grafiek te kunnen tekenen
Slide 40 - Tekstslide
3.2 Lineaire grafiek bij formule
Kies de laagste t -> t = 0
Slide 41 - Tekstslide
3.2 Lineaire grafiek bij formule
Kies de laagste t -> t = 0
K = 12,50 + 0,025 x 0
Slide 42 - Tekstslide
3.2 Lineaire grafiek bij formule
Kies de laagste t -> t = 0
K = 12,50 + 0,025 x 0
K = 12,50
Slide 43 - Tekstslide
3.2 Lineaire grafiek bij formule
Kies de laagste t -> t = 0
K = 12,50 + 0,025 x 0
K = 12,50
(0 ; 12,50)
Slide 44 - Tekstslide
3.2 Lineaire grafiek bij formule
Kies de hoogste t -> t = 200
Slide 45 - Tekstslide
3.2 Lineaire grafiek bij formule
Kies de hoogste t -> t = 200
K = 12,50 + 0,025 x 200
K = 17,50
(200 ; 17,50)
Slide 46 - Tekstslide
3.2 Lineaire grafiek bij formule
Slide 47 - Tekstslide
3.2 Lineaire grafiek bij formule
Slide 48 - Tekstslide
3.2 Lineaire grafiek bij formule
Scheurlijn
Slide 49 - Tekstslide
3.2 Lineaire grafiek bij formule
Scheurlijn
anders heel stuk leeg in de grafiek
Slide 50 - Tekstslide
3.2 Lineaire grafiek bij formule
Minimum
Slide 51 - Tekstslide
3.2 Lineaire grafiek bij formule
Minimum
Laagste punt in de grafiek
Slide 52 - Tekstslide
Opgaven maken
dinsdag af:
Opgaven:
3.2 - 12, 13, 15, 20, 22, 23
Slide 53 - Tekstslide
Slide 54 - Video