9.3 / Vergelijkingen oplossen met de Balansmethode

Telefoon in de telefoontas.
Laptop dicht.
Welkom   wiskunde!
Wat gaan we doen?
●  Lesdoel bespreken
●  Terugblik: H3 en vk9 t/m 9.2
●  Nieuwe theorie: 9.3
●  Zelfstandig werken
●  Huiswerk en afsluiting
bij
We gaan zo starten.
.
Leg je
wiskunde-
spullen 
op tafel.
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Telefoon in de telefoontas.
Laptop dicht.
Welkom   wiskunde!
Wat gaan we doen?
●  Lesdoel bespreken
●  Terugblik: H3 en vk9 t/m 9.2
●  Nieuwe theorie: 9.3
●  Zelfstandig werken
●  Huiswerk en afsluiting
bij
We gaan zo starten.
.
Leg je
wiskunde-
spullen 
op tafel.

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoel
Je weet wat het linkerlid en het rechterlid van een vergelijking is.

Je kunt een vergelijking oplossen met de balansmethode.









H9: Grafieken & vergelijkingen
Vk Grafieken en vergelijkingen
1. Bijzondere grafieken
2. Som- en verschilgrafiek
3. Vergelijkingen oplossen
     met de balansmethode

4. Oplossen met inklemmen
H3: Formules en grafieken
Vk Rekenen met formules
1. Lineair of niet
2. Lineaire grafiek bij formule
3. Regelmaat in tabellen
4. Formules bij een tabel
5. Formule bij een grafiek  
6. Richtingscoëfficiënt
     berekenen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik
  • Wat zijn het begingetal, de variabelen en de richtingscoefficient in
              y = 5x + 80
  • Waar gebruik je variabelen, begingetal en rc voor bij een grafiek?
  • Hoe weet je hoe groot je de assen van een assenstelsel moet maken?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik
  • Wat is de richtingscoefficient
     in deze grafiek?
  • En het begingetal?
  • Wat zijn de variabelen?
  • Wat is de formule?

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik
  • Welke 3 soorten bijzondere grafieken kennen we? 
  • Hoe ziet de grafiek van y = 7 er uit? 
  • Door welke punten gaat  y = x ?
  • Hoe maak je de somformule bij de volgende 2 formules?
                      Kosten in € =   50 + 25      x tijd in weken
                      Kosten in € =   75 + 17,50  x tijd in weken
  •    Totale kosten in € = 125 + 42,50 x tijd in weken

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

som = +           Verschil = -

Bestaan twee formules uit gelijksoortige termen, dan kun je ze bij elkaar optellen (som) of van elkaar afhalen (verschil)

Voorbeeld:
Kosten = 12 + 5u                    Hierin is u het aantal gewerkte uren
kosten =  3u 

In beide formules gaat het over kosten en uren. Dit zijn gelijksoortige termen.
Het gaat beide over het zelfde.

De somformule wordt dan:     Kosten = 12 + 8u
Som en verschil formule
uitleg 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik
Stel:



Opa betaalt beide fietsen, moeten we dan de som of het verschil gebruiken?





  • De grafiek van de laatste formule heet de somgrafiek.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik: Grafiek tekenen
 
Teken de grafiek bij de formule y = -1,5x + 4
Stappenplan grafiek tekenen: 
1. Maak de tabel 
2. Bereken de y in de tabel
3. Maak een assenstelsel
4. Zet de punten vanuit de tabel in je assenstelsel
5. Trek een rechte lijn door de 2 punten




x
0
4
y

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld
Je huurt twee huisjes op een vakantiepark, maak de somformule en de verschil formule
Som (hoeveel is het samen):

Huurprijs in € = 80+250w
Huurprijs in € = 20+270w
Totaal                 100+520w
Verschil (wat is het verschil):

Huurprijs in € = 80+250w
Huurprijs in € = 20+270w -
Verschil               60-20w

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik
Wat is de verschil formule van prijs 2 - prijs 1 ? Kun je de grafiek van deze formule tekenen?
Prijs 1   L=2r +5
Prijs 2  L=4r +2


Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

9.3: Balansmethode
Met de balansmethode kun je vergelijkingen oplossen. 
Bijvoorbeeld: Hoeveel is a in 5a + 2 = 22?
  • a = 4
  • Deze vergelijking is niet heel moeilijk. Maar...
    Kun je ook 7b - 15 = 5b + 15 oplossen? Hoeveel is de b?
  • Om dit op te lossen gebruiken we de balansmethode.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

9.3: Balansmethode
Wat is een balans?
  • Een vergelijking heeft een linkerlid en een rechterlid.
  • Schrijf mee en maak aantekeningen van de uitleg op het bord.
    Voorbeeld I: 3a + 6 = 30
  • Voorbeeld  II: 4a +22 = 9a + 7
  • Voorbeeld III: 7b - 15 = 5b + 15

Slide 12 - Tekstslide

Klik op het oogje om het plaatje van de balans zichtbaar te maken.
  1. Schrijf de vergelijking over.                                         41 - 8x = 10x + 5 
  2. Variabele uit rechterlid, doe tegenovergestelde.       -10x      -10x 
    (10x wordt -10x aan beide kanten)            
                   41 - 18x = 5 
  3. Losse getallen uit linkerlid, tegenovergestelde  - 41           - 41 
    (+41 wordt -41 aan beide kanten)                
                       -18x = -36 
  4. Deel door het getal voor de variabele.                          : -18      : -18 
    (Delen door getal voor de x)                                      
               x = 2 
  5. Antwoord invullen linker- en rechterlid.                   L: 41 - 8 x 2 = 25  
                                                                                                 R: 10 x 2 + 5 =25
     
    Deze moeten hetzelfde antwoord geven.       Beide gelijk, beide 25 
  6. Schrijf je conclusie op.   (eenheid?)                           Dus x = 2 
Stappenplan Balansmethode

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Balansmethode, los op:
-x + 8 = 0
A
1
B
-1
C
0
D
8

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Los op met de balansmethode:

7h + 25 = 60
A
b = 5
B
b = 6
C
b = 7
D
b = 8

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Los op met de balansmethode:

7c + 25 = 60
A
c = 6
B
c = 5
C
c = 7
D
c = 8

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Los op met de balansmethode:

3p + 10 = 40
A
p = 10
B
p = 3,7
C
p = 3,3
D
p = 30

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bereken met de balansmethode wat x is.
5x+14=9x+26
A
x=3
B
x=4
C
x=3
D
x=4

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk

Maken:

Paragraaf 9.3 volgens jouw leerroutes


Nakijken:

Huiswerk van H3 en H9 tot nu toe.


Achter deze les staan een aantal nuttige filmpjes




Zs
Zf
Zf
timer
4:00
Huiswerk bespreken
Extra uitleg
Testopgaven
D -> blz. 169
E -> blz. 171

Slide 19 - Tekstslide

Nog even de datum voor de formatieve toets toevoegen
Lesdoel behaald?
Je weet wat het linkerlid en het rechterlid van een vergelijking is.

Je kunt een vergelijking oplossen met de balansmethode.

Je kunt een vergelijking maken,
 wanneer je 2 formules krijgt en deze toepassen.







H9: Grafieken & vergelijkingen
Vk Grafieken en vergelijkingen
1. Bijzondere grafieken
2. Som- en verschilgrafiek
3. Vergelijkingen oplossen
     met de balansmethode

4. Oplossen met inklemmen
H3: Formules en grafieken
Vk Rekenen met formules
1. Lineair of niet
2. Lineaire grafiek bij formule
3. Regelmaat in tabellen
4. Formules bij een tabel
5. Formule bij een grafiek  
6. Richtingscoëfficiënt
     berekenen

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hierna volgen enkele filmpjes die je kunnen helpen met het behalen van de leerdoelen.
Hierna volgen enkele filmpjes die je kunnen helpen met het behalen van de leerdoelen.
Hierna volgen enkele filmpjes die je kunnen helpen met het behalen van de leerdoelen.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Video

Deze slide heeft geen instructies