Tussen-n en woordenschat

1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

1. Wat betekent 'frappant'?
A
onopvallend
B
breekbaar
C
in het oog lopend
D
lekker

Slide 2 - Quizvraag

2. Wat betekent 'uitbesteden'?
A
werk door anderen laten doen
B
geld uitgeven
C
niet uitwerken van opdrachten
D
buiten betalen

Slide 3 - Quizvraag

3. Wat betekent 'evolueren'?
A
ontwikkelen
B
waarderen
C
reflecteren
D
beter worden

Slide 4 - Quizvraag

4. Wat is een 'goeroe'?
A
grote vogel
B
godsdienstfanaat
C
leider met veel volgelingen
D
verguisde leider

Slide 5 - Quizvraag

5. Wat is een 'decennium'?
A
afstand van 10 kilometer
B
lengte van 10 meter
C
tijdvak van 10 uur
D
periode van 10 jaar

Slide 6 - Quizvraag

6. Wat betekent 'welbevinden'?
A
verblijfplaats
B
gevoel van tevredenheid
C
vakantie vieren
D
in wellnessruimte zijn

Slide 7 - Quizvraag

7. Wat betekent 'Ik heb discipline'?
A
Ik heb kennis van een vakgebied.
B
Ik ben heel duidelijk.
C
Ik kan mezelf goed ergens toe zetten.
D
Ik werk in het leger.

Slide 8 - Quizvraag

8. Wat betekent 'Zijn gedrag is acceptabel'?
A
Er is twijfel over zijn gedrag.
B
Hij mag zich niet zo gedragen.
C
Zijn gedrag is oké.
D
Zijn gedrag wordt niet goedgekeurd.

Slide 9 - Quizvraag

9. Wat is een 'drijfveer'?
A
onderdeel van een auto
B
instrument voor veilig zwemmen
C
lichtgewicht boot
D
beweegreden

Slide 10 - Quizvraag

10. Wat is 'zijdelings'?
A
direct
B
indirect
C
rechtstreeks
D
van zijde gemaakt

Slide 11 - Quizvraag

11.
verschil
vitaliteit
prognose
diagnose
innovatie
promotie
onderscheid
levenslust
voorspelling
vaststelling
vernieuwing
bevordering

Slide 12 - Sleepvraag

12. Welk woord ontbreekt?
Het is echt een heerlijke plek. Je kunt daar naar h......... zwemmen, dansen en sporten.

Slide 13 - Open vraag

13. Welk woord ontbreekt?
Deze winkel o........... zich van andere winkels doordat hij ook 's nachts open is.

Slide 14 - Open vraag

14. Welk woord ontbreekt?
De v......... wordt bevorderd door gezond te eten en veel te bewegen.

Slide 15 - Open vraag

15. Welk woord ontbreekt?
We kunnen meer winst maken door aan p....... te doen: folders uitdelen en advertenties plaatsen.

Slide 16 - Open vraag

Wat is de juiste schrijfwijze?
A
wandkastesysteem
B
wandkastensysteem

Slide 17 - Quizvraag

Wat is goed geschreven?
A
hoogtemeter
B
hoogtenmeter

Slide 18 - Quizvraag

Wat is goed geschreven?
A
zonnenstraal
B
zonnestraal

Slide 19 - Quizvraag

Wat is goed geschreven?
A
reuzenleuk
B
reuzeleuk

Slide 20 - Quizvraag

Wat is goed geschreven?
A
reuzesprong
B
reuzensprong

Slide 21 - Quizvraag

Wat is goed geschreven?
A
rijstepap
B
rijstenpap

Slide 22 - Quizvraag

Wat is goed geschreven?
A
ruggespraak
B
ruggenspraak

Slide 23 - Quizvraag

Wat is goed geschreven?
A
ruggeprik
B
ruggenprik

Slide 24 - Quizvraag

Wat is goed geschreven?
A
dronkeman
B
dronkenman

Slide 25 - Quizvraag

Wat is goed geschreven?
A
wiegenlied
B
wiegelied

Slide 26 - Quizvraag

Wat is goed geschreven?
A
schilderbedrijf
B
schildersbedrijf

Slide 27 - Quizvraag

Ik vond deze les
te makkelijk
makkelijk
precies goed
moeilijk
te moeilijk

Slide 28 - Poll

Vragen?
VRAGEN?

Slide 29 - Tekstslide