In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
De Huid
Info gebruikt van:
Malmberg methode Biologie en verzorging voor jou
Biologiepagina.nl
Bioplek.org
Biologieweb.nl
e.a.
Slide 1 - Tekstslide
Wat weet jij (al) van de huid?
- Ken je de onderdelen van de huid?
- Ken je de kenmerken en de functies van de delen van de huid?
Slide 2 - Tekstslide
Sleep naar de juiste plek
Opperhuid
Lederhuid
Onderhuids bindweefsel
Slide 3 - Sleepvraag
1. Tastzintuig: Een zintuig dat in de huid ligt en reageert op lichte aanraking 2. Drukzintuig: Ligt dieper in de huid dan een tastzintuig. Reageert op druk
A
1: waar
2: nietwaar
B
1: nietwaar
2: waar
C
beide waar
D
beide nietwaar
Slide 4 - Quizvraag
De huid Wat is juist?
A
A: dode cellen
B: deze cellen gaan dood
C: nieuwe cellen worden gevormd
1 : Hoornlaag - 2. Kiemlaag
B
A: nieuwe cellen worden gevormd
B: dode cellen
C: deze cellen gaan dood
1. Opperhuid - 2. Hoornlaag
Slide 5 - Quizvraag
In volgorde nr. 2 nr. 3
A
nr. 2: zenuw
nr. 3: haarzakje
B
nr. 2: bloedvat
nr. 3: talgklier
C
nr. 2: zenuw
nr. 3: talgklier
D
nr. 2: bloedvat
nr. 3: haarzakje
Slide 6 - Quizvraag
Sleep naar de juiste plek
Opperhuid
Lederhuid
Onderhuids bindweefsel
Slide 7 - Sleepvraag
In volgorde nr. 4 nr. 5
A
nr. 4: zenuw
nr. 5: zweetklier
B
nr. 4: pijnpunt
nr. 5: zweetklier
C
nr. 4: pijnpunt
nr. 5: talgklier
D
nr. 4: talgknop
nr. 5: zweetpunt
Slide 8 - Quizvraag
1. Op sommige plekken is de hoornlaag extra dik: daar zit eelt. Eelt geeft extra bescherming omdat dit op plekken zit waar de hoornlaag snel slijt. Bijv. de voetzolen en/of de handen. 2. De huid is het grootste orgaan van je lichaam
A
1: Waar
2: Nietwaar
B
1:Nietwaar
2: Waar
C
Beide waar
D
Beide nietwaar
Slide 9 - Quizvraag
In volgorde nr. 6 nr. 10
A
nr. 6: talgklier
nr. 10: kiemlaag
B
nr. 6: hoornlaag
nr. 10: testknopje
C
nr. 6: drukzintuig
nr. 10: kiemlaag
D
nr. 6: drukzintuig
nr. 10: opperhuid
Slide 10 - Quizvraag
1. Talg wordt geproduceerd door de talgklieren. 2. Talgklieren liggen 'naast' een haar. 3. Talg zorgt ervoor dat de haren en de hoornlaag soepel blijven. 4. Talgklieren liggen in de lederhuid.
A
1 en 3: waar
2 en 4: nietwaar
B
1, 2 en 4: waar
3: nietwaar
C
2, 3 en 4: waar
D
allemaal waar
Slide 11 - Quizvraag
opperhuid
in lederhuid
onderhuids bindweefsel
talgklier
haren
tastknopje
vet
pijnpunt
drukzintuig
bloedvat
haarspiertje
zweetklier
Slide 12 - Sleepvraag
Wat is het verschil tussen tastzintuigen en drukzintuigen
A
Tastzintuigen liggen vlak onder de kiemlaag in de lederhuid
B
Door de tastzintuigen kun je glad, ruw, hard waarnemen
C
Drukzintuigen liggen in de kiemlaag
D
Overal in de huid liggen evenveel tastzintuigen
Slide 13 - Quizvraag
1: Huidlaag met resten van dode cellen die beschermt tegen beschadiging, uitdroging en ziekteverwekkers 2: De huidlaag met levende cellen. Er worden daarin steeds nieuwe cellen gevormd
A
1: Hoornlaag
2: Lederhuid
B
1: Opperhuid
2: Kiemlaag
C
1: Kiemlaag
2: Hoornlaag
D
1: Hoornlaag
2: Kiemlaag
Slide 14 - Quizvraag
De huidlaag met daarin zintuigen en zweetklieren
A
Hoornlaag
B
Opperhuid
C
Lederhuid
D
Onderhuids bindweefsel
Slide 15 - Quizvraag
1: Het is een zintuig dat in de huid ligt en reageert op kou 2: Een zintuig dat in de huid ligt en reageert op warmte