Blok 2- Thuiszorg

Blok 2
De Thuizorg
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Blok 2
De Thuizorg

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat leer je deze les? 
Theorie van blok 2

Schoonmaken
Schoonmaakregels

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

SCHOONMAKEN

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer noem je iets vuil?

Slide 4 - Woordweb

Vuil en schoon zijn betrekkelijke begrippen. 
Wat de een schoon vind, vind de ander niet schoon. 
Hoe schoon een ruimte moet zijn hangt af van het gebruik van de ruimte. 
bv: Keuken, houtwerkplaats, operatiekamer.
Voor schoonmaken gelden dus steeds andere eisen. 
Schoon
Vies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom maken we schoon? 
Schoomaken bevordert de hygiene. 

Overal verzameld zich stof en vuil. In een vuile omgeving vermenigvuldigen bacterien en ziektekiemen sneller. Als je hiermee besmet raakt is dit slecht voor je gezondheid. 

Denk ook aan allergien. 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schoonmaken verlengt de levensduur van je interieur. 

Door vuil weg te halen gaan je meubels, vloerbedekking en apparaten langer mee. 
Apparaten kunnen stuk gaan door stof. 
Zandkorrels op een houten vloer kunnen de vloer beschadigen. 


Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ruw schoon

De vloer is geveegd, de rommel is opgeruimd en alleen het ergste vuil is verwijderd. 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huishoudelijk schoon

Het huis waarin je woont, moet schoon zijn. Er mag misschien ergens een stofje liggen, als het er maar niet te veel worden. De ruimte is schoon, gesopt en opgeruimd.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Smet schoon

 De ruimte vrij moet zijn van micro-organismen.
Zoals op een operatiekamer.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Video

Deze slide heeft geen instructies

SCHOONMAAKREGELS

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe maak je schoon?
Voor je gaat schoonmaken, ruim je op. Daarna start je met de schoonmaak. Maar let op: de volgorde waarin je schoonmaakt is belangrijk.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom is de volgorde waarin je schoonmaakt belangrijk?

Slide 14 - Open vraag

Want stel je voor dat je start met het schoonmaken van de vloer en daarna de ramen lapt. Dan druipt het vieze water van de ramen op de net schoongemaakte vloer en kun je weer opnieuw beginnen
Quiz
We nemen een aantal schoonmaakregels door om zo makkelijk mogen schoon te maken. 
Ga staan als het de stelling juist is. 
Zitten als de stelling fout is.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je werkt van schoon naar vuil
A
Juist
B
Onjuist

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je dweilt eerst de vloer en daarna ga je stofzuigen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je werkt van beneden naar boven
A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als je sop vies is geworden maak je een nieuw sopje.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als je volgens deze regels werkt, maak je het meest efficiënt schoon.
  • Bekijk eerst de ruimte die je gaat schoonmaken. Als je direct start, kun je soms voor vervelende verrassingen komen te staan.
  • Werk van schoon naar vuil: eerst de minst vuile ruimte, daarna de vuilere ruimte(s).
  • Maak eerst droog schoon, daarna nat.
  • Werk van boven naar beneden.


Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Maak een nieuw sopje bij het schoonmaken van de keuken en bij de badkamer en het toilet.
  • Mocht het sop tussendoor erg vies worden, neem dan nieuw sop.
  • Gooi het sop na het schoonmaken direct weg. Dat is wel zo hygiënisch.
  • Controleer aan het eind de ruimte.
  • Ruim de schoonmaakspullen op




Slide 21 - Tekstslide

Dit betekent dat je start met stof afnemen (droog schoonmaken) en daarna stofzuigt (van boven naar beneden werken). Daarna nat reinigen: de vloer dweilen.
Aandachtspunten bij het schoonmaken.
  • Bedenk een vaste route door de ruimte.
  • Gebruik de juiste schoonmaakmaterialen.
  • Gebruik de juiste schoonmaakmiddelen.
  • Werk veilig.
  • Werk ergonomisch.




Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

EINDE
We zijn nu klaar met de theorie.
Je kan nu aan het werk met wat er in je studiewijzer staat. 

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies