Engels Chapter 7.2

1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Chapter 7.2
*Recap Chapter 7.1 Grammar
"Woordvolgorde"
Chapter 7.2 The News
*Theory:hoofzaken-bijzaken
*Grammar: Future
*Make Exercises 1,2,3,Grammar 07

Slide 2 - Tekstslide

Grammatica: woordvolgorde
wie-doet-wat-waar-wanneer

onderwerp-werkwoord-lijdendvw-plaats-tijd

Slide 3 - Tekstslide

Correct or incorrect ?
1.Peter bought  at the train station a crime book yesterday.
2.She almost has forgotten to pickup her son a few hours ago at school.
3.Did you eat last night a hamburger?

Slide 4 - Tekstslide

Chapter 7.2
Headlines in the News (hoofdzaken=>belangrijke thema's/argumenten)

Side issues in the News
(bijzaken=>details, voorbeelden, aanvullende info)

Slide 5 - Tekstslide

Make exercise 1

Slide 6 - Tekstslide

Grammar: Future
Hoe maak je deze zin in de "Future" ?
The student ...................(start) his internship next week in Finland.

Slide 7 - Open vraag

FUTURE: optie 1
1. Present con­tinu­ous: iets is afge­sproken, ge­p­land of gere­geld – het ge­beurt binnen­kort op een afge­sproken tijd­stip.

Bijvoorbeeld:
I am start­ing my new job next week.
The rugby team is play­ing in the semi-fi­nal next week.


Slide 8 - Tekstslide

FUTURE: optie 2
2. am/is/are + go­ing to + het hele werkwoord: 
Iemand is iets van plan, of je doet een voor­spelling waar­voor je be­wijs hebt.

Bijvoorbeeld:
Ac­cord­ing to the weath­er fore­cast, it’s go­ing to be a sunny day. 
(voor­spelling met be­wijs).
The Prime Min­is­ter is go­ing to dis­cuss the is­sue at the next meet­ing. (plan)

Slide 9 - Tekstslide

FUTURE: optie 3
3. shall of will + het hele werkwoord:

be­loft­es, aankondi­gin­gen en be­sluiten
voor­spellin­gen waar je geen be­wijs voor hebt
Bij I en we in bevesti­gende en ontkennende zinnen mag je shall en will beide gebruiken.
Bij I en we moet je shall gebruiken wan­neer je een vraag stelt (je doet een aan­bod of voor­stel).
The Queen will ad­dress the na­tion in her Christ­mas mes­sage. (aankondi­ging)
Char­lotte is not sure they will like her pro­pos­al.
(voor­spelling zon­der be­wijs)
We will not (won’t) at­tend / shall not (shan’t) at­tend the hear­ing to­mor­row.
Shall I get you a cup of tea?
Shall we go on foot?







Slide 10 - Tekstslide

Chapter 7.2
Make exercises 2,3+Grammar 07 Future

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide