De, het -> bepaalde lidwoorden:
wanneer je ‘de’ gebruikt, dan weet je welk exemplaar je bedoelt.
Een -> onbepaald lidwoord:
wanneer je ‘een’ gebruikt, weet je niet precies om welk exemplaar het gaat.
Bijv.
De auto staat in de straat. (Je weet precies welke auto je bedoelt.)
Een auto staat in de straat. (Je weet niet precies welke auto, hij kan van iedereen zijn, van elk merk.)