BMI DNA verdieping Lessen

1 / 135
volgende
Slide 1: Tekstslide
Biologie LaboratoriumtechniekMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 135 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

2 meter per cel, 37 biljoen cellen, 37.000.000.000.000 (x 2)
https://sciencesamhita.com/dna-as-the-genetic-material/
Alle cellen dezelfde Code. Waarom RNA?

Een gen is het DNA recept voor een eiwit

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Transcriptie (RNA gevormd langs DNA)

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Steviger vast?
A
1
B
2
C
3

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Laagste smeltpunt?
A
1
B
2
C
3

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hebben alle cellen in een organisme dezelfde DNA code?
A
Ja
B
Nee

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Beschrijf wat een gen is

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Staan in alle cellen van een organisme dezelfde genen 'aan'?
A
Ja
B
Nee

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de goede volgorde?
A
RNA -> DNA -> Aminozuren (eiwit)
B
Aminozuren (eiwit) -> RNA -> DNA
C
DNA -> RNA -> Aminozuren (eiwit)
D
DNA -> Aminozuren (eiwit) -> RNA

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

5
1

Slide 18 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat voor een molecuul was dat eigenlijk?
A
Ribose
B
Stikstofbase
C
Fosfaatgroep
D
Deoxyribose

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

5' 
3'

Slide 20 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Uit welke drie componenten bestaat een nucleotide?

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

BMI Verdieping DNA Theorie
Week 2
M. Moeskops

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Benoem 3 verschillen tussen DNA en RNA

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verklaar dat een DNA streng met veel G C nucleotiden een hoger smeltpunt heeft.

Slide 27 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

RNA wordt van het 5' naar het 3' einde gelezen door een ribosoom bij eiwitproductie. Leg uit wat deze 5' 3' oriëntatie betekent.

Slide 29 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdstuk 1 vragen die je besproken wil hebben?

Slide 32 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer moet een cel zijn DNA verdubbelen?

Slide 34 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De nieuwe streng wordt van 5' naar 3' aangemaakt.

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom verbruikt de DNA polymerase ATP?

Slide 37 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom moet een cel constant eiwitten aanmaken?

Slide 39 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5'-> 3'

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


A
3' naar 5'
B
5' naar 3'

Slide 43 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel verschillende tRNA's zijn er?
A
61
B
60
C
68
D
64

Slide 45 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke aminozuur volgordes leveren de volgende mRNA codes op?
A. 5’ AUGAUAGGGUGUUGA 3’
B. 5’ GUAUGCACUUUUAA 3’
C. 5’ AUGGAGAAUUAGAGG 3’
D. 3’ AGUUGCGCCACGGUA 5’

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

A. 5’ AUGAUAGGGUGUUGA 3’
B. 5’ GUAUGCACUUUUAA 3’
C. 5’ AUGGAGAAUUAGAGG 3’
D. 3’ AGUUGCGCCACGGUA 5’

Slide 47 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vrijdag 

Slide 48 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Biomoleculaire Identificatie

Week 3
M. Moeskops

Slide 49 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesplan
  • Vragen over het vak
  • Vragen over de theorieopgaven
  • Herhaling Replicatie, Transcriptie & Translatie
& Genetisch Code
  • Uitleg PCR concept

Slide 50 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vragen voorafgaand aan de les? Over de praktijk of theorie?

Slide 51 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Vragen over de opgave uit de bundel
H1 - 3?

Slide 52 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Als een cel gaat delen dan moet voorafgaand aan de mitose het DNA worden verdubbeld via
A
replicatie
B
transcriptie
C
translatie
D
eiwitsynthese

Slide 53 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Deze DNA replicatie vindt plaats in welke fase van de cel cyclus?
A
G1
B
G2
C
S
D
M

Slide 54 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk eiwit staat centraal in de DNA replicatie?
A
Ribosoom
B
Insuline
C
DNA polymerase
D
RNA polymerase

Slide 55 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De nieuwe DNA streng wordt van ... naar ... aangemaakt
A
7 naar 6
B
3 naar 5
C
5 naar 3
D
1023 naar 3.141

Slide 56 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het centrale eiwit tijdens transcriptie is
A
RNA polymerase
B
DNA polymerase
C
Cytochroom C
D
Albumine

Slide 57 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer wordt het proces van transcriptie en translatie van een gen aangezet? Leg uit.

Slide 58 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

De nieuwe RNA streng wordt van ... naar ... aangemaakt
A
7 naar 6
B
3 naar 5
C
5 naar 3
D
1023 naar 3.141

Slide 59 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk eiwit leest de nucleotiden code van RNA en vertaalt dit naar een aminozuurcode?
A
Nucleotide
B
tRNA
C
Ligase
D
Ribosoom

Slide 60 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan ieder ...1.. op het RNA kan een specifieke ..2... binden met een ...3... eraan vast.

Slide 61 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Beschrijf het proces van translatie zo duidelijk mogelijk

Slide 62 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke aminozuur volgordes leveren de volgende mRNA codes op?
A. 5’ CAUGCAUCGUUGAAG 3’
B. 5’ ACGGAUGAUUGUUUAA 3’
C. 5’ AUGGAGAAUUAGAGG 3’
D. 3’GAGUUGAGCCACCGUAG 5’

Slide 63 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

A. 5’ CAUGCAUCGUUGAAG 3’
B. 5’ ACGGAUGAUUGUUUAA 3’
C. 5’ AUGGAGAAUUAGAGG 3’
D. 3’GAGUUGAGCCACCGUAG 5’

Slide 64 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 65 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 66 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Beschrijf de functie in de PCR reactie:
1. Taq polymerase 2. dNTPs 3. MgCl2 4. MiliQ
5. Template DNA 6. Primers

Slide 67 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

De PCR reactie is exponentieel, leg uit waarom

Slide 68 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Echter, de hoeveelheid nieuw aangemaakte DNA strengen neemt toch af na 30+ cycli, waarom?

Slide 69 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom maak je een mastermix voor qPCR en PCR? Geef twee redenen.

Slide 70 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Komende twee weken
Theorie opgaven afmaken voor volgende week zondag. 
4. Polymerase Chain Reaction (PCR)

5. quantitative Polymerase Chain Reaction (qPCR) (starten)

UItvoeren qPCR 1 (voorbereid aankomen in lab!)

Slide 71 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Biomoleculaire Identificatie

Week 4
M. Moeskops

Slide 72 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesplan
  • Vragen over het vak
  • Vragen over de theorieopgaven
  • Herhaling PCR
& Genetisch Code
  • Uitleg PCR concept

Slide 73 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vragen voorafgaand aan de les? Over de praktijk of theorie?

Slide 74 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Vragen over de opgave uit de bundel
H4?

Slide 75 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Welke aminozuur volgordes leveren de volgende mRNA codes op?
A. 5’ CAUGCAUCGUUGAAG 3’
B. 5’ ACGGAUGAUUGUUUAA 3’
C. 5’ AUGGAGAAUUAGAGG 3’
D. 3’GAGUUGAGCCACCGUAG 5’

Slide 76 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Slide 77 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

De PCR reactie is exponentieel, leg uit waarom

Slide 78 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom maak je een mastermix voor qPCR en PCR? Geef twee redenen.

Slide 79 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

1

Slide 80 - Video

Deze slide heeft geen instructies

03:18
Leg uit waarom de hoeveelheid Target DNA wel en de rest van het template DNA niet exponentieel wordt vermenigvuldigd

Slide 81 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is qPCR?
quantitative
polymerase
chain 
reaction


Slide 82 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leg het verschil uit tussen kwantitatief en kwalitatief

Slide 83 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

qPCR voordeel
Hoe kijk je bij een normale PCR naar hoeveel product je vormt?

Kun je deze hoeveelheidsbepaling per cyclus doen?

Is deze bepaling erg nauwkeurig?

Slide 84 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 85 - Video

Deze slide heeft geen instructies

SYBR green

Slide 86 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 87 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

TaqMan probe

Slide 88 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Neem de hoeveelheid fluorescentie exponentieel of liniair toe? leg uit

Slide 89 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Komende week
Theorie opgaven afmaken voor as zondag. 
4. Polymerase Chain Reaction (PCR)


Tweede groep:
UItvoeren qPCR 1 (voorbereid aankomen in lab!)
PCR op gel

Slide 90 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Biomoleculaire Identificatie

Week 5
M. Moeskops

Slide 91 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesplan
  • Vragen over het vak
  • Herhaling qPCR concept
  • Uitleg PCR concept
  • Werken aan opdracht qPCR

Slide 92 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 93 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vragen? Over vak of over opgaven?

Slide 94 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 95 - Video

Deze slide heeft geen instructies

SYBR green

Slide 96 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

TaqMan probe

Slide 97 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Iedere cyclus verdubbelt het target DNA

Slide 98 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Is de X as in de qPCR grafiek logaritmisch/exponentieel of liniair? Leg uit.

Slide 99 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Is de Y as in de qPCR grafiek logaritmisch/exponentieel of liniair? Leg uit.

Slide 100 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Stel je hebt een 100% effectieve qPCR, en je begint met 10 moleculen target DNA. Hoeveel moleculen heb je na 3 cycli?
A
10
B
30
C
40
D
80

Slide 101 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Stel je hebt een 100% effectieve qPCR, en je begint met 10 moleculen target DNA. Hoeveel moleculen heb je na 7 cycli?
A
640
B
1280
C
320
D
1350

Slide 102 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

100% efficiënte PCR 



y = eind hoeveelheid moleculen
x = starthoeveelheid moleculen
y=x2Cyclus

Slide 103 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel moleculen heb je bij een 100% efficiente qPCR als je start met 4591 na 12 cycli?

y=x2Cyclus
y=x2Cyclus
y=x2Cyclus
y=x2Cyclus
y=x2cyclus
A
1249061
B
18804736
C
233859034
D
29458210

Slide 104 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 105 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stel een monster met 50 moleculen target DNA heeft een Ct waarde van 24, wat is de Ct waarde van een monster met 100 moleculen target DNA?

Slide 106 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat gebeurt er met de Ct waarde als je een monster 2x verdunt? En als je het 16x verdunt?

Slide 107 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 108 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hier is een qPCR op een verdunningsreeks ingezet. Wat is hiervan het nut?

Slide 109 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat voor een verschil in Ct waardes verwacht je tussen de verdunningen?
y=a2cyclus

Slide 110 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Is deze controle succesvol?

Slide 111 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zou een reden kunnen zijn voor een afwijkende verdunningsreeks?

Slide 112 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Komende twee weken
Theorie opgaven voor zondag  11 oktober:
5. Quantitative Polymerase Chain Reaction (qPCR)
Practicum:
qPCR 2 (monsters meenemen)
qPCR 1 data verwerking

Slide 113 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hier is een qPCR op een verdunningsreeks ingezet. Wat is hiervan het nut?

Slide 114 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat voor een verschil in Ct waardes verwacht je tussen de verdunningen?
y=a2cyclus

Slide 115 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Is deze controle succesvol?

Slide 116 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zou een reden kunnen zijn voor een afwijkende verdunningsreeks?

Slide 117 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 118 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Biomoleculaire Identificatie

Week 6
M. Moeskops

Slide 119 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesplan
  • Vragen over het vak / examen?
  • Uitleg qPCR concept
  • Uitleg RT-PCR

Slide 120 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vragen over het vak/examen?

Slide 121 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Hier is een qPCR op een verdunningsreeks ingezet. Wat is hiervan het nut?

Slide 122 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat voor een verschil in Ct waardes verwacht je tussen de verdunningen?
y=a2cyclus

Slide 123 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Is deze controle succesvol?

Slide 124 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zou een reden kunnen zijn voor een afwijkende verdunningsreeks?

Slide 125 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 126 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 127 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zoek een andere toepassing van
qRT-PCR op.

Slide 128 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat te doen voor examen?
- Doornemen bundel; Focus op qPCR principe, uitvoering en  Kritisch kijken naar resultaten en betrouwbaarheid.
- Afmaken labjournaal; Meenemen voor inzage
- Doorlezen examendocument; Waar wordt je op beoordeeld

Slide 129 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vragen over het vak/examen?

Slide 130 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 131 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 132 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 133 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 134 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 135 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies